40 Hulp in het dagelijks leven

"Zoals uw dagen, zo zal uw kracht zijn."

Er is een welsprekendheid die veel machtiger is dan de
welsprekendheid van woorden in het rustige, zichzelf gelijk
blijvende leven van een reine, ware christen. Wat een mens is,
heeft meer invloed dan wat hij zegt.

De dienaren die tot Jezus gezonden werden, kwamen tenig
met de boodschap dat nog nooit een man gesproken had zoals
Hij sprak. Maar de reden was, dat er nog nooit een man geleefd
had zoals Jezusleefde. Was Zijn leven anders geweest dan het
was, Hij zou niet zo gesproken kunnen hebben als Hij deed.
Zijn woorden droegen een overtuigende kracht in zich, omdat
zij van een zuiver en heilig hart kwamen, vol liefde en medeleven,
weldadigheid en waarheid.

Het zijn onze karakter en onze ervaringen die beslissen over
de mvloed die wij op anderen hebben. Teneinde anderen te
overtuigen van de macht van Christus” genade moeten wij die
macht in ons eigen hart en leven kennen. Het evangelie dat wij
aanbieden voor de redding van zielen, moet het evangelie zijn
waardoor onze eigen ziel gered is. Slechts door een levend
geloof m_Christus als persoonlijke Verlosser is het mogelijk
om onze mvloed voelbaar te maken in een sceptische wereld.
Als wij zondaars zouden willen trekken uit de snelvlietende
stroom, moeten onze voeten stevig geplant zijn op de Rots,
Jezus Chnstus. Het merkteken van het christenzijn is geen
uiterlijk teken, niet het dragen van een kruis of een kroon, maar
het is dat wat de eenheid van de mens met God openbaart.
Door de macht van Zijn genade, kenbaar in de vemieuwing
van het karakter, moet de wereld overtuigd worden dat God
Zijn Zoon gezonden heeft als Redder. Geen andere invloed die
de menselijke ziel kan omringen, heefi zo°n macht als de invloed
van een onzelfzuchtig leven. Het sterkste argument ten gunste
van het evangelie is een liefliebbende en beminnelijke christen.

Onderworpen aan Beproevingen

Zo”n leven te leven, zo°n invloed uit te oefenen, kost bij
iedere stap inspanning, zelfopoffering, zeltbeheersing. Omdat
zij dit niet begrijpen, worden velen zo gemakkelijk ontmoedigd
in het christelijk leven. Velen, die emstig hun leven aan de
dienst van God wijden, zijn verbaasd en teleurgesteld, dat zij
als nooit tevoren ondervinden, dat zij geconfronteerd worden
met obstakels, beproevingen en vei'wam'ngen. Zij bidden om
in karakter aan Christus gelijk te worden, om geschiktheid voor
Gods werk, en zij worden in omstandigheden geplaatst, die alle
kwade eigenschappen in hun natuur te voorschijn lijken te
roepen.

Fouten komen aan het licht waarvan zij zelfs het bestaan niet
hadden vermoed. Zoals Israël vanouds, vragen zij: "Als God
ons leidt, waarom komen al deze dingen over ons?" Het komt
doordat God hen leidt, dat deze dingen over hen komen.
Beproevingen en obstakels zijn Gods uitverkoren methoden om
zelfbeheersing te leren en zij zijn de door Hem gestelde
voorwaarden voor succes. Hij die de harten van de mensen
leest, kent hun karakters beter dan zij zichzelf kennen. Hij ziet
dat sommigen vermogens bezitten die, als zij juist gericht zijn,
benut kumien worden voor de vooruitgang van Zijn werk. In
Zijn voorzienigheid brengt Hij deze personen in verschillende
posities en omstandigheden, zodat zij in hun karakter de tekorten
ontdekken die voor henzelf verborgen waren. Hij geeft hun de
gelegenheid deze gebreken te beteren en zich geschikt te maken
voor Zijn dienst. Dijkwijls brengt Hij hen in het vuur der
beproeving, opdat zij gereinigd mogen worden.
Het feit dat wij geroepen worden om bcproevingen te
doorstaan, toont aan, dat de Here Jezus iets kostbaars in ons
ziet dat Hij„wenst te ontwikkelen. Als Hij in ons niets zag,
waardoor Zijn naam verheerlijkt zou kunnen worden, zou Hij
geen tijd besteden aan onze verfijning.

Hij werpt geen waardeloze stenen in Zijn oven. De smid
plaatst ijzer en staal m het vuur, zodat hij te weten komt wat
voor metaal hij heeft. De Here laat toe dat Zijn uitverkorenen
in de oven van ellende geplaatst worden om te bewijzen welk
karzïlšter zij hebben en of zij gevomid kunnen worden voor Zijn
wer .

De pottenbakker neemt de klei en vormt die naar zijn wil.
Hij kneedt en bewerkt de klei. Hij trekt ze van elkaar en drukt
ze tezamen. Hij bevochtigt ze en droogt ze dan. Hij laat ze een
poos liggen zonder__ze aan te raken. Als ze eindelijk vohnaakt
plooibaaris, zet hij het werk vooit en maakt het voorwerp
gereed_._ Hij geeft het vomi op de diaaischijf, versiert en polijst
het. Hij droogt het in_de zon en bakt het in de 0ven_ Zo wordt
het een vat. Geschikt voor gebniik. Zo wenst de grote
Meesterwerker ons te vonnen en te modelleren. En zoals de
klei is in de handen van de pottenbakker, zo zijn wij in Zijn
handen. Wij moeten niet proberen om het werk van de
pottenbakker te doen. Ons deel is onszelf te geven om door de
Meester gevonnd te worden.

"Geliefden, laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet
bevreemden, alsof u iets vreemds overkwame. Integendeel
verbl1jd_u naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus,
opdat gij u ook met vreugde zult mogen verblijden bij de
openbaring van Zijn heerlijkheid." (1)

In het volle daglicht, en binnen het gehoor van de muziek
van andere stemmen, zal de gekooide vogel het lied dat zijn
meester hem wil leren, niet zingen. Hij leert een toontje van
dit en een triller van dat, maar nooit een aparte gehele melodie.
Maar de meester bedekt de kooi en plaatst die waar de vogel
zal luisteren naar dat ene lied, dat hij moet zingen. In het donker
probeert hij en hij probeert opnieuw dat lied te zingen, totdat
hij het geleerd heeft en hij breekt uit in een perfecte melodie.
Dan wordt de vogel weer naar buiten gebracht en zal dat lied
altijd in het licht ktmnen zingen. Zo handelt God ook met Zijn
kinderen. Hij heefi ons een lied te leren, en wanneer wij dat
geleerd hebben te midden van schaduwen van beproeving,
kunnen wij het daarna altijd zingen.

Gods Keuze in ons Levenswerk

Velen zijn teleurgesteld over hun levenswerk. Het kan zijn
dat hun omgeving onaangenaam is; dat hun tijd bezet is door
gewoon werk, teiwijl zij denken geschikt te zijn voor hogere
verantwoordelijkheden; dikwijls schijnen hun inspanningen niet
gewaardeerd te worden of viuchteloos te zijn; hun toekomst is
onzeker.

Laten wij bedenken dat, terwijl het werk dat we doen misschien
niet onze keuze is, het aanvaard moet worden als Gods keuze
voor ons. Of het nu plezierig is of niet, wij moeten die plichten
vervullen, die het meest voor de hand liggen. "Al wat uw hand
vindt om naar uw vermogen te doen, doe dat, want er is geen
werk of overleg of kennis, of wijsheid in het dodenrijk waarheen
gij gaat-" (2)

Als de Here wenst dat wij een boodschap naar Ninevé brengen,
zal Hij het niet fijn vinden dat wij naar Joppe of Kapemaüm
gaan. Hij heeft redenen om ons te zenden naar de plaats waarheen
onze voeten gestuurd zijn. Juist op die plaats kan er iemand
zijn, die onze hulp nodig heeft. Hij, die Philippus naar de
Ethiopische hoveling zond, en Petrus naar de Romeinse
hoofdman, en het kleine Israëlitische meisje naar Naäman, de
Syrische generaal, zendt nu marmen en vrouwen en jonge
mensen als Zijn vertegenwoordigers naar hen die goddelijke
hulp en leiding nodig hebben.

Gods plannen zijn de Beste

Onze plannen zijn niet altijd Gods plannen. Hij kan zien wat
het beste is voor ons en voor Zijn zaak als Hij onze beste
bedoelmgen weigert, zoals Hij deed in het geval van David
toen deze de tempel wilde bouwen. Maar van één ding kunnen
wij verzekerd zijn: Hij zal zegenen en diegenen die zich emstig
aan Zijn taak wijden, gebruiken in de vooruitgang van Zijn
werk.'Als het Hem goeddunkt hLm_ wensen met in te willigen,
zal Hij als tegenwicht voor de weigenng hun de tekenen van
Zijn liefde schenken en hen een andere taak toevertrouwen.
.In Zijn liefdevolle zorg en belangstelling voor ons zal Hij,
die ons beter kent dan wij onszelf begnjpen, weigeren ons iets
toe te staan waarin wij zoeken onze eigen eerzucht te bevredigen.
Hij staat ons niet toe huiselijke, maar heilige plichten die voor
de hand liggen, te verzaken. Dikwijls vragen deze plichten juist
die oefening die vereist is om ons voor te bereiden voor een
hoger werk. Dikwijls falen onze plannen, zodat Gods plannen
voor ons kunnen slagen.

Ons wordt nooit geviaagd om een echt offer voor God te
brengen.._Hij vraagt ons vele dingen aan Hem te onderwerpen
en als wij het doen, geven wij alleen datgene op wat onze weg
naar de hemel belemmeit. Zelfs wanneer wij geroepen worden
om die duigen op__te geven, die m zichzelf goed zijn, kunnen
wij er zeker van zijn, dat God dit van ons vraagt voor iets veel
eters.

In het toekomstige leven zullen de verborgenheden, die ons
nu gehinderd en teleurgesteld hebben, worden verklaard. Wij
zullen zien, dat onze schijnbaar onverhoorde gebeden en
teleurgestelde hoop onder de grootste zegeningen gerekend
moeten worden.

Wij moeten iedere plicht, hoe nederig ook, als heilig
beschouwen, omdat het een deel is van de dienst aan God. ()ns
dagelijks gebed zou moeten zijn, "Here help mij mijn best te
doen. Leer mij hoe ik beter moet werken. Geef mij energie en
blijheid. Help mij om in mijn dienst het liefdevolle dienstwerk
van de Verlosser te brengen."

Een Les uit het Leven van Mozes

Denk eens aan de ervaring van Mozes. De opvoeding die hij
in Egypte ontving als een kleinzoon van de koning en de
vemioedelijke troonopvolger was grondig. Niets dat hem wijs
kon maken, werd veiwaarloosd. Hij kreeg de beste burgerlijke
en militaire opleiding. Hij voelde zich volledig in staat om
Israel te bevrijden uit de slavemij. Maar God dacht er anders
over. Zijn voorzienigheid beschikte voor Mozes een veeitigj aiige
opleiding in de woestijn als schaapherder.

De opvoeding die Mozes in Egypte had ontvangen was in
vele opzichten een hulp voor hem, maar de meest waardevolle
voorbereiding voor zijn levenswerk was die hij kreeg in zijn
werk als schaapherder.

Mozes had van nature een onstuimige geest. In Egypte was
hij een succesvolle leider, de gunsteling van de koning en van
het volk. Hij was gewend in het ontvangen van lof en vleierij.
Hij hoopte het werk van de bevrijding van Israël door eigen
macht tot stand te brengen. De lessen die hij te leren had als
Gods vertegenwoordiger waren heel anders. Terwijl hij zijn
kudden door de woestijn en de bergen voerde naar de groene
weiden en dalen, leerde hij geloof en zaehtmoedigheid, geduld
en nederigheid, en zichzelf te vergeten. Hij leerde om voor de
zwakken te zorgen, de zieken te verplegen, de afgedwaalden
op te zoeken, de onhandelbaren te verdragen, voor de lammetjes
te zorgen en de oude en zwakke schapen te helpen.
Door dit werk werd Mozes dichter tot de Grote Herder
getrokken. Hij werd imiig verenigd met de Heilige Israëls. Hij
was niet langer van plan groot werk te doen. Hij trachtte getrouw
als voor God, het werk te doen dat aan zijn zorg was toevertrouwd.
Hij herkende Gods aanwezigheid in zijn omgeving. De gehele
natuur sprak tot hem van de Ongeziene. Hij kende God als een
persoonlijk God en, mediterend over Zijn karakter, kreeg hij
steeds vollediger besef van Gods aanwezigheid. Hij vond een
toevlucht in Zijn eeuwige armen.

Na deze ervaring hoorde Mozes de roep van de hemel om
zijn herdersstaf te verwisselen voor de heersersstaf; zijn
schaapskudde te verlaten en het leiderschap over Israël op zich
te nemen. Het goddelijke bevel vond hem zonder zelfvertrouwen,
traag van spraak en beschroomd. Hij werd overvallen door een
gevoel van onvermogen om de spreekbuis van God te zijn.
Maar hij aanvaardde het werk en zette zijn gehele vertrouwen
op de Here. De grootsheid van zijn zending riep de beste
krachten in zijn geest op. God zegende zijn prompte gehoor-
zaamheid en hij werd welbespraakt, hoopvol, zelfverzekerd,
geschikt voor het grootste werk, ooit aan een mens opgedragen.
Van hem wordt geschreven: "Zoals Mozes, die de Here gekend
heeft van aangezicht tot aangezicht, is er in Israël geen profeet
meer opgestaan." (3)

Laat allen, die denken dat hun werk niet gewaardeerd wordt
en die naar een post met grotere verantwoordelijkheid haken,
bedenken dat "het verhogen niet komt van oost of west, noch
uit de woestijn - maar God is rechter, Hij vemedeit dezen en
verhoogt genen." (4) Ieder mens heefi zijn plaats in het eeuwige,
hemelse plan. Of wij die plaats vervullen, hangt af van onze
eigen getrouwheid in samenwerking met God. Wij moeten ons
behoeden voor zelfinedelijden. Geef nooit toe aan het gevoel
dat u niet naar waarde wordt geschat, dat uw inspanningen niet
gewaardeerd worden, dat uw werk te moeilijk is. Laat de
herimiering voor dat wat Christus voor ons heeft gedragen, onze
ontevreden gedachten tot zwijgen brengen. Wij worden beter
behandeld dan onze Heer. "Zoudt u zich grote dingen zoeken,
zoek ze niet." (5) De Here heeft in Zijn werk geen plaats voor
hen die meer haken naar de kroon dan naar het dragen van het
kiuis. Hij vraagt naar mensen, die meer geneigd zijn hun plicht
te doen dan hun loon te ontvangen - mensen die zich meer
zorgen maken om het principe dan om hun eigen bevordering.
Het werk van hen die bescheiden zijn en hun werk doen alsof
zij voor God werken, telt meer dan dat van druktemakers die
een show opvoeren en vol eigendunk zijn. Dikwijls is het_z0,
dat zij die grote ophef maken de aandacht voor zichzelf opeiseï
en zich stellen tussen het volk en God,_en' dan blijkt hun_Wet
een mislukking. "Het begin der__wijsh_eid is: verwerft wijsheid
en verwerfi uizicht bij al wat gij bezit. Houdt haar hoog, dan
zal zij u verheffen, zij zal u tot eer brengen, wanneer gij haar
zult omhelzen." (6)

Omdat zij geen besluitvaardigheid hebben om zichzelf in de
hand te nemen en te hervomien, raken velen vastgeroest in een
verkeerde handelwijze. Maar dat is niet nodlg- Z11 kunnen
krachten oefenen om al het beste te doen wat m hun vermogen
is en dan zal er altijd naar hen gevraagd worden. Zij zullen
naar werkelijke waarde geschat worden.

Als iemand geschikt is voor een hogere post, zal G0d de lfiSï
niet alleen op hem leggen, maar ook op hen die hem getest
hebben, die zijn waarde kennen en die hem met verstand naar
voren kunnen schuiven. Zij die getrouw al het hun aangewezen
werk uitvoeren, dag aan dag, zullen op Gods tijd Zijn oproep
horen: "Kom hoger op."

Terwijl de schaapherders op wacht waren bij de kudde ln de
heuvels van Bethlehem, bezochtenengelen des hemels hen. Zo
staan ook nu, terwijl de trouwe arbeider voor God werkt, engelen
Gods aan zijn zijde, luisteren naar zijn woorden en noteren de
wijze waarop het werk gedaan wordt, om te zien of nog grotere
verantwoordelijkheden aan zijn handen kunnen worden toever-
trouwd.

Ware Grootheid

Niet naar rijkdom, opvoeding of. positie beoordeelt God de
mens. Hij beoordeelt hen naar zuiverheid van bedoeling en
karakterschoonheid. Hij kijkt hoeveel van Zijn Heilige Geest
mensen bezitten en hoeveel gelijkenis hun leven niet Zllfi
karakter vertoont. Om groot te zijn in Gods koninkrijk moet
men nederig zijn als een klem kmd in eenvoud van geloof, en
in zuiverheid van liefde.

Jezus zei: "Gij weet dat de regeerders der volken heerschappij
over hen voeren en de rijksgroten oefenen macht over hen. Zo
is het onder u niet. Maar wie onder u groot wil worden, zal
uw dienaar zijn, en wie onder u de eerste wil zijn, zal uw slaaf
zijn." (7)

Van al de gaven die de hemel de mensen schenken kan, is
gemeenschap met Christus in Zijn lijden de hoogste eer. Niet
Henoch, die in de hemel werd opgenomen, niet Elia die in de
vurige wagen hemelwaarts gevoerd werd, was groter of meer
geëerd dan Joharmes de Doper, die eenzaam omkwam in de
kerker. "Want aan u is genade verleend voor Christus, niet
alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden." (8)

Plannen voor de Toekomst

Velen zijn niet in .staat vaste plannen te maken voor de
toekomst. Hun leven is onzeker, Zij kunnen de gevolgen niet
overzien en dat vervult hen dikwijls met angst en omust. Bedenk
dat het leven van Gods kinderen een pelgrimsreis is. Wij hebben
niet de wijsheid om ons eigen leven te plannen. Het is niet aan
ons onze toekomst vomi te geven. "Door het geloof is Abraham,
toen hij geroepen werd, in gehoorzaamheid getrokken naar een
plaats, die hij tot erfems zou ontvangen, en hij vertrok, zonder
te weten waar hij komen zou." (9)

Tijdens Zijn leven op aarde maakte Chiistus geen plannen
voor Zichzelf. Hij aanvaardde Gods plannen voor Hem, en dag
na dag ontvouwde de Vader Zijn plannen. Zo zouden wij van
God afliankelijk moeten zijn, zodat ons leven eenvoudig de
uitvoering van Zijn wil is. Als_wij Hem onze wegen toever-
trouwen, zal Hij onze stappen leiden. Velen, die plannen maken
voor een schitterende toekomst, blijken een grote mislukking.
Laat God voor u plannen. Veitrouw Hem als een klein kind de
äi(<)1)ing toe, daar Hij "de voeten Zijner gunstgenoten behoedt."
'God leidt Zijn kinderen nooit anders dan zij geleid zouden
willen worden, als zij vanaf het begin het einde konden zien
en de heerlijkheid onderscheiden konden van het doel dat zij
vervullen als Zijn medewerkers.

Het Loon

Toen Christus Zijn discipelen riep, bood Hij hen geen
schitterende vooruitzichten voor dit leven. Hij gaf ze geen
belofie van gewin of wereldse eer, noch bedongen zij wat zij
zouden ontvangen. Tegen Matthéüs, die bij het tolhuis zat, zei
de Verlosser: "Volg Mij. En hij liet alles achter, stond op en
volgde Hem." (ll) Matthéüs wachtte niet voor hij zijn dienst
begon, om een bepaald loon gelijk aan het bedrag dat hij in de
vorige betrekking ontving, te bedingen. Zonder vragen of
aarzelen volgde Hij Jezus. Het was hem genoeg bij Jezus te
zijn, zodat hij Zijn woorden kon horen en zich met Hem kon
verenigen in Zijn werk. Zo was het met de discipelen die al
eerder geroepen werden. Toen Jezus Petius en zijn makkers
riep om Hem te volgen, verlieten zij omniddellijk hun boten
en de netten. Sommigen van deze discipelen hadden vrienden
die voor hun onderhoud van hen afliankelijk waren; maar toen
zij de uitnodiging van Jezus kregen, aarzelden zij niet en vroegen
niet: "Hoe zal ik leven en mijn gezin onderhouden?" Zij
gehoorzaamden aan de roep; en toen Jezus hen naderhand vroeg:
"Toen Ik u uitzond zonder beurs of reiszak of sandalen, hebt
gij toen aan iets gebrek gehad?" Zeiden zij: "Aan niets." (12)
Vandaag roept de Heiland ons tot Zijn werk zoals Hij Matthéüs
en Johannes en Petrus riep. Als onze harten geraakt zijn door
Zijn liefde, zal de kwestie van de beloning niet vooraan staan
in onze gedachten. Wij zullen ons verheugen medewerkers van
Christus te zijn, en wij zullen niet bevreesd zijn, ons aan Zijn
zorg toe te vertrouwen. Als wij God onze sterkte maken, zullen
wij een duidelijk besef hebben van plicht, van onzelfzuchtige
verlangens; ons leven zal gedreven worden door een enkele
doelstelling die zal stijgen boven alle lage drijfveren.

God zal Voorzien

Velen die belijden volgelingen van Christus te zijn, hebben
een bezorgd en angstig hart, omdat zij bang zijn zichzelf aan
God toe te vertrouwen. Zij geven zich niet geheel aan God
over; want zij schrikken terug voor de consequenties die zo”n
gave met zich meebrengt. Tenzij zij deze overgave waar maken,
zullen zij geen vrede vinden.

Er zijn velen, van wie het hart zucht onder de last van zorgen,
omdat zij trachten de maatstaf van de wereld te bereiken. Zij
hebben haar dienst verkozen, haar verwarringen aanvaard en
haar gewoonten aangenomen. Daardoor is hun karakter bedorven
en hun leven één vemioeienis. De voortdurende bezorgdheid
put hun levenskrachten uit. Onze Heer vraagt hun dat juk der
slavemij opzij te zetten. Hij nodigt hen uit Zijn juk op te nemen;
Hij zegt: "Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht." (13) Gepieker
maakt blind en maakt de toekomst onduidelijk; maar Jezus ziet
het einde vanaf het begin. In iedere moeilijkheid staat Hij klaar
om verlichting te brengen. "Het goede onthoudt Hij niet aan
hen, die onberispelijk wandelen." (14)

Onze hemelse Vader heeft duizenden wegen om in onze
noden te voorzien, waar wij niets van afweten. Zij die het ene
beginsel - de dienst van God boven alles stellen - accepteren,
zullen ontdekken dat alle verschrikkingen verdwijnen en een
effen pad voor hun voeten ligt.

Het Geloof Aanmoedigen

De getrouwe uitvoering van de dagelijkse plichten is de beste
voorbereiding voor de komende moeilijkheden. Verzamel niet
alle mogelijkheden en zorgen van morgen om bij de lasten van
heden te voegen. "Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad."
(15)

Laten wij hoopvol zijn en moedig. Mistroostigheid in Gods
dienst is zondig en onredelijk. Hij kent al onze behoeften. Aan
de almacht van de Koning der koningen verenigt onze Ver-
bondsgod de zachtheid en zorgen van een tedere schaapherder.
Zijn macht is absoluut en het onderpand van een zekere vervfullmg
van Zijn belofien voor allen die op Hem vertrouwen. Hij heeft
middelen voor de verwijdering van de moeilijkheden, zodat zij,
die Hem dienen en de middelen eren die Hij gebruikt,_gesterkt
worden. Zijn liefde is zoveel hoger dan elke andere liefde als
de hemel boven de aarde is. Hij waakt over Zijn kinderen met
een eeuwige en onmeetbare liefde.

In de donkerste dagen, als er geen uitzicht schijnt te zijn,
oefen dan geloof in God. Hij werkt Zijn wil uit en maakt alles
wel ten behoeve van Zijn volk. De kracht van hen die Hem
liefhebben en dienen, zal Hij dag aan dag vemieuwen.
Hij is in staat en willig Zijn dienstknechten die hulp te
schenken die zij nodig hebben. Hij zal hun de wijsheid geven
die hun verschillende noden vragen.

De beproefde apostel Paulus zei: "Hij zeide tot mij, Mijn
genade is u genoeg; want de kracht openbaart zich eerst ten
volle in zwakheid. Zeer gaame zal ik dus in zwakheid nog
meer roemen, opdat de kracht van Christus over mij kome.
Daarom heb ik een welbehagen in zwakheden, in smaadheden,
noden, vervolgingen, benauwenissen ter wille van Chnstus,
want als ik zwak ben, ben ik machtig." (16)

Verwijzingen:
1. 1 Petr. 4:12,13. 7. Matth.20:25,26 13. Matt 11:30.
2. Pred.9;10. 8. Filip.1:29. 14. PS.842ll.
3. Deut.34:10. 9. HIebr.11:8. 15. Matth.6:34.
4. Ps.75:7,8. 10. 1 Sam.2I9. 16. 2 Cor.12:9,10.
5. Jer.45.5. 11. Luc.5127.
6. Spr.4:7,8. 12. Luc.22.:35.