05 Genesis
HOOFDSTUK 5.
VERS 22 - 24. ENOCH ZAG GOD ALLEEN DOOR HET GELOOF.
Zag hij ( Enoch) God aan zijn zijde? Alleen door het geloof. Hij wist dat de Heer daar was, en hij hield rotsvast aan de princiepen van waarheid. Wij ook moeten met God wandelen. Als wij dit doen, dan zullen onze aangezichten verlicht worden door de glans van Zijn tegenwoordigheid, en als wij elkander ontmoeten, zullen wij spreken van Zijn Macht, zeggende, Lof zij God. De Heer is goed en Zijn Woord is goed. MS 17, 1903.
CHRISTUS EEN BESTENDIGE GEZEL.
Wij kunnen hebben wat Enoch had. Wij kunnen Christus als onze bestendige metgezel hebben. Enoch wandelde met God, en wanneer hij aangevallen werd door de bekoorder, kon hij erover spreken met God. Hij had niet zoals wij "er staat geschreven", maar hij had een besef van zijn hemelse Gezel. Hij vond in God zijn raadgever, en was dicht verbonden met Jezus. En Enoch was geeerd in deze gang van zaken. Hij werd ten hemel opgenomen zonder de dood te zien. En dezen, die zullen veranderd worden bij het sluiten van de tijden, zullen degenen zijn die met God gemeenschap hebben op deze aarde. Dezen, die zullen openbaar maken, dat hun leven geborgen is met Christus in God, zullen Hem altijd voorstellen in al hun levensgewoonten. Zelfzucht zal uitgeroeid worden met wortel en al. MS 38 1897. STREEF ERNAAR IN OVEREENSTEMMING TE KOMEN MET DE GODDELIJKE GEDAANTE. Laten wij ons de zwakheid van de mensheid voorstellen, en zien waarin de mens tekort komt in zijn zelfvoldaanheid. Wij zullen dan vervuld worden met een verlangen van juist dat te zijn wat God wenst dat wij zouden zijn, - rein, edel, geheiligd. Wij zullen hongeren en dorsten naar de gerechtigheid van Christus. Te zijn zoals God zal de enige begeerte zijn van onze ziel.
Dat was de begeerte, die Enoch's hart vervulde. En wij lezen, dat hij wandelde met God. Hij bestudeerde het karakter van God met vastberadenheid. Hij stippelde zijn eigen baan niet uit, of plaatste zijn eigen wil niet voorop, alsof hij zijn eigen totaal bekwaam achtte om aangelegenheden te beheren. Hij streefde ernaar zich in overeenstemming te brengen met het goddelijke beeld. Brief 169, 1903. HOE ENOCH MET GOD WANDELDE.
Als gij betrouwt op de hemelse Vader voor de hulp die gij nodig hebt, zal Hij U niet verlaten. God heeft een hemel vol met zegeningen, die Hij aan dezen wenst te besteden, die ernstig zoeken naar de hulp die alleen de Heer kan schenken. Het was door in het geloof naar Jezus op te zien, door naar Hem te vragen, door te geloven dat ieder woord, dat gesproken werd, zou bewaarheid worden, dat Enoch wandelde met God. Hij bleef dicht bij de zijde van God, elkeen van Zijn woorden gehoorzamend. Hij beleefde een wonderbaar leven van eenheid. Christus was zijn metgezel. Hij was in intieme omgang met God. MS 111, 1898.
VERBLIJVENDE IN EEN REINE ATMOSFEER.
Hij ( Enoch) maakte zijn verblijf niet bij de verdorvenen. Hij vestigde zich niet in Sodoma, denkend van Sodoma te redden. Hij vestigde zich met zijn familie daar, waar de atmosfeer zo rein mogelijk was. Nu en dan ging hij met zijn door God gegeven boodschap naar de inwoners van de wereld. Ieder bezoek dat hij aflegde bij de mensen van de wereld was voor hem pijnlijk. Hij zag en verstond iets van de melaatsheid van de zonde. Nadat hij zijn boodschap verkondigd had, nam hij altijd iemand, die de verwittiging aangenomen had, mede met hem naar de plaats, waar hij zich teruggetrokken had. Sommigen van hen kwamen tot overwinning en stierven voor de zondvloed de aarde overspoelde. Maar anderen hadden zolang onder de verdorven invloed van de zonde geleefd, dat zij geen gerechtigheid meer konden verdragen. MS 42, 1900.
VERS 24. GEEN MORELE DUISTERNIS ZO DICHT.
Enoch wandelde met God, terwijl van de wereld rondom hem de gewijde geschiedenis verhaalt, "dat de boosheid des mensen groot was op de aarde en al wat de overleggingen van zijn hart voortbrachten te allen tijde slechts boos was". Enoch's rechtvaardig leven was een opvallende tegenstelling met dat van de verdorven bevolking rondom hem. Zijn godsvrucht, zijn reinheid, zijn onwankelbare onkreukbaarheid, waren het resultaat van zijn wandel met God, terwijl de verdorvenheid van de wereld het resultaat was van hun wandel met de bedrieger van het mensdom. Er is nooit een tijd geweest en er zal nooit een tijd zijn, dat de morele duisternis zo dik zal zijn, als toen Enoch een leven leefde van onberispelijke gerech-tigheid. MS 43, 1900.
ENOCH DE EERSTE PROFEET.
Enoch was de eerste profeet onder de mensenkinderen. Hij voorzegde door profetie de tweede komst van o Christus en het werk dat in deze tijd zal moeten gedaan worden. Zijn leven was een voorbeeld (specimen) van christelijke konsekwentie. Alleen heilige lippen behoren de woorden van God in aanklacht en oordeel uit te spreken. Zijn profetie wordt niet gevonden in de geschriften van het oud testament. Wij zullen nooit een boek vinden, dat verwijst naar de werken van Enoch, maar Judas een profeet van God, maakt melding van de werken van Enoch. Ibid. )
VERS la - 32.
"De mens kwam uit de hand van Zijn Schepper, volmaakt georganiseerd en schoon van vorm. Het feit, dat hij gedurende zes duizend jaar het altijd stijgende gewicht van ziekte en misdaad weerstaan heeft, is een afdoend bewijs van de macht van weerstandsvermogen, waarmede hij eerst begiftigd was. En ofschoon de antedulivianen zich over het algemeen overgaven aan de zonde zonder beperking, duurde het meer dan tweeduizend jaar vóór de overtreding van de natuurwetten voelbaar werd.
Had Adam oorspronkelijk geen groter kracht bezeten op fysisch vlak, dan de mensen nu hebben, dan zou het ras vroeger zijn uitgestorven.
Gedurende het opeenvolgen van de generaties sedert de val, is de tendens bestendig naar beneden gegaan. Ziekte is overgedragen van ouders op kinderen, generatie na generatie. Zelfs kinderen in de wieg lijden onder de aandoeningen van hun ,ouders ....
De Patriarchen van Adam tot Noah, op weinige uitzonderingen na, leefden tot ongeveer duizend jaar. Sindsdien is de gemiddelde leeftijd bestendig gedaald.
Bij de eerste komst van Christus, was het ras al dusdanig gedegenereerd, dat niet alleen de oude, maar de personen van middelbare leeftijd en de jongeren gebracht werden uit iedere stad tot bij de Heiland, om genezen te worden van hun ziekten. Velen werkten onder een gewicht van ellende, zo dat het onbeschrijfelijk is. De overtreding van de fysische wetten, met hun gevolgen van vroegtijdige dood hebben zolang de bovenhand gehad, dat deze resultaten aanzien worden als het voorbeschikte lot van de mensheid. Maar God schiep het ras in zulk geen zwakke voorwaarden. Deze toestand is teweeg gebracht door de slechte gewoonten t. t. Z. door de wetten te overtreden, die het bestaan van de mens beheren.
Een bestendige overtreding van de wetten van de natuur, betekent een bestendige overtreding van de wetvan God. Ware de mens altijd gehoorzaam geweest aan de wet van de Tien Geboden, door in zijn leven de princiepen ervan in toepassing te brengen, dan zou de vloek van ziekte, die nu over de wereld gespoeld is, niet bestaan ....
Als de mens gelijk welk een doenwijze aanneemt, die nutteloos zijn intellekt benevelt, en zijn vitaliteit verbruikt, dan zondigt hij tegen God. Hij verheerlijkt God niet in zijn lichaam en geest die Hem toebehoren. Niettegenstaande de hoon, die de mens Hem toegebracht heeft, 'blijft Gods liefde steeds bewezen aan het mensengeslacht, en Hij laat toe dat het licht schijne, dat aan de mens toelaat te zien, dat, om een volmaakt leven te lijden, hij moet gehoorzamen aan de natuurlijke wetten, die zijn wezen besturen. Hoe belangrijk is het dan dat de mens in dit licht wandele, al zijn krachten gebruikend, zowel van lichaam als van geest, tot verheerlijking van God! ! Counsels on Health 19 - 20.
VERS 1 - 32, PP 65 - 73. VERS 3 - 8.
Hij ( Set) was geboren in zonde, maar door de genade van God, bij het ontvangen van de getrouwe onderrichtingen van Zijn Vader Adam, loofde hij God door Zijn wil te doen. Hij zonderde zich af van het verdorven nakomelingschap van Kain en werkte zoals Abel zou gedaan hebben, moest hij nog geleefd hebben, om de gedachten van de zondige mens te keren tot het vereren van God en het Hem gehoorzamen. Story of Redemption. 57.
VERS 5 - 8.
Het boek Genesis geeft behoorlijk een bepaald relaas van het sociaal en individueel leven, en wij ontvangen geen relaas nopens een kinderwezen, dat blind, doof, kreupel, misvormd of idioot geboren werd. Er wordt geen geval aangehaald van natuurlijke dood in de kindertijd, in de jeugd of gedurende de volwassenheid. Er wordt niet gesproken van mensen, die sterven van ziekte. In de Bijbel luiden doodsberichten als volgt:
"Zo waren al de dagen van Adam, die hij leefde, negen honderd en dertig jaar; en hij stierf". "Zo waren al de dagen van Seth negen honderd en twaalf jaar; en hij stierf". Van anderen wordt verhaald: zij leefden tot een goede oude leeftijd; en zij stierven. Het was zo zeldzaam, dat een zoon stierf v6ór zijn vader, dat zulk een gebeurtenis waardig geacht werd om mede te delen "En Haran stierf voor het aangezicht zijns vaders Terach", Haran was vader van kinderen vóór zijn dood.
God begiftigde de mens met zo een grote levenskracht, dat hij de opeenhoping van ziekte, die op het mensenras terecht kwam tengevolge van hun verdorven gewoonten, kon weerstaan, en dit zo vol gehoudenheeft gedurende zesduizend jaar. Dit feit volstaat voor ons om aan te tonen welk een kracht en elektrische energie God aan de mens gaf bij zijn schepping. Het moest meer dan twee duizend jaar duren waarin de mens toegaf aan overdaad en lage passies eer de mens het slachtoffer werd in een zekere mate van lichamelijke ongezondheid. Als Adam bij zijn geboorte niet begiftigd geweest was met twintig maal meer levenskracht als de mens nu bezit, dan zou het ras, met zijn huidige levensgewoonten van overtreding van de natuurwet, reeds uitgestorven zijn.
Bij de eerste komst van Christus was het ras zo rap ontaard dat een berg van ziekten op hen terecht gekomen was, een stroom van wee en een gewicht van onuitsprekelijke ellende met zich meevoerend. De rampzalige toestand van de wereld heden ten dage is voor mij voorgesteld geweest. Sinds de val van Adam is het ras gedegenereerd. Sommige van de oorzaken van de huidige betreurenswaardige toestand van de man en van de vrouw, naar Gods beeld geschapen, werden mij getoond. En een besef van hoeveel er zou moeten gedaan worden zelfs in een zekere mate om de fysische, mentale en morele achteruitgang te stoppen, maakt mijn hart ziek en uitgeput. God schiep de mens in zulk geen zwakke toestand, waarin hij nu verkeert. Deze stand van zaken is niet het werk van de Voorzienigheid, maar dat van de mens zelf; deze toestand is veroorzaakt geworden door slechte gewoonten en misbruiken, door het overtreden van de wetten, die God gemaakt heeft om het wezen van de mens te regeren. Door de bekoring om toe te geven aan eetlust, verlieten Adam en Eva het eerst hun hoge, heilige en gelukkige staat. En het is door dezelfde bekoring, dat het ras verzwakt is geworden. Zij hebben toegelaten, dat eetlust en passies op de troon geplaatst worden, en dat de rede en het intellekt in onderwerping gebracht werden.
De overtreding van de fysische wetten, en het menselijk lijden als gevolg hiervan hebben zolang overheerst dat de mens de huidige staat van ziekte, lijden, verzwakking en vroegtijdige dood beschouwt als het normale lot van de mens.
86.
De mens kwam uit de hand van Zijn Schepper in een perfekte en schone vorm, en zo bekleed met levenskracht dat het meer dan duizend jaar duurde vooraleer zijn verdorven eetlust en passies en algemene overtredingen van de fysische wet een weerslag hadden op een voelbare wijze op het menselijke ras. De meer recente generaties hebben de nood van gebrekkigheid en van ziekte steeds vlugger en heviger voelen drukken bij iedere opeenvolgende generatie. De levenskrachten zijn grotelijks verzwakt door toegeven aan eetlust en lustvolle passies.
De patriarchen van Adam tot Noah, op weinig uitzondering na, leefden bijna duizend jaar. Sinds de dagen van Noah werd de levenslengte beknot. Dezen, die onderhevig waren aan ziekte werden bij Christus gebracht van de stad of bewoond centrum, opdat Hij ze zou genezen. En de ziekte is steeds in stijgende lijn gegaan bij de opeenvolgende generaties sinds die tijd. Door voortdurende overtreding van de levenswetten, is de sterfte gestegen in een verschrikkelijke uitbreiding. De levensjaren van de mens zijn verkort, zodat het huidig geslacht ten grave gaat even vbór de leeftijd, waarop deze die de eerste duizend jaar leefden, tot de graad van ontwikkeling gekomen waren.
Ziekte is overgedragen geworden van ouders tot kinderen, van generatie tot generatie. Kinderen in de wieg zijn erbarmelijk aangetast tengevolge van de zonden van hun ouders, welke hun levenskrachten verminderd hebben. Hun slechte gewoonten van eten en kleden, en hun algemene losbandigheid, wordt erfelijk op hun kinderen overgedragen. Velen worden ongezond, misvormd, blind, doof geboren en een groot gedeelte zijn verstandelijk ontoereikend. De vreemdsoortige afwezigheid van princiepen, die eigen is aan deze generatie, en die tot uiting komt in het niet in acht nemen van de wetten van leven en gezondheid, is verbazend. Onwetendheid overheerst op dit gebied, terwijl het licht overal rondom hen schijnt. Voor de meesten is hun angstvolle vraag: Wat zal ik eten? Wat zal ik drinken? En met wat zal ik mij kleden? Niettegenstaande alles, wat gezegd geweest is en geschreven, hoe wij ons lichaam zullen behandelen, is de eetlust de grootste wet, die de man en de vrouw over het algemeen beheerst.
De morele krachten zijn verzwakt omdat de mens niet wil leven in gehoorzaamheid aan de gezondheidswetten en van dit groot onderwerp zijn persoonlijke plicht maken.
Ouders dragen aan hun nazaat hun eigen verdorven gewoonten over, en walgelijke ziekten verderven het bloed en verslappen het brein. Het merendeel van de mannen en vrouwenverblijven in onwetendheid nopens de wetten van hun wezen, en geven toe aan eetlust en passies ten nadele van het verstand en de moraal, en schijnen in onwetendheid te blijven nopens de gevolgen van hun overtreding van de natuurwetten. Ook geven ze toe aan de ontaarde eetlust door het gebruik van trage vergiften, die het bloed verderven en de zenuwkrachten ondermijnen, en als gevolg op hen ziekte en dood veroorzaken. Hun vrienden noemen de resultaten van zulk een verloop de beschikking van de Voorzienigheid. Daarin beledigen zij de Hemel. Zij kwamen in opstand tegen de natuurwetten en ondervonden de straf na het zo misbruiken van haar wetten. Lijden en dood overheersen nu overal, vooral onder kinderen. Hoe groot is het onderscheid tussen deze generatie en deze die leefden na de eerste duizend jaar van de wereldgeschiedenis. BT 138.
VERS 18 - 24. ENOCH WAS EEN HEILIGE MAN.
Hij diende God met een oprecht hart. Hij vergewiste zich nopens de verdorvenheden van het menselijk geslacht en scheidde zich af van de nakomelingen van Kain en berispte hen wegens hun zondigheid. Er waren er op de aarde, die God erkenden, die Hem vreesden en aanbaden. Aldus was de rechtvaardige Enoch zo gekweld bij het zien van de stijgende zondigheid van de goddelozen, dat hij niet dagelijks met hen wilde in aanraking komen, uit vrees, dat hij door hun trouweloosheid zou besmet worden en dat zijn gedachten niet altijd God zouden in acht nemen met diezelfde eerbied welke Zijn verheven karakter vergde. Zijn ziel was geërgerd als hij dagelijks getuige was van hun vertrappen van de autoriteit van God. Hij verkoos van hen gescheiden te zijn en bracht veel van zijn tijd door in eenzaamheid, welke hij toewijdde aan overweging en gebed. Hij verbeidde in de tegenwoordigheid van God en bad om Zijn wil volmaakter te kennen, opdat hij deze zou kunnen volbrengen. God was in verbinding met Enoch door Zijn engelen en gaf hem goddelijke onderrichtingen. Hij liet hem weten dat Hij niet altoos geduld zou hebben met de mens in zijn opstandigheid; dat Zijn doel was het zondig ras uit te roeien door een vloed van wateren op de aarde te brengen. De reine en liefelijke hof van Eden, waaruit onze eerste ouders verdreven werden, bleef bestaan tot God besliste de aarde te vernietigen door een vloed. God had deze hof geplant en zegende hem op een speciale wijze, en in Zijn wonderlijke Voorzienigheid, nam Hij hem weg van de aarde, en wil hem terug aan de aarde schenken heerlijker versierd dan hij was vóór dat hij van de aarde weggenomen was. De Heer openbaarde meer tenvolle aan Enoch het plan van verlossing, en door de Geest van Profetie voerde Hij hem bij de generaties, die zouden leven na de zondvloed, en toonde hem de grote gebeurtenissen, die in verband staan met de tweede komst van Christus en het einde van de wereld. ( Judas vers 14) Enoch was verward in verband met de dood. Het scheen hem alsof de rechtvaardigen en de zondigen tesamen naar het stof moesten terugkeren, en dat dit hun einde zou zijn. Hij kon niet duidelijk het leven van de rechtvaardigen aanschouwen langs de andere kant van het graf. In profetische visioenen werd hem onderricht gegeven in verband met de Zoon van God, die moest sterven, als offer voor de mens, en hem werd de komst van Christus getoond in de wolken des hemels, bijgestaan door het engelenheir, om levente geven aan de rechtvaardige doden en hen vrij te kopen uit hun graven. Hij zag ook de verdorven toestand van de wereld ten tijde van de tweede komst van Christus - dat er een grootsprakerige, aanmatigende, eigenzinnige generatie zou bestaan, opgesteld in rebellie tegen de wet van God en de ene ware God ontkennend en ook de Heer Jezus Christus, en trappend op Zijn bloed en Zijn verzoening misprijzend. Hij zag de rechtvaardigen in heerlijkheid gekroond met de glorie en eer, terwijl de zondigen gescheiden werden van de tegenwoordigheid van God en door vuur verteerd werden.
Enoch verhaalde getrouwvol aan het volk alles wat God hem geopenbaard had door de Geest van Profetie. Sommigen geloofden zijn woorden en keerden zich af van hun zondigheid om God te vrezen en te aanbidden. Story of Redemption 57 - 58 - 59. 87.
VERS 21 - 22.
De bevindingen van Enoch en Johannes de Doper tonen ons aan wat de onze zouden moeten zijn. Veel meer dan wij het doen is het nodig dat wij het leven van deze mannen bestuderen, hij, die opgenomen was ten hemel zonder de dood te zien; en hij die, vbbr de eerste komst van Christus, geroepen was om de weg van de Heer te bereiden, om Zijn paden effen te maken.
De bevinding van Enoch.
Van Enoch is geschreven, dat hij zeven en zestig jaar leefde en een zoon verwekte; daarna wandelde hij driehonderd jaar met God. In de eerste jaren van zijn leven had Enoch God bemind en gevreesd en had Zijn geboden onderhouden. Na de geboorte van zijn zoon bereikte hij een hogere belevenis; hij kwam in nauwer gemeenschap met God. Als hij de liefde van het kind voor zijn vader zag, zijn eenvoudig vertrouwen in zijn bescherming; als hij de verrijkende genegenheid voelde van zijn eigen hart voor dat eerst geboren kind, leerde hij een kostbare les van de wonderbare liefde van God voor de mens in het geven van Zijn Zoon, en het vertrouwen, dat de kinderen van God kunnen stellen in hun Hemelse Vader. De oneindige onvermoeibare liefde van God door Christus, werd het onderwerp van Zijn overwegingen dag en nacht. Met al de vurigheid van zijn ziel zocht hij om deze liefde te openbaren tot de mensen in wiens midden hij leefde.
Enoch's wandel met God was geen vervoering of een visioen, maar bestond in het vervullen van de plichtenvan zijn dagelijks leven. Hij werd geen eremijt, zich volledig terugtrekkend van de wereld; want hij had een werk te doen in de wereld voor God. Hij was de standvastige onwankelbare dienaar van God in zijn familie, in zijn omgang met de mensen, als echtgenoot en vader, als vriend, als burger. Temidden van een leven van aktief werken, behield Enoch zijn vereniging met God. Hoe groter en meer dringend zijn werk was, hoe meer onophoudelijk en ernstig zijn gebed was. Hij ging verder met zich op zekere perioden af te zonderen van alle gemeenschap. Na een zekere tijd bij het volk te hebben verbleven, werkend om hen ten zegen te zijn door onderwijs en voorbeeld, wilde hij zich terugtrekken, om een periode in eenzaamheid door te brengen, hongerig en dorstend naar deze goddelijke kennis, die God alleen ons kan mededelen. Door aldus met God te communieren, kwam Enoch er meer en meer toe om het beeld van God te weerspiegelen. Zijn aangezicht was bestraald met een heilig licht, hetzelfde licht dat uitging van het gezicht van Jezus. Als hij terugkeerde van deze goddelijke vereniging, beschouwden zelfs de goddelozen met eerbied de stempel van de hemel op zijn uiterlijk.
Zijn geloof groeide tot kracht, zijn liefde werd vuriger, hoe meer de eeuwen vorderden. Voor hem was het gebed de adem van de ziel. Hij leefde in de atmosfeer van de hemel.
Als de gebeurtenissen van de toekomst voor zijn gezicht opgesteld werden, werd Enoch een prediker van gerechtigheid, Gods boodschap uitdragend aan allen, die de woorden van vermaning wilden aanhoren. In het land, waar Kain gezocht had te vluchten van voor het aangezicht van God, maakt de profeet van God de wonderbare toekomstbeelden bekend, die hem in visioen voorbijgekomen waren. "Zie", verklaarde hij, "De Here is gekomen met Zijn heilige tienduizenden, om over allen de vierschaar te spannen en alle goddelozen te straffen voor al hun goddeloze werken, die zij goddeloos bedreven hebben". De macht van God, die werkte doorheen Zijn dienaar werd gevoeld door allen die hem aanhoorden. Sommigen gaven gehoor aan de vermaningen en gaven hun zonden op; maar de menigten spotten met de plechtige boodschap. De dienaren van God moeten een gelijkwaardige boodschap dragen naar de wereld in de laatste dagen, en deze zal ook ontvangen worden met ongeloof en spot door de meerderheid. Met de jaren groeide dieper en dieper de afgrond van de menselijke schuld, donkerder en donkerder verzamelden zich de wolken van het oordeel Gods. Toch bleef Enoch, de getuige van geloof, op zijn weg, vermanend, pleitend en onderrichtend, pogend de vloed van schuld terug te wenden, en de golven van wraak te stoppen.
De mensen van deze generatie spotten met de dwaasheid van hem, die geen goud en zilver zoekt te verzamelen, of die hier bezittingen zoekt op te bouwen.
Maar Enoch's hart was gericht op eeuwige schatten. Hij had opgezien naar de hemelse stad. Hij had de Koning in Zijn glorie gezien in het midden van S ion. Hoe groter de bestaande ongerechtigheid was, hoe ernstiger was zijn verlangen naar het huis van God. Ofschoon altijd nog op de aarde, verbleef hij in geloof in het koninkrijk van licht.
"Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien". Math. 5 - :8. Gedurende drie honderd jaar was Enoch op zoek geweest naar de reinheid des harten, opdat hij mocht in harmonie zijn met de hemel. Drie eeuwen had hij met God gewandeld. Dag na dag had hij verlangd naar een diepere eenheid; de verenigingwas dichter en dichter gegroeid, tot God hem met Zich nam. Hij had op de drempel van de eeuwige wereld gestaan, nog slechts één stap lag er tussen hem en het land van de zaligen; en nu gingen de poorten open, de wandel met God zolang volgehouden op de aarde, ging verder, en hij ging door de poorten van de eeuwige ' stad, - de eerste onder de mensen om daar binnen te gaan.
"Door het geloof is Enoch weggenomen geweest, opdat hij den dood niet zou zien; ... want voor zijne wegneming heeft hij getuigenis gehad, dat hij Gode behaagde". Hebr. 11 : 5.
GOD ROEPT ONS TOT ZULK EEN VERENIGING.
De heiligheid van karakter van dezen, die zullen vrijgekocht worden uit mensen bij de tweede komst van Christus, moet deze van Enoch evenaren. Gospel Workers. 51 - 54.
VERS 21 - 24.
Wij moeten geen scholen oprichten van scholastische filosofie of voor zogezegde "hogere opvoeding". Onze grootheid bestaat hierin, dat wij God eren in de praktische bevindingen van iedere dag van ons leven. Wij moeten met God wandelen, opdat Hij in onze harten moge wonen en in onze huisgezinnen". Test. 8 : 305.
88.
VERS 22.
De geneesheer moet zoals Enoch een man zijn, die met God wandelt. Dat zal voor hem een beveiliging zijn tegen al de misleidende, verderfelijke gevoelens, die van zovelen, ontrouwen en sceptici maken. De waarheid van God, die in het leven wordt toegepast, en een bestendige leidsman is in alles, wat de anderen aangaat, zal de ziel barricaderen met hemelse princiepen. God zal niet onwetend zijn nopens de moeilijkheden om de waarheid te behouden. Als wij ieder woord, dat uit de mond van God komt boven werelds overleg, boven al de beweringen van dwalende, feilbare mensen stellen, dan zullen wij geleid worden tot alle goed en op de heilige weg.
De christelijke geneesheer, wanneer hij de waarheid aanneemt bij het doopsel, heeft zich verbonden om Christus, de opperste Geneesheer voor te stellen Counsels to Parents, Teachers and Students. 487. "Als Gods geboden houdend volk moeten wij de steden verlaten. Zoals Enoch deed moeten wij in de stad werken maar er niet in verblijven. - Manuscript 85, 1899.
"Als ongerechtigheid overheerst in een land, moet er altijd een stem gehoord worden, die vermaning en inlichtingen geeft, als de stem van Lot gehoord werd in Sodoma. Toch had Lot zijn familie kunnen beschermen van alle kwaad, had hij zijn huis niet gemaakt in deze verdorven gepolueerde stad. Alles wat Lot en zijn familie deden in Sodoma, kon door hen gedaan worden, evengoed als zij in een plaats verbleven, verwijderd van de stad. Enoch wandelde met God, en hij leefde niet in het midden van enige gepolueerde stad, met alle soort van geweld en verdorvenheid, zoals Lot wel deed in Sodoma. - Manuscript 94, 1903. Evangelisme 77 - 78.
Ik wenste, dat ik iedere werker voor Gods zaak op het hart kon drukken, hoe noodzakelijk het is van bestendig en ernstig te bidden. Zij kunnen niet onophoudelijk op de knieen gaan, maar zij kunnen hun harten tot God verheffen. Dat is de wijze waarop Enoch met God wandelde. Evangelisme 681. Rev. Her. 1885. "De ziel, die spreekt met God doorheen de Schrift, die bidt om licht en de deur van zijn hart opent voor de Heiland, zal geen slechte verbeeldingen hebben, geen wereldse beramingen, of ambitieuse lust naar eer of onderscheiding op geen enkel punt. Hij die de waarheid zoekt als een verborgen schat, zal die vinden in Gods middelen van verbinding met de mens, Zijn Woord. David zegt: "De opening uwer woorden geeft licht, de eenvoudigen verstandig makende" Ps. 119 : 130. Hier wordt niet gesproken van deze die zwak zijn van' verstand, maar van deze, welke ook hun positie weze, een waar besef hebben van hun nood aan onderhoud met God zoals Enoch deed. Het Woord van God zal de geest veredelen, en de mens heiligen, hem in staat stellend, een medewerker te worden van goddelijke machten. De hoge standaard van Gods Heilige Wet zal voor hen van grote betekenis zijn, als zijnde een maatstaf van al zijn levenspraktijken. Het zal heiligheid betekenen, wat volmaaktheid is voor God. Medical Ministry 124.
PP. ( 92 )
SC. ( 103 )
"Wij leven in een verdorven tijd. De gevaren van de laatste dagen groeien aan rondom ons. Omdat ongerechtigheid overheerst, verkoelt de liefde van velen. Enoch wandelde driehonderd jaar met God. Nu lijkt de kortheid van de tijd ons aan te sporen als een beweegreden om de gerechtigheid te zoeken. Zou het nodig zijn dat de verschrikkingen van de dag van God voor onze ogen gehouden worden, om ons aan te zetten tot rechte daden? Het geval van Enoch is voor ons. Honderden jaren wandelde hij met God. Hij leefde in een verdorven tijd, als morele bevuiling rondom hem overheerste; toch oefende hij zijn geest tot godsvrucht tot de liefde voor de reinheid. Zijn spreken was gericht naar hemelse dingen. Hij voedde zijn geest op om op deze lijnte lopen, en hij droeg de stempel van het goddelijke. Zijn gezicht was verlicht met de glans, die op het aangezicht van Jezus scheen. Enoch had evengoed bekoringen als wij. Hij was omgeven van een gemeenschap, die de gerechtigheid niet minder genegen was als deze, die ons nu omgeeft. De atmosfeer, die hij inademde was bevlekt met zonde en verderf, dezelfde als de onze; toch leefde hij een leven van heiligheid. Hij was onbevlekt door de zonde, die toen in zijn tijd overheerste. Zo kunnen ook wij rein en onverdorven blijven. Hij was een toonbeeld voor de heiligen, die leven te midden van de gevaren en verderven van de laatste dagen. Voor zijn geloofsvolle gehoorzaamheid aan God werd hij levend opgenomen. Zo, aldus zullen de gelovigen, die in leven zijn en blijven, levend opgenomen worden. Zij zullen weggenomen worden vaneen verdorven wereld naar de reine vreugden van de hemel. Testimonies 2 : 121 - 122.
"God stelde mij de hinderpalen voor opdat gij het nobel verheven karakter van heiligheid zoudt kunnen winnen, dat nodig is voor u om te bezitten, opdat gij de hemelse rust en onsterfelijke heerlijkheid, welke Hij begeert dat gij ze zoudt bereiken, niet zoudt verliezen.
Trek uw aandacht van uzelf weg en richt ze tot Jezus. Hij is alles en in allen. De verdiensten en het bloed van een gekruisigde en verrezen Christus zullen baten om te reinigen van de laatste en grootste zonde. Uw vertrouwen stellend op geloof, bindt het behoeden van uw ziel aan God als aan een betrouwbare Schepper. Wees niet bestendig bevreesd en bezorgd, dat God u zou kunnen verlaten. Hij zal dat nooit doen tenzij gij van Hem weggaat. Christus zal komen met u wonen, als gij de deur van uw hart voor Hem wilt openen. Er zal volmaakte harmonie zijn tussen u en de Vader en de Zoon als gij wilt sterven aan uzelf en leven voor God.
Hoe weinigen zijn er zich van bewust dat zij geliefde afgoden (dwaalbegrippen) hebben, dat zij gekoesterde zonden hebben! God ziet deze zonden, waarvoor gij verblind zijt, en Hij werkt met Zijn snoeimes om diep te griffen en om deze geliefde zonden van u te scheiden. Gij wilt allen voor uzelf het verloop van reiniging uitstippelen. Hoe zwaar is het voor u zich te onderwerpen tot de kruisiging van het eigen ik. Maar als het ganse werk aan God wordt onderworpen, aan Hem, die uw zwakheid en zondigheid kent, dan kiest Hij de beste weg om de gewenste uitslagen te verwezenlijken. Het was door bestendige strijd en eenvoudig geloof, dat Enoch wandelde met God. Gij kunt allen hetzelfde doen. Gij kunt tenvolle bekeerd zijn en omgevormd, en in werkelijkheid kinderen van God zijn, niet alleen zich verheugende in de kennis van Zijn wil, maar, door uw voorbeeld, anderen leidend in hetzelfde pad van nederige gehoorzaamheid en toewijding.
Ware godsdienst verspreidt zich en is mededeelbaar. Psalm 40 : 10. Waar de liefde van God is, daar is ook altijd een begeren om haar uit te drukken.
Mocht God u allen helpen om ernstige inspanningen te doen om eeuwig leven te bekomen en om anderen op het pad van heiligheid te brengen". 3 Test. 543.
"De Vader, die de "huisband" is van de familie, zal zijn kinderen aan de troon van God binden door levend geloof. Zijn eigen kracht wantrouwend, hangt hij zijn hulpeloze ziel aan Jezus, en neemt houvast aan de kracht van de Allerhoogste. Broeders, bidt thuis, in uw familie, nacht en morgen; bidt ernstig in uw binnenkamer; en wanneer gij bezig zijt met uw dagelijkse bezigheden, verhef uw ziel in gebed tot God. Het was op deze wijze dat Enoch met God wandelde. Het stille, vurige gebed van de ziel zal opstijgen gelijk heilige wierook tot bij de troon van genade en zal evenzo aanvaardbaar zijn voor God alsof het geofferd werd in het Heiligdom. Voor allen die Hem op deze wijze zoeken, wordt Christus een tegenwoordige hulp in tijd van beproeving. Het Woord van God is een lamp voor uw voeten een een licht op uw pad. "Ik berg uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige". Het hart, dat zich bezighoudt met het Woord van God is gesterkt tegen de Satan. Dezen, die Christus als een dagelijkse gezel en intieme vriend maken zullen voelen dat de machten van een ongeziene wereld overal rondom hen zijn. En door op Jezus te zien zullen zij omgevormd worden tot de goddelijke gelijkenis. Hun karakter wordt verzacht, verfijnd en veredeld, gereed voor het hemels koninkrijk". Test. 4 : 616.
Abstrakte meditatie is niet voldoende; drukke bezigheid is niet voldoende, beide zijn noodzakelijk voor het vormen van een christelijk karakter. Kracht, bekomen in ernstig verborgen gebed, bereidt ons om de aanlokkingen van de societeit te weerstaan. En toch zullen wij ons niet uitsluiten van de wereld, onze christelijke bevinding moet het licht van de wereld zijn. Het gezelschap van de wereld zal ons niet schaden, als wij ons met hen vermengen met het doel om hen met God te verbinden en wij zullen geestelijk sterk genoeg zijn om aan hun invloed te weerstaan.
Christus kwam naar de wereld om haar te redden, om de gevallen mens met de oneindige God te verbinden. Christusvolgelingen moeten kandelaars zijn van licht. Verbinding houdend met God, moeten zij aan dezen, die in duisternis zijn en dwaling de uitgelezen zegeningen overdragen, die zij van de hemel ontvangen. Enoch werd niet besmet met de ongerechtigheden, die overheersten in zijn tijd, waarom zouden wij bevlekt worden in onze tijd? Maar wij moeten gelijk onze Meester medelijden hebben met het lijdende mensdom, de minder bedeelden beklagen, en een milde tegemoetkoming betuigen voor de gevoelens en de behoeften van de nooddruftigen, de verwarde en de wanhopigen. Test. 5 : 113.
24. Karaktervorming: blz. Education 127.
Eerste Geschriften : blz. 35 en 36.
Grote Strijd : blz. 349.
Gedachten van de berg der Zaligsprekingen blz. 35.
Profeten en Koningen: blz. 388.
Schreden naar Christus:
"Enoch groeide meer en meer naar de hemel, gezien hij in verbinding was met God. Zijn gezicht straalde een heilig licht uit, dat op zijn aangezicht bleef terwijl hij dezen onderwees, die wilden luisteren naar het woord van wijsheid. Zijn hemelse en waardige verschijning vervulde het volk met ontzag. De Heer beminde Enoch omdat Hij hem standvastiglijk volgde en omdat hij ongerechtigheid verafschuwde en omdat hij ernstig zocht naar hemelse wijsheid, opdat hij Zijn wil volmaakt zou kunnen volbrengen. Hij verlangde zich meer en meer met God te verenigen die hij vreesde, eerde en aanbad. God liet niet toe dat Enoch zou sterven zoals andere mensen, maar zond Zijn engelen om hem ten hemel op te nemen zonder de dood te zien.
In de tegenwoordigheid van de rechtvaardigen en van de verdorvenen, was Enoch van hen weggenomen. Deze die hem beminden, dachten, dat God hem gelaten had in een van zijn geliefde plaatsen van terugtrekking, maar na hem zorgvuldig gezocht te hebben, en onbekwaam hem te vinden, verhaalden zij dat hij niet meer was, want God nam hem weg.
Hier geeft de Heer ons een les van het grootste belang, door de opneming van Enoch, een afstammeling van de gevallen Adam, namelijk, dat allen zullen beloond worden, die door geloof zich steunen op het beloofde Offer en getrouwvol Zijn geboden gehoorzamen. Twee klassen worden hier weer voorgesteld, die moeten bestaan vooraleer Christus voor de tweede maal komt - de rechtvaardigen en de goddelozen, de opstandigen en de getrouwen. God zal de rechtvaardigen gedenken, die Hem vrezen. Op de rekening van Zijn dierbaren Zoon wil hij hen respecteren en eer geven en het eeuwig leven schenken. Maar de verdorvenen, die op Zijn gezag trappelen, zal Hij afsnijden en van de aarde verdelgen, en het zal zijn alsof zij niet geschapen waren.
Na de val van Adam gekomen uit een staat van volmaakt geluk tot een toestand van ellende en zonde, was
er gevaar dat de mens ontmoedigd zou worden en op onderzoek zou uitgaan, "wat gewin geeft het dat wij zijn geboden onderhouden en dat wij in rouw gaan voor het aangezicht van de Here de heerscharen?" Mal. 3 : 14. , sinds wanneer een vloek op het mensenras rust en de dood het lot is van ons allen? Maar de onderrichtingen, die God aan Adam gaf, en die door Set herhaald werden en tenvolle in voorbeeld omgezet worden door Enoch klaren het duister op en geven hoop aan de mens, dat, als er door Adam dood kwam
dat door Jezus, de beloofde Verlosser, leven en onsterfelijkheid zou komen. In het geval van Enoch werden de moedeloze gelovigen aangetoond, dat, alhoewel levend onder een verdorven en zondig volk, dat in openlijke en gewaagde opstand leefde tegen God, hun Schepper, zij toch, indien zij Hem wilde gehoorzamen en geloof hebben in de beloofde Verlosser, zij toch gerechtigheid konden doen, gelijk de gelovige Enoch, toch konden door God aanvaard worden en eindelijk verheven tot Zijn hemelse troon. Enoch, die zich van de wereld afscheidde, en een groot deel van zijn tijd in gebed en vereniging met God doorbracht, vertegenwoordigt Gods trouwe volk in de laatste dagen, dat wil gescheiden zijn van de wereld. Ongerechtigheid zal overheersen tot een hoge mate op de aarde. De mens zal zich overgeven om iedere inbeelding van zijn verdorven hart te volgen en om zijn verdorven filosofie uit te werken en opstandig te 90.
zijn tegen de autoriteit van de hoge hemel.
Gods volk zal zich afscheiden van de onrechtvaardige praktijken van deze, die rondom hen zijn en reinheid zal nastreven van gedachten en heilige overeenstemming met Zijn wil tot Zijn heilig beeld in hen zal weerspiegeld zijn. Gelijk Enoch, zullen zij passend zijn voor opneming ten hemel. Terwijl zij pogen om de wereld te onderrichten en te waarschuwen, zullen zij niet gelijkvormig worden aan de geest en de gewoonten van de ongelovigen maar zullen hen veroordelen door hun heilige gesprekken en vroom voorbeeld. Enoch's opneming ten hemel juist vbór de vernietiging van de wereld door een vloed, is een afbeelding van de ten hemel opneming van de aarde van al de levende rechtvaardigen vóór haar vernietiging door vuur. De Heiligen zullen verheerlijkt worden in de tegenwoordigheid van dezen, die hen gehaat hebben voor hun trouwe gehoorzaamheid aan Gods rechtvaardige geboden. The Story of Redemption 59 - 60 - 61. "Als de Christen bedienaar de gouden olie ontvangt, heeft hij leven; en daar waar leven is, daar is er geen stilstand, geen kwijnende bevinding. Daar is bestendige groei naar de volle beeltenis van Christus Jezus. Als wij een diepe groeiende ondervinding hebben van de hemelse dingen, wandelen wij met de Here, zoals Enoch deed. In plaats van toe te geven aan de verleidingen van Satan, is er meer bidden in ernst om de hemelse zalving, opdat wij het rechte, dat wat uit de hemel geboren is, mogen onderscheiden van het ge wone. Testimonies to Ministers en Gospel Workers blz. 338 - 39.
Dan, is Christus onze persoonlijke Verlosser? Wij dragen in ons lichaam het sterven van de Heer Jezus, die leven is en redding en gerechtigheid voor ons. Waar wij ook gaan, daar is herinnering van Iemand Die dierbaar is voor ons. Wij verblijven in Christus door een levend geloof. Wij hebben het gezelschap van de goddelijke tegenwoordigheid, en als wij ons van deze tegenwoordigheid bewust maken, worden onze gedachten in gevangenschap gebracht aan Jezus.
Onze spirituele oefeningen zijn in overeenstemming met de levendigheid van ons besef van dit gezelschap. Op deze wijze wandelde Enoch met God; en Christus is in ons hart door het geloof als wij willen in achtnemen wat Hij voor ons betekent, en welk een werk Hij voor ons uitgewerkt heeft in het plan van Verlossing. Wij zullen het gelukkigst zijn door een besef in ons te ontwikkelen van deze grote gave van God voor onze wereld en voor ons persoonlijk. Ik wil in uw verstand prenten dat gij altijd een goddelijke gezel met U kunt hebben, als gij het maar wilt. "Welken gemeenschappelijken grondslag heeft de tempel Gods met afgoden? Wij toch zijn de tempel van de levende God, gelijk God gesproken heeft: Ik zal onder hen wonen en wandelen, en ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn " 2 Cor. 6 : 16.
Als de gedachten op Christus gevestigd zijn, wordt het karakter gevormd naar het goddelijke beeld. De gedachten worden vervuld met een besef van Zijn goedheid, Zijn liefde. Wij beschouwen Zijn karakter, en zo is Hij in al onze gedachten. Zijn liefde omsluit ons. Als wij een ogenblik staren in de zon in haar middagglorie, en als wij onze ogen afwenden, dan zal het beeld van de zon verschijnen op alles waarop wij kijken. Zo is het al wij Jezus beschouwen; alles waarop wij kijken weerkaatst Zijn beeld, De Zon van Gerechtigheid. Wij kunnen niet anders zien over geen ander ding spreken. Zijn beeld is geprent op het oog van de ziel en beinvloed elk onderdeel van ons dagelijks leven, onze ganse natuur verzachtend en onderwerpend. Door beschouwing, worden wij omgevormd tot de goddelijke gelijkenis, namelijk tot de gelijkenis van Christus. Aan allen, waarmede wij omgaan, weerspiegelen wij de klare en aanmoedigende stralen van Zijn gerechtigheid. Ons karakter wordt omgevormd; want hart ziel en geest worden opgehelderd door de weerspiegeling van Hem, die ons bemint en Zichzelf gaf voor ons. Hier nogmaals is er de verwezenlijking van een persoonlijk, levende invloed, die in ons hart is door het geloof.
Testimonies to Ministers and Gospel Workers. 388 - 89.
"Laat onze tijdschriften gewijd zijn aan het publiceren van levende, ernstige dingen. Laat ieder artikel vervuld zijn met praktische verheffende, veredelende gedachten, gedachten, die aan de lezer hulp, licht en kracht geven.
Familiegodsdienst, familieheiligheid, moet nu in eer gehouden worden zoals nooit tevoren. Als ooit een volk behoefde te wandelen voor God alsEnoch dat deed, dan hoeven zevende dags Adventisten dit nu te doen, hun rechtzinnigheid uitend door reine woorden vol van sympathie, tederheid en liefde. Er zijn tijden, dat er woorden van vermaning en berisping moeten gesproken worden. Deze, die van de rechte weg af zijn, moeten wakker geschud worden opdat zij hun gevaar zouden zien. Een boodschap moet gegeven worden, die hen zal doen schrikken van hun verdoving, die hun zinnen bindt. Laat de boodschap van waarheid, gelijk een scherp, tweesnijdend zwaard zijn weg banen tot de harten. Doet oproepen, die de zorgelozen zal opschrikken en dwaze, dolende geesten zal tot God brengen.
De aandacht van het volk moet getrokken worden. Onze boodschap is een roep van leven tot leven of van dood tot dood. Het lot van de zielen staat op het spel. Menigten staan op het punt van te beslissen. Er zal een stem gehoord worden , die roept: "Indien de Here God is, volgt Hem na; maar indien het de Baal is, volgt hem na". 1 Kon. 18 - : 21. Test. 7. 155.
VERS 1.
Zo is iedere ziel hoe ook ontaard in Gods oog, aanzien als waardevol. Zoals het geldstuk het beeld en het onderschrift draagt van de regerende koning, zo droeg de mens bij de schepping het beeld en het handteken van God; en ofschoon veraard en verduisterd door de invloed van de zonde, zijn de overblijfsels van deze inscriptie overgebleven ... God wenst deze ziel te herwinnen en op haar Zijn eigen beeld te herschrijven in gerechtigheid en heiligheid.
Christ Object Lessons. 194.
"Vanaf het begin van de ontwaking van de rede zou de menselijke geest moeten wijs gemaakt worden in verband met de fysische struktuur. Hier heeft God een specimen gegeven van Zichzelf; want de mens was gemaakt naar de gelijkenis van God. Het is het specifiek werk van Satan van het morele beeld van God in de mens te vernietigen. Hij wil van de intelligentie van de mens, zijn hoogste en edelste gift, de meest vernietigende agent maken om met zonde te bevuilen alles, wat hij aanraakt. Medical Ministry 221. 91.
Niet Enoch, die opgenomen werd ten hemel, noch Elia, die opsteeg in een vurige wagen waren groter dan Johannes de Doper, die alleen omkwam in een gevang. "Want aan u is de genade verleend voor Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden in denzelfden strijd, dien gij eens van Mij hebt gezien en nu van Mij hoort".
En van al de giften„ die de Hemel ons kan schenken, is volgelingschap met Christus in Zijn lijden de gewichtigste in vertrouwenstelling en de hoogste eer.
Desire of Ages 224 - 25.
"Bij Hem stonden twee hemelse wezens in innig gesprek met Hem. ( op de berg van transfiguratie) Het waren Mozes, die op de berg Sinai met God gesproken had; en Elia, aan wie het hoge voorrecht gegeven geweest was - alleen aan slechts één andere zoon van Adam geschonken - van nooit onder de macht van de dood te komen".
Idem 421.
"De Heer zal ons onze plicht onderwijzen juist zo gewillig als Hij al het andere wil doen. Als wij Hem naderen in geloof, zal Hij ons Zijn geheimen spreken persoonlijk. Onze harten zullen branden binnen in ons, als de ENE dichter bij ons komt om met ons te verenigen zoals Hij het deed met Enoch. Deze, die beslissen van niets te doen in geen enkel opzicht, dat God kan mishagen, zullen weten, na hun geval aan God te hebben voorgelegd, juist welke richting zij moeten volgen. En zij zullen niet alleen wijsheid ontvangen maar kracht. Macht om te gehoorzamen, voor dienstbaarheid, zal hen medegedeeld worden, zoals Christus beloofd heeft.
Alles, wat aan Christus gegeven geweest is - de "alle dingen" om te voorzien voor het gevallen mensdomwas Hem gegeven als het hoofd en de vertegenwoordiger van de mensheid. En "zoo wat wij bidden, ontvangen wij van Hem, dewijl wij Zijne geboden bewaren en doen hetgeen behagelijk is voor Hem". 1 Joh. 3:22. Desire of Ages. 668.
Profeten en Koningen 388. Pr. and Kings 486. Idem 566. Idem 700.
"De tijdingen van hoop en vreugde moeten komen van de hemel. Leer, o, leer van Jezus, wat het betekent met Christus te verblijven! !
Als de Christene bedienaar de gouden olie ontvangt, dan heeft hij leven; en waar er leven is, daar is geen stagnatie, geen kwijnende bevinding. Er is bestendig groeien naar de beeltenis van Christus. Als wij een diepe, groeiende bevinding hebben in hemelse dingen, dan wandelen wij met de Heer zoals Enoch het deed. In plaats van toe te geven aan de voorstellen van Satan, is er meer ernstig bidden voor de hemelse zalving, opdat wij het juiste, het uit de hemel geborene mogen onderscheiden van het gewone. Als wij strijden langs de kant van de machtige Ene, dan zijn wij aan de zijde, die ten laatste zal winnen. Aan het einde zullen wij overwinnen. Het grootste werk, de meest gevaarlijke gebeurtenissen staan voor ons. Wij moeten het dodelijk konflikt mede maken. Zijn wij ervoor gereed? God spreekt nog steeds tot de mensenkinderen. Hij spreekt op verschillende wijzen. Zullen wij Zijn stem horen? Zullen wij onze handen in confidentie in de Zijne leggen en zeggen: "Leid mij, bestuur mij"? Er is waardeloze godsdienst in overvloed, maar er is niets zo als waardeloos christendom. Het eigen ik kan voorkomen in valse godsdienst, maar het kan niet voorkomen in christelijke bevinding. Test. Min. 338 - 39. "Zal de mens, die niet wandelde met God zoals Enoch, maar die wandelde aan de zijde van Satan, luisterend naar zijn voorstellen en gehoorzamend aan zijn verleidingen, hierdoor zijn eigen ziel en de zielen waarvoor Christus gestorven is, in gevaar brengend, met het doel de vleselijke geest te voldoen, genadigheid schenkend aan de zonde door zijn voorbeeld - zal zulk een man gevonden worden bij de overwinnaars ?" Idem 429.
VERS 25 - 27.
"Methusalah, de grootvader van Noah leefde tot op het jaar zelf van de zondvloed en er waren anderen, die de prediking van Noah geloofden, en hem medehielpen in het bouwen van de ark, die stierven voor de wateren van de vloed op de aarde kwamen". Story of Redemption 63.
VERS 22 - 24.
Wij zouden moeten weten wat wij doen moeten om gered te worden. Wij zullen niet meedrijven met de algemene zienswijze, broeders en zusters, ons werk nu is uit de wereld te treden en afgescheiden te zijn. Dat is de enige weg om er toe te komen om met God te wandelen, zoals Enoch deed. Goddelijke invloeden waren bestendig werkzaam met zijn menselijke inspanningen. Gelijk hij, zijn wij geroepen een sterk, levendig en werkend geloof te bezitten, en dat is de enige weg, waardoor wij medearbeiders kunnen worden met God. Wij moeten de voorwaarden tegemoet komen, die neergelegd zijn in het Woord Gods, ofwel moeten wij sterven in onze zonden. Wij moeten weten welke morele veranderingen hoogst belangrijk zijn, die moeten aangebracht worden in onze karakters, door de genade van Christus, opdat wij mogen klaar gemaakt worden voor de verblijfplaatsen hierboven. Ik zeg u in de vreze van God: wij lopen gevaar te leven gelijk de Joden - ontbloot van de liefde van God en onwetend nopens Zijn macht, terwijl het helle licht van de waarheid overal rondom ons schijnt.
5 Test. Church 535 - 36.
"Maar daar er zulk een beslissend ontbreken is van nederig vertrouwen en volledige afhankelijkheid van God, kunnen wij van niets zeker zijn. Onze grote nood vandaag, is mannen te hebben die gedoopt zijn met de Heilige Geest van God - mannen, die met God wandelen zoals Enoch het deed". 5 Test. Church 555.