Op weg naar het Nieuw Jeruzalem

Als pelgrims, op weg naar het hemelse tehuis, mogen tijd, noch omstandigheid de gelegenheid worden gegeven, het geloof en vertrouwen in de Heer, te ondermijnen of negatief te beïnvloeden.

Integendeel, door onze mentaliteit in deze, moet het geloof worden bevestigd. Als het geloof aan het wankelen gaat en de hoop op een hellend vlak staat, is deze gesteldheid niet aan de Heilige Geest toe te schrijven.

Wat de Geest wel doet, is het belichten van de ontsnappingsweg. Opdat wij kunnen ontkomen.

Het hart, onze wil, speelt tijdens onze pelgrimstocht een zeer behaaglijke rol, als communicatiemiddel, tussen God en de mens.

De Heiland zegt het zo:” De Geest, is het, die levend maakt, het vlees is nutteloos; de woorden die ik tot u gesproken heb, zijn geest en leven.” (Johannes 6:63)

Wij willen de Heer zien in de glorie die Hij bezat vóór Zijn menswording. Dat kan, als wij gelovig de enige weg die via het kruis naar het Hemelse tehuis leidt, nemen.

De Geest toont door het Woord, dat deze weg alleen, de Verzoeningsweg is. De Vader heeft deze weg uitgestippeld voor Zijn Zoon, en op de wereldatlas, door Zijn Zoon, voor ons.

Alle andere wegen leiden niet naar de Heer, maar naar het verderf. Jezus, is tijdens de pelgrimstocht, de geestelijke Rots die alle Christenen van alle culturen, door Zijn Geest op vleugelen van een Arend draagt.

Moge wij, gehoorzaam en gelovig onze wil in Zijn hand plaatsen, zodat Hij ons kan behoeden voor de wereldse invloeden; want het beloofde is in zicht en als de Geest het hart belicht, zal het hart met hoop beladen, veilig door alle diepten waden,

Geen wolk noch heldere vuurkolom, geen Mozes die tot de bergtop klom, maar wel de Heer die voor ons ui gaat, met dit, zeer nederig besluit:

De wil aan Jezus overdragen en Amen zeggen op Zijn vragen.

Zoeken naar

Algemeen