Vervolg
  Go Forward 2011     OGR360     Wat en Hoe     Artikelen     Getuigenis     10 dagen     Deelnemers     E-Teams     Promo     Contact  
OGR 360
11. Volharding
12. Vrucht van de Geest: Liefde
13. Vrucht van de Geest: Vreugde
14. Vrucht van de Geest: Vrede
15. Vrucht van de Geest: Lankmoedigheid
16. Vrucht van de Geest: Vriendelijkheid
17 Vrucht van de Geest – Goedheid
18 Geloof*
19. Vrucht van de Geest: Zachtmoedigheid
20 e.v.
20. Vrucht van de Geest: Zelfbeheersing
21. Bemiddelend gebed
22. Wacht op de Here
23. De Evangelie Opdracht
24. De Zifting
25. Tongcontrole
26. Het Kruis: De Heerlijkheid en de Kracht
27. Voorbereid op de Crisis
28. Laat de gevangenen vrij
29. Lichtstralen
30. Revolutie
31. God houdt van U
32. Onze Nietigheid
34. De Gemeente in Eenheid
35. God zien
36. Wijsheid
37. Het Verlorene Zoeken
38. Herstellers van bressen
39. De Trouwe Getuige
40: De Sabbatsrust
41. Laat ons optrekken en het land in bezit nemen
42. De sabbat als teken van geestelijke rust – dee
43. Regen
44. Heerlijkheid
45. Een wereldleger
46 e.v.
Algemeen:
Startpagina

41. Laat ons optrekken en het land in bezit nemen

Daarop trachtte Kaleb het volk tot bedaren te brengen tegenover Mozes en zeide: Laat ons gerust optrekken en het in bezit nemen, want wij zullen het zeker kunnen vermeesteren. Numeri 13:30

De hele christelijke wereld is in een strijd van geloof en ongeloof verwikkeld. En in die strijd moet iedereen een kant kiezen. Sommigen schijnen niet mee te doen aan de strijd. Zij kiezen niet tegen de waarheid, maar zij komen ook niet uit voor Christus, omdat ze bang zijn hun bezittingen te verliezen of bespot te worden. Al deze mensen worden gerekend tot vijanden van God. {CTr 124.2}

Hebreeën 11:13-16
13 In (dat) geloof zijn deze allen gestorven, zonder de beloften verkregen te hebben; slechts uit de verte hebben zij die gezien en begroet, en zij hebben beleden, dat zij vreemdelingen en bijwoners waren op aarde. 14 Want wie zulke dingen zeggen, geven te kennen, dat zij een vaderland zoeken. 15 En als zij gedachtig geweest waren aan het vaderland, dat zij verlaten hadden, zouden zij gelegenheid gehad hebben terug te keren; 16 maar nu verlangen zij naar een beter, dat is een hemels, vaderland. Daarom schaamt God Zich voor hen niet hun God te heten, want Hij had hun een stad bereid.

Hebreeën 3:12-14
12 Ziet toe, broeders, dat bij niemand uwer een boos, ongelovig hart zij, door af te vallen van de levende God, 13 maar vermaant elkander dagelijks, zolang men nog van een heden kan spreken, opdat niemand van u zich verharde door de misleiding der zonde; 14 want wij hebben deel gekregen aan Christus, mits wij het begin van onze verzekerdheid tot het einde onverwrikt vasthouden.

Openbaring 22:14
14 Zalig zij, die hun gewaden wassen, opdat zij recht mogen hebben op het geboomte des levens en door de poorten ingaan in de stad.


Printerversie