|
Exodus 20:8-11 8 Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt; 9 zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; 10 maar de zevende dag is de sabbat van de HERE, uw God; dan zult gij geen werk doen, gij noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont. 11 Want in zes dagen heeft de HERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag; daarom zegende de HERE de sabbatdag en heiligde die.
Het vierde gebod wordt met voeten vertreden, daarom worden we opgeroepen om de bres die in de wet geslagen is, te dichten en te pleiten voor herstel van de ontheiligde sabbat. De mens der wetteloosheid, die zichzelf boven God gesteld en de euvele moed gehad heeft om tijden en wet te veranderen, heeft de sabbat van de zevende dag naar de eerste dag van de week verplaatst. Daarmee heeft hij een bres in de wet van God geslagen. Vlak voor de grote dag van God zal er een boodschap uitgezonden worden om het volk te waarschuwen om terug te keren naar hun trouw aan de wet van God, die door de antichrist gebroken is.
De aandacht moet door voorschrift en voorbeeld gevestigd worden op de bres in de wet. {CET 86.2}
Jesaja 58:12-14 12 En de uwen zullen de overoude puinhopen herbouwen, de grondvesten van vorige geslachten zult gij herstellen, en men zal u noemen: Hersteller van bressen, Herbouwer van straten. 13 Indien gij niet over de sabbat heenloopt door uw zaken te doen op mijn heilige dag, maar de sabbat een verlustiging noemt, de heilige dag des HEREN van gewicht, en die eert door noch uw gewone bezigheden te doen, noch uw zaken te behartigen, of ijdele taal uit te slaan, 14 dan zult gij u verlustigen in de HERE en Ik zal u doen rijden over de hoogten der aarde en u doen genieten het erfdeel van uw vader Jakob, want de mond des HEREN heeft het gesproken.
Mij werd getoond dat de kostbare beloften van Jesaja 58:12-14 toepasbaar zijn op hen die werken voor het herstel van de ware sabbat. Mij werd getoond dat de derde engel, die de geboden van God en het geloof van Jezus verkondigt (Openbaring 14:9-12), de mensen voorstelt die deze boodschap hebben ontvangen en hun stem luid verheffen om de wereld te waarschuwen om de geboden van God te houden en hen vertellen dat Zijn wet Zijn oogappel is. En als antwoord op die boodschap zullen velen de sabbat van de Heer omarmen. {CET 87.2}
Nehemia 13:17-22 17 Toen onderhield ik de edelen van Juda hierover en zeide tot hen: Wat doet gij daar voor slechts, dat gij de sabbatdag ontheiligt? 18 Hebben ook uw vaderen niet zo gedaan en heeft onze God niet daarom al deze rampspoed over ons en over deze stad gebracht? Zult gij nu nog heviger toorngloed over Israël brengen door de sabbat te ontheiligen? 19 Zodra het dan in de poorten van Jeruzalem donker werd, vóór de sabbat, sloot men op mijn bevel de deuren, en ik beval, dat men ze niet zou openen tot na de sabbat. En ik stelde enige van mijn knechten bij de poorten op, – er zou geen vracht op de sabbatdag binnenkomen. 20 Toen overnachtten de handelaars en de verkopers van allerlei koopwaar een en andermaal buiten Jeruzalem. 21 En ik waarschuwde hen en zeide tot hen: Waarom overnacht gij vóór de muur? Indien gij dat nog eens doet, zal ik de hand aan u slaan. Van die tijd af kwamen zij niet meer op de sabbat. 22 Ook beval ik de Levieten, dat zij zich zouden reinigen en de poorten zouden komen bewaken, om de sabbatdag te heiligen. Gedenk mij ook hierom, mijn God, en ontferm U over mij naar uw grote goedertierenheid.
Het werk van herstel en hervorming die door de teruggekeerde bannelingen onder leiding van Zerubbabel, Ezra en Nehemia plaatsvond, schetst ons een beeld van het werk van geestelijk herstel dat moet plaatsvinden in de laatste dagen van de geschiedenis van de aarde …. Gods overblijfsel moeten in de wereld staan als hervormers en erop wijzen dat de wet van God het fundament is van een voortdurende hervorming en dat de sabbat van het vierde gebod het monument van de schepping en een constante herinnering aan de macht van God is. In heldere uiteenzettingen moeten zij de noodzaak van gehoorzaamheid aan alle voorschriften van de Tien Geboden naar voren brengen. Onder zelfbeheersing door de inwonende liefde van Christus, moeten zij met Hem samenwerken om de verwoeste plaatsen weder op te bouwen. Ze moeten herstellers van bressen zijn en herbouwers van straten. {CC 269.4} |
|