De twee verbonden
De twee verbonden
november 19, 2012 Door bijbelenzo
Als oprecht Christen geloof ik in het onfeilbare woord van God wat opgeschreven is in zowel het Oude als het Nieuwe Testament. Het evangelie, de wet, maar ook de profeten. Ik vertrouw niet alleen op zijn woord, maar ook op zijn wetten, zijn regels en zijn verbond. Maar er zijn tegenwoordig twee verschillende opvattingen over de betekenis van het verbond. De problemen omtrent die twee opvattingen lijken zeer complex. De Bijbel beschrijft twee verbonden. De een nieuw, en de andere oud. De een eeuwig, de andere tijdelijk. De een perfect, de ander niet perfect. De grote vraag blijft natuurlijk of deze twee verbonden twee verschillende methodes openbaren die betrekking hebben op de omgang met mensen.
Ik ben van mening dat de kerk het woord van God zou moeten verkondigen en dat de waarheid geaccepteerd dient te worden. Of we nu spreken over katholieken of protestanten, Over welke denominaties we ook spreken, Het woord van God zou altijd voorrang moeten hebben boven onze eigen geloofsovertuigingen. Maar waarom zijn er dan twee tegenstrijdige verschillen over de betekenis van het verbond? Ik persoonlijk geloof niet dat God twee verschillende methodes heeft uitgedacht die betrekking hebben op de verlossing van de mensheid.
Dispensationalisme.
Het dispensationalisme is de geloofsovertuiging dat er een onderscheid is tussen het volk van God, Israel, En de kerk. we noemen dat ook wel de bedelingsleer. Volgens deze theologie waren er twee manieren van verlossing. De een was de verlossing onder de wet, de andere was de verlossing onder de genade. Dat het oude verbond betrekking had op de geboden en de verlossing door werken, En dat het nieuwe verbond betrekking heeft op verlossing door genade. Het oude verbond zou zijn opgelegd door Mozes aan Israel als een huwelijksverbond, en dient daarvoor niet opgelegd te worden aan de heidenen. Het nieuwe verbond houdt vervolgens in dat Christus na zijn kruisiging de wet heeft vervuld. en dat het daardoor niet meer van toepassing is.
Ze verdelen de tijdsperiodes op in zeven delen. Van onschuld, geweten, bestuur, belofte, wet, genade, en vrede. Ze zien daardoor een geheime opname van de gemeente, Een zevenjarige onderdrukking van het Joodse volk en ten slotte een duizendjarig vredesrijk. Deze aannames zijn onbijbels en het wekt daarentegen valse hoop.
Ze geloven dat God zijn plan van verlossing veranderd heeft na de komst van Christus. Dat de regels onder het oude verbond niet werkte en dat hij na 1500 jaar met een nieuw plan kwam, Die we het nieuwe verbond noemen. Iedereen gaat naar de hemel als je maar gelooft in Christus. Zo heeft de wet geen bindend karakter meer voor de Christenen. Het oude verbond had betrekking op de gehoorzaamheid aan de tien geboden, Het nieuwe verbond is vervolgens gebaseerd op de liefde en de genade.
Ik persoonlijk kan het niet eens zijn met deze opvattingen. Zou God inderdaad 1500 jaar mensen onder een wet laten vallen die ze niet kunnen gehoorzamen om ze vervolgens te straffen omdat ze niet gehoorzaam waren? Ik heb mensen wel eens horen zeggen dat onder het oude verbond geen genade bestond. Je was gehoorzaam of je was verloren. Maar als je het woord genade invoert bij online Bijbels of studie programma’s dan kan je al snel inzien dat het woord genade door het gehele Oude Testament genoemd word.
Er is weliswaar een nieuw verbond, maar er zijn twee totaal verschillende opvattingen over Gods plan van verlossing. Hoe kunnen we dit geloven en uitleggen?
Betekenis van verbond.
Door de gehele Bijbel heen wordt de relatie die God onderhoudt met zijn volk aangeduid met het woord “verbond”. In deze verbondsrelatie kiest God individuen of een volk die hij heeft gekozen om zijn volk te zijn. Aan deze mensen beveelt God vervolgens de voorwaarden die samenhangen met het verbond. De mensen die deze voorwaardes accepteren staan vervolgens in een bijzondere relatie met God, Deze bijzondere relatie bestaat uit bepaalde verplichtingen, waarvan het houden van die verplichtingen het onderscheid maakt tussen leven en dood.
In normaal spraakgebruik zullen we een verbond opvatten als een overeenkomst of een contract. Maar in Bijbelse termen heeft het niet altijd die betekenis. In Bijbelse definitie kan verbond een bindende betekenis hebben. Maar het kan een een vrijblijvende betekenis hebben. Maar het initiatief word altijd genomen door God. De mens heeft de vrijheid om de verbondsvoorwaardes aan te gaan, maar heeft geen voorrecht om de voorwaardes te veranderen of er iets aan toe te voegen dan wel er af te halen. God staat in een totaal andere positie als de mens. “Ik ben God, en buiten mijn om is er geen ander” Is de fundamentele verklaring van alle Bijbelse openbaringen. Het onthuld de absolute barriere tussen mensen en God. Zijn voorwaardes zijn dan ook de scheidingswand tussen de mens en God, Die je accepteert of weigert.
Het eerste verbondsrelatie is die van heerschappij. Hij is God en blijft Heer. Hij is en blijft de Koning over de aarde.
“Nu dan, als u nauwgezet Mijn stem gehoorzaamt en Mijn verbond in acht neemt, dan zult u uit alle volken Mijn persoonlijk eigendom zijn, want heel de aarde is van Mij.” (Ex 19:5)
God is soeverein, en het verbond is een uitdrukking van zijn wil en niet van de mens. Het is de mens die zou moeten luisteren naar God en gehoorzaam zou moeten zijn aan zijn stem. Adam heeft, nadat hij geschapen was door God niets voorgesteld aan God, net zomin de Israelieten in de tijd van Mozes niets voor hebben gesteld aan God. Ze hadden in beide gevallen het voorrecht te kiezen om zijn stem te gehoorzamen.
Het tweede kenmerk is die van gemeenschap. “Ik zal in uw midden wandelen. Ik zal u tot een God zijn en u zult Mij tot een volk zijn.” (Lev 26:12). Toen Mozes de stenen tafelen kreeg van God deden ze eten en drinken als teken dat ze het verbond hadden aanvaard. (Ex 24:11). Ook Christus deed tijdens het laatste avondmaal het zelfde.
“En terwijl zij aten, nam Jezus het brood en toen Hij het gezegend had, brak Hij het en gaf het aan de discipelen en Hij zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam. Hij nam ook de drinkbeker en nadat Hij gedankt had, gaf Hij hun die, en zei: Drink allen daaruit, want dit is Mijn bloed, het bloed van het nieuwe verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden.” (Mat 26:28)
“en nadat Hij gedankt had, brak Hij het en zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis. Evenzo nam Hij ook de drinkbeker, na het gebruiken van de maaltijd, en zei: Deze drinkbeker is het nieuwe verbond in Mijn bloed. Doe dat, zo dikwijls als u die drinkt, tot Mijn gedachtenis.” (1 Kor 11:24,25)
Het voedsel wat ze tot zich namen wat een teken van het aanvaarden van het verbond. Je kan dat vergelijken met een contract wat je ondertekend of een zakenrelatie die je aangaat met je zakenpartner. Vaak worden die bezegeld door ergens te gaan eten.
De tragische fout die de Israelieten vervolgens maakte was door te denken dat het verbond een juridische dan wel een rechtsgeldige verhouding inhield. De realiteit echter was dat mensen ongeacht hun fouten of verleden toch op de gunst en zegen van God konden rekenen als ze zich bekeerde van hun zondes. Genade en verlossing kwam dus niet door wetgeving.
Verlossing in het Oude Testament.
De verlossing en de genade was in het Oude Testament het zelfde als in het Nieuwe Testament, Namelijk door het bloed van Christus. Ze werden niet gered door het offersysteem, net zomin door het houden van de wet. De wet was gegeven om te begrijpen wat de zonde inhoudt. Ook vandaag wijst de wet naar de zelfde betekenis. Namelijk de kennis van de zonde. (Rom 3:20) Het offersymsteem daarentegen wees naar de kruisdood van Christus, En moest hen leren dat de zonde de dood betekend, en dat er een verlosser zou komen die zou sterven voor allen. Het leerde hen dat er ooit een vervanger zou komen voor de offers, Dat er op een dag geen echt lam geofferd zou worden voor de zonde van de mens, Maar dat God zelf een lam zou sturen die geofferd zou worden voor de zelfde zonde. Je kan bij de beproeving van Abraham een typologie vinden op de kruisdood van Christus.
“Abraham zei: God zal Zichzelf voorzien van het lam voor het brandoffer, mijn zoon. Zo gingen zij beiden samen.” (Gen 22:8)
Het Joodse volk geloofd dat de verlosser nog gestuurd met worden, en dat deze belofte nog moet worden vervuld. De Christenen daarentegen geloven dat Christus de vervulling was van die belofte. Het hele aardse Heiligdom diende slecht een doel. Om Mensen te wijzen op het offer van Christus en zijn bediening, en dat je alleen door hem gerechtvaardigd en geheiligd kan worden. Het gehoorzamen aan de wet is dus net zo belangrijk in onze tijd als in de tijd van het Oude Testament. Paulus heeft ons nadrukkelijk geboden om de wet te houden.
“Wat dan? Zullen wij zondigen omdat wij niet onder de wet maar onder de genade zijn? Volstrekt niet!” (Rom 6:15)
In het Oude Testament nam God de zonde op zich door het offer van een letterlijke lam, Christus daarentegen heeft de zonde van de gehele wereld op zich genomen door zelf het lam te worden. Maar zoals je in het Oude Testament genade kreeg door het offeren van een lam, zo zul je nu in Christus de zelfde genade vinden. Maar wil dat dan zeggen dat we dan kunnen zondigen? Volstrekt niet! Als je in de tijd van het Oude Testament genade had gekregen door het offer, maar je zondigde daarna weer was je die genade weer gewoon kwijt. Want de straf op de zonde is de dood. Ook vandaag blijft de straf op de zonde de dood. De bedoeling van het offersyteem was om te begrijpen dat ze zich moesten afkeren van de zonde, en zodoende de zonde niet meer te plegen. Nu doet Christus het zelfde. “Ga heen en zondig niet meer.”
“Daarna vond Jezus hem in de tempel en zei tegen hem: Zie, u bent gezond geworden, zondig niet meer opdat u niet iets ergers overkomt.” (Joh 5:14)
“Jezus nu richtte Zich op en toen Hij niemand zag dan de vrouw, zei Hij tegen haar: Vrouw, waar zijn die aanklagers van u? Heeft niemand u veroordeeld?En zij zei: Niemand, Heere. En Jezus zei tegen haar: Dan veroordeel Ik u ook niet; ga heen en zondig niet meer.” (Joh 8:10,11)
Zoals het Heiligdom en het offersysteem je naar de wet moest leiden zo wijst Christus je nu naar de wet. Door in zijn wegen te wandelen vervul je vanuit jezelf de wet, Zoals Christus die in zichzelf heeft vervuld.
“Draag elkaars lasten, en vervul zo de wet van Christus.” (Gal 6:2)
Maar waarom wordt er dan gesproken over een nieuw verbond als het oude het zelfde is als het nieuwe verbond? Waarom zullen we niet zeggen dat in de Geest van God er maar een verbond is. Ee eeuwig verbond? Wat is dan het verschil van het oude en het nieuwe verbond?
Het nieuwe verbond.
“Nu heeft Hij echter een zoveel voortreffelijker bediening ontvangen, zoals Hij ook van een beter verbond Middelaar is: een verbond dat in betere beloften is vastgelegd.” (Heb 8:6)
“Als Hij spreekt van een nieuw verbond, heeft Hij daarmee het eerste voor verouderd verklaard. En wat oud is verklaard en wat veroudert, staat op het punt te verdwijnen.” (Heb 8:13)
Deze tekst wordt vaak aangehaald door mensen die geloven in het nieuwe verbond onder de genade. Hier staat duidelijk dat het eerste voor verouderd is verklaard en op het punt staat te verdwijnen. ze koppelen deze teksten vaak aan Exodus 32:27,28 waarin staat dat God de tien geboden schreef op twee stenen tafelen, en waar Mozes de opdracht kreeg om de woorden van het verbond op te schrijven. De conclusie die ze dan trekken is vervolgens dat de wet en de geboden teniet zijn gedaan door de kruisiging van Christus.
Deze beredenering is in mijn ogen in ieder geval een duidelijke uitdaging en ontkenning van de Goddelijke autoriteit en zijn eeuwige gezag. Het is eigenlijk een erkenning dat Gods geboden niet werken en dat zijn wet niet gehouden kan worden. Maar God is barmhartig en liefdevol dus schenkt hij mensen genade ongeacht of ze zich nu wel of niet aan zijn principes houden. Deze opvatting is al tegenstrijdig. Gods wetten zijn juist de liefde die God toont aan de mens. Het is zijn Goddelijke en perfecte karakter. Iets aan de wet wegdoen is dus iets aan zijn karakter weg doen. Het houden van zijn geboden is juist de liefde voor God en het is geen zware last.
“Want dit is de liefde tot God, dat wij Zijn geboden in acht nemen; en Zijn geboden zijn geen zware last.” (1 Joh 5:3)
Het antwoord op het verschil tussen het oude en het nieuwe verbond kan je lezen in het zelfde hoofdstuk van hebreeën waar ze hun theologie op baseren. In Vers 10 van hebreeën 8 lezen we: “Want dit is het verbond dat Ik met het huis van Israël sluiten zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven en Ik zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.”
Hier staat dat God zijn wetten zal geven in ons verstand en in het hart geschreven zal worden, Waarmee er geimpliceert wordt dat dat onder het oude verbond niet zo was. Paulus benadrukt dit verschil in de 2e Korinthe brief waarin hij duidelijk dit onderscheid maak.
“Beginnen wij onszelf weer aan te bevelen? Of hebben wij, zoals sommigen, aanbevelingsbrieven voor u nodig, of aanbevelingsbrieven van u? U bent onze brief, geschreven in onze harten, gekend en gelezen door alle mensen. Het is immers openbaar geworden dat u een brief van Christus bent, door onze bediening opgesteld, geschreven niet met inkt, maar door de Geest van de levende God, niet op stenen tafelen, maar op tafelen van vlees, van de harten. Zo’n vertrouwen nu hebben wij door Christus op God.” (2 Kor 3:1,4)
Zoals het eerste verbond het verbond van de letter was, Mozes moest immers alles in een boek schrijven. Zo is het nieuwe verbond het verbond van de Geest. Het oude verbond was op basis van de werken van de wet. Het nieuwe verbond is het verbond van de prediking en van het geloof. Zoals je in het Oude Testament je geloof demonstreerde in het offer van het lam, zo demonstreer je nu je geloof door Christus. Maar de voorwaardes blijven altijd het zelfde.
“Dit alleen wil ik van u vernemen: Hebt u de Geest ontvangen uit de werken van de wet, of uit de prediking van het geloof?” (Gal 3:2)
De Joodse leiders leidden het volk weg van de gerechtigheid in het lam door het geloof te baseren op wettische bepalingen die naar gerechtigheid zouden leiden, en dat ze de wet op een natuurlijke wijze konden vervullen. De betekenis van het offeren was dan ook allang verdwenen toen Christus op aarde was.
“Maar ga heen en leer wat het betekent: Ik wil barmhartigheid en geen offer; want Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars.” (Mat 9:13)
“Maar als u geweten had wat het betekent: Ik wil barmhartigheid en geen offer, dan zou u de onschuldigen niet veroordeeld hebben.” (Mat 12:7)
In de tijd van Christus hadden ze het offersysteem gemaakt tot een menselijk ritueel. De betekenis van het offer was helemaal verloren gegaan door de menselijke bepalingen die ze hadden toegevoegd. Christus kwam alles in ere herstellen door zichzelf te kruisigen en het offerlam te worden. Christus is daardoor zelf de betere bediening geworden en de zoveel betere voorwaardes die aan het verbond zitten.
Het enige verschil tussen het oude en nieuwe verbond is de tenietdoening van het offersysteem. Al het overige maakt deel uit van het nieuwe verbond zoals die ook in het oude verbond golden. Door te geloven in een verbond van genade gooi je het hele Oude Testament weg, en ook kan je daardoor niet de juiste bedoeling en betekenis zien van het aardse Heiligdom en waarvoor het diende.
Genade en gehoorzaamheid is een centraal thema die door de gehele Bijbel heen staat. En het is duidelijk hoe God handelt ten opzichte van de zondige mens. De wet staat in beide verbonden centraal. Het was in de eerste plaats de zonde die het verbond noodzakelijk maakte voor de verlossing uit de zelfde zonde. Toen Adam en Eva hadden gezondigd werden ze afgesneden van de relatie met God en de boom des levens moest worden bewaakt. (Gen 3:24) Dat is wat er gebeurd als je ongehoorzaam bent. Christus is gekomen om alles in ere te herstellen en wil je weer toegang krijgen tot God zal je aan de zelfde voorwaardes moeten voldoen als het oude verbond.
“Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, zodat zij recht mogen hebben op de Boom des levens, en opdat zij door de poorten de stad mogen binnengaan.” (Op 22:14)