"Zoals uw dagen, zo zal uw kracht zijn."
Er is een welsprekendheid die veel machtiger is dan de welsprekendheid van woorden in het rustige, zichzelf gelijk blijvende leven van een reine, ware christen. Wat een mens is, heeft meer invloed dan wat hij zegt.
De dienaren die tot Jezus gezonden werden, kwamen tenig met de boodschap dat nog nooit een man gesproken had zoals Hij sprak. Maar de reden was, dat er nog nooit een man geleefd had zoals Jezusleefde. Was Zijn leven anders geweest dan het was, Hij zou niet zo gesproken kunnen hebben als Hij deed. Zijn woorden droegen een overtuigende kracht in zich, omdat zij van een zuiver en heilig hart kwamen, vol liefde en medeleven, weldadigheid en waarheid.
Het zijn onze karakter en onze ervaringen die beslissen over de mvloed die wij op anderen hebben. Teneinde anderen te overtuigen van de macht van Christus” genade moeten wij die macht in ons eigen hart en leven kennen. Het evangelie dat wij aanbieden voor de redding van zielen, moet het evangelie zijn waardoor onze eigen ziel gered is. Slechts door een levend geloof m_Christus als persoonlijke Verlosser is het mogelijk om onze mvloed voelbaar te maken in een sceptische wereld. Als wij zondaars zouden willen trekken uit de snelvlietende stroom, moeten onze voeten stevig geplant zijn op de Rots, Jezus Chnstus. Het merkteken van het christenzijn is geen uiterlijk teken, niet het dragen van een kruis of een kroon, maar het is dat wat de eenheid van de mens met God openbaart. Door de macht van Zijn genade, kenbaar in de vemieuwing van het karakter, moet de wereld overtuigd worden dat God Zijn Zoon gezonden heeft als Redder. Geen andere invloed die de menselijke ziel kan omringen, heefi zo°n macht als de invloed van een onzelfzuchtig leven. Het sterkste argument ten gunste van het evangelie is een liefliebbende en beminnelijke christen.
Onderworpen aan Beproevingen
Zo”n leven te leven, zo°n invloed uit te oefenen, kost bij iedere stap inspanning, zelfopoffering, zeltbeheersing. Omdat zij dit niet begrijpen, worden velen zo gemakkelijk ontmoedigd in het christelijk leven. Velen, die emstig hun leven aan de dienst van God wijden, zijn verbaasd en teleurgesteld, dat zij als nooit tevoren ondervinden, dat zij geconfronteerd worden met obstakels, beproevingen en vei'wam'ngen. Zij bidden om in karakter aan Christus gelijk te worden, om geschiktheid voor Gods werk, en zij worden in omstandigheden geplaatst, die alle kwade eigenschappen in hun natuur te voorschijn lijken te roepen.
Fouten komen aan het licht waarvan zij zelfs het bestaan niet hadden vermoed. Zoals Israël vanouds, vragen zij: "Als God ons leidt, waarom komen al deze dingen over ons?" Het komt doordat God hen leidt, dat deze dingen over hen komen. Beproevingen en obstakels zijn Gods uitverkoren methoden om zelfbeheersing te leren en zij zijn de door Hem gestelde voorwaarden voor succes. Hij die de harten van de mensen leest, kent hun karakters beter dan zij zichzelf kennen. Hij ziet dat sommigen vermogens bezitten die, als zij juist gericht zijn, benut kumien worden voor de vooruitgang van Zijn werk. In Zijn voorzienigheid brengt Hij deze personen in verschillende posities en omstandigheden, zodat zij in hun karakter de tekorten ontdekken die voor henzelf verborgen waren. Hij geeft hun de gelegenheid deze gebreken te beteren en zich geschikt te maken voor Zijn dienst. Dijkwijls brengt Hij hen in het vuur der beproeving, opdat zij gereinigd mogen worden. Het feit dat wij geroepen worden om bcproevingen te doorstaan, toont aan, dat de Here Jezus iets kostbaars in ons ziet dat Hij„wenst te ontwikkelen. Als Hij in ons niets zag, waardoor Zijn naam verheerlijkt zou kunnen worden, zou Hij geen tijd besteden aan onze verfijning.
Hij werpt geen waardeloze stenen in Zijn oven. De smid plaatst ijzer en staal m het vuur, zodat hij te weten komt wat voor metaal hij heeft. De Here laat toe dat Zijn uitverkorenen in de oven van ellende geplaatst worden om te bewijzen welk karzïlšter zij hebben en of zij gevomid kunnen worden voor Zijn wer .
De pottenbakker neemt de klei en vormt die naar zijn wil. Hij kneedt en bewerkt de klei. Hij trekt ze van elkaar en drukt ze tezamen. Hij bevochtigt ze en droogt ze dan. Hij laat ze een poos liggen zonder__ze aan te raken. Als ze eindelijk vohnaakt plooibaaris, zet hij het werk vooit en maakt het voorwerp gereed_._ Hij geeft het vomi op de diaaischijf, versiert en polijst het. Hij droogt het in_de zon en bakt het in de 0ven_ Zo wordt het een vat. Geschikt voor gebniik. Zo wenst de grote Meesterwerker ons te vonnen en te modelleren. En zoals de klei is in de handen van de pottenbakker, zo zijn wij in Zijn handen. Wij moeten niet proberen om het werk van de pottenbakker te doen. Ons deel is onszelf te geven om door de Meester gevonnd te worden.
"Geliefden, laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets vreemds overkwame. Integendeel verbl1jd_u naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus, opdat gij u ook met vreugde zult mogen verblijden bij de openbaring van Zijn heerlijkheid." (1)
In het volle daglicht, en binnen het gehoor van de muziek van andere stemmen, zal de gekooide vogel het lied dat zijn meester hem wil leren, niet zingen. Hij leert een toontje van dit en een triller van dat, maar nooit een aparte gehele melodie. Maar de meester bedekt de kooi en plaatst die waar de vogel zal luisteren naar dat ene lied, dat hij moet zingen. In het donker probeert hij en hij probeert opnieuw dat lied te zingen, totdat hij het geleerd heeft en hij breekt uit in een perfecte melodie. Dan wordt de vogel weer naar buiten gebracht en zal dat lied altijd in het licht ktmnen zingen. Zo handelt God ook met Zijn kinderen. Hij heefi ons een lied te leren, en wanneer wij dat geleerd hebben te midden van schaduwen van beproeving, kunnen wij het daarna altijd zingen.
Gods Keuze in ons Levenswerk
Velen zijn teleurgesteld over hun levenswerk. Het kan zijn dat hun omgeving onaangenaam is; dat hun tijd bezet is door gewoon werk, teiwijl zij denken geschikt te zijn voor hogere verantwoordelijkheden; dikwijls schijnen hun inspanningen niet gewaardeerd te worden of viuchteloos te zijn; hun toekomst is onzeker.
Laten wij bedenken dat, terwijl het werk dat we doen misschien niet onze keuze is, het aanvaard moet worden als Gods keuze voor ons. Of het nu plezierig is of niet, wij moeten die plichten vervullen, die het meest voor de hand liggen. "Al wat uw hand vindt om naar uw vermogen te doen, doe dat, want er is geen werk of overleg of kennis, of wijsheid in het dodenrijk waarheen gij gaat-" (2)
Als de Here wenst dat wij een boodschap naar Ninevé brengen, zal Hij het niet fijn vinden dat wij naar Joppe of Kapemaüm gaan. Hij heeft redenen om ons te zenden naar de plaats waarheen onze voeten gestuurd zijn. Juist op die plaats kan er iemand zijn, die onze hulp nodig heeft. Hij, die Philippus naar de Ethiopische hoveling zond, en Petrus naar de Romeinse hoofdman, en het kleine Israëlitische meisje naar Naäman, de Syrische generaal, zendt nu marmen en vrouwen en jonge mensen als Zijn vertegenwoordigers naar hen die goddelijke hulp en leiding nodig hebben.
Gods plannen zijn de Beste
Onze plannen zijn niet altijd Gods plannen. Hij kan zien wat het beste is voor ons en voor Zijn zaak als Hij onze beste bedoelmgen weigert, zoals Hij deed in het geval van David toen deze de tempel wilde bouwen. Maar van één ding kunnen wij verzekerd zijn: Hij zal zegenen en diegenen die zich emstig aan Zijn taak wijden, gebruiken in de vooruitgang van Zijn werk.'Als het Hem goeddunkt hLm_ wensen met in te willigen, zal Hij als tegenwicht voor de weigenng hun de tekenen van Zijn liefde schenken en hen een andere taak toevertrouwen. .In Zijn liefdevolle zorg en belangstelling voor ons zal Hij, die ons beter kent dan wij onszelf begnjpen, weigeren ons iets toe te staan waarin wij zoeken onze eigen eerzucht te bevredigen. Hij staat ons niet toe huiselijke, maar heilige plichten die voor de hand liggen, te verzaken. Dikwijls vragen deze plichten juist die oefening die vereist is om ons voor te bereiden voor een hoger werk. Dikwijls falen onze plannen, zodat Gods plannen voor ons kunnen slagen.
Ons wordt nooit geviaagd om een echt offer voor God te brengen.._Hij vraagt ons vele dingen aan Hem te onderwerpen en als wij het doen, geven wij alleen datgene op wat onze weg naar de hemel belemmeit. Zelfs wanneer wij geroepen worden om die duigen op__te geven, die m zichzelf goed zijn, kunnen wij er zeker van zijn, dat God dit van ons vraagt voor iets veel eters.
In het toekomstige leven zullen de verborgenheden, die ons nu gehinderd en teleurgesteld hebben, worden verklaard. Wij zullen zien, dat onze schijnbaar onverhoorde gebeden en teleurgestelde hoop onder de grootste zegeningen gerekend moeten worden.
Wij moeten iedere plicht, hoe nederig ook, als heilig beschouwen, omdat het een deel is van de dienst aan God. ()ns dagelijks gebed zou moeten zijn, "Here help mij mijn best te doen. Leer mij hoe ik beter moet werken. Geef mij energie en blijheid. Help mij om in mijn dienst het liefdevolle dienstwerk van de Verlosser te brengen."
Een Les uit het Leven van Mozes
Denk eens aan de ervaring van Mozes. De opvoeding die hij in Egypte ontving als een kleinzoon van de koning en de vemioedelijke troonopvolger was grondig. Niets dat hem wijs kon maken, werd veiwaarloosd. Hij kreeg de beste burgerlijke en militaire opleiding. Hij voelde zich volledig in staat om Israel te bevrijden uit de slavemij. Maar God dacht er anders over. Zijn voorzienigheid beschikte voor Mozes een veeitigj aiige opleiding in de woestijn als schaapherder.
De opvoeding die Mozes in Egypte had ontvangen was in vele opzichten een hulp voor hem, maar de meest waardevolle voorbereiding voor zijn levenswerk was die hij kreeg in zijn werk als schaapherder.
Mozes had van nature een onstuimige geest. In Egypte was hij een succesvolle leider, de gunsteling van de koning en van het volk. Hij was gewend in het ontvangen van lof en vleierij. Hij hoopte het werk van de bevrijding van Israël door eigen macht tot stand te brengen. De lessen die hij te leren had als Gods vertegenwoordiger waren heel anders. Terwijl hij zijn kudden door de woestijn en de bergen voerde naar de groene weiden en dalen, leerde hij geloof en zaehtmoedigheid, geduld en nederigheid, en zichzelf te vergeten. Hij leerde om voor de zwakken te zorgen, de zieken te verplegen, de afgedwaalden op te zoeken, de onhandelbaren te verdragen, voor de lammetjes te zorgen en de oude en zwakke schapen te helpen. Door dit werk werd Mozes dichter tot de Grote Herder getrokken. Hij werd imiig verenigd met de Heilige Israëls. Hij was niet langer van plan groot werk te doen. Hij trachtte getrouw als voor God, het werk te doen dat aan zijn zorg was toevertrouwd. Hij herkende Gods aanwezigheid in zijn omgeving. De gehele natuur sprak tot hem van de Ongeziene. Hij kende God als een persoonlijk God en, mediterend over Zijn karakter, kreeg hij steeds vollediger besef van Gods aanwezigheid. Hij vond een toevlucht in Zijn eeuwige armen.
Na deze ervaring hoorde Mozes de roep van de hemel om zijn herdersstaf te verwisselen voor de heersersstaf; zijn schaapskudde te verlaten en het leiderschap over Israël op zich te nemen. Het goddelijke bevel vond hem zonder zelfvertrouwen, traag van spraak en beschroomd. Hij werd overvallen door een gevoel van onvermogen om de spreekbuis van God te zijn. Maar hij aanvaardde het werk en zette zijn gehele vertrouwen op de Here. De grootsheid van zijn zending riep de beste krachten in zijn geest op. God zegende zijn prompte gehoor- zaamheid en hij werd welbespraakt, hoopvol, zelfverzekerd, geschikt voor het grootste werk, ooit aan een mens opgedragen. Van hem wordt geschreven: "Zoals Mozes, die de Here gekend heeft van aangezicht tot aangezicht, is er in Israël geen profeet meer opgestaan." (3)
Laat allen, die denken dat hun werk niet gewaardeerd wordt en die naar een post met grotere verantwoordelijkheid haken, bedenken dat "het verhogen niet komt van oost of west, noch uit de woestijn - maar God is rechter, Hij vemedeit dezen en verhoogt genen." (4) Ieder mens heefi zijn plaats in het eeuwige, hemelse plan. Of wij die plaats vervullen, hangt af van onze eigen getrouwheid in samenwerking met God. Wij moeten ons behoeden voor zelfinedelijden. Geef nooit toe aan het gevoel dat u niet naar waarde wordt geschat, dat uw inspanningen niet gewaardeerd worden, dat uw werk te moeilijk is. Laat de herimiering voor dat wat Christus voor ons heeft gedragen, onze ontevreden gedachten tot zwijgen brengen. Wij worden beter behandeld dan onze Heer. "Zoudt u zich grote dingen zoeken, zoek ze niet." (5) De Here heeft in Zijn werk geen plaats voor hen die meer haken naar de kroon dan naar het dragen van het kiuis. Hij vraagt naar mensen, die meer geneigd zijn hun plicht te doen dan hun loon te ontvangen - mensen die zich meer zorgen maken om het principe dan om hun eigen bevordering. Het werk van hen die bescheiden zijn en hun werk doen alsof zij voor God werken, telt meer dan dat van druktemakers die een show opvoeren en vol eigendunk zijn. Dikwijls is het_z0, dat zij die grote ophef maken de aandacht voor zichzelf opeiseï en zich stellen tussen het volk en God,_en' dan blijkt hun_Wet een mislukking. "Het begin der__wijsh_eid is: verwerft wijsheid en verwerfi uizicht bij al wat gij bezit. Houdt haar hoog, dan zal zij u verheffen, zij zal u tot eer brengen, wanneer gij haar zult omhelzen." (6)
Omdat zij geen besluitvaardigheid hebben om zichzelf in de hand te nemen en te hervomien, raken velen vastgeroest in een verkeerde handelwijze. Maar dat is niet nodlg- Z11 kunnen krachten oefenen om al het beste te doen wat m hun vermogen is en dan zal er altijd naar hen gevraagd worden. Zij zullen naar werkelijke waarde geschat worden.
Als iemand geschikt is voor een hogere post, zal G0d de lfiSï niet alleen op hem leggen, maar ook op hen die hem getest hebben, die zijn waarde kennen en die hem met verstand naar voren kunnen schuiven. Zij die getrouw al het hun aangewezen werk uitvoeren, dag aan dag, zullen op Gods tijd Zijn oproep horen: "Kom hoger op."
Terwijl de schaapherders op wacht waren bij de kudde ln de heuvels van Bethlehem, bezochtenengelen des hemels hen. Zo staan ook nu, terwijl de trouwe arbeider voor God werkt, engelen Gods aan zijn zijde, luisteren naar zijn woorden en noteren de wijze waarop het werk gedaan wordt, om te zien of nog grotere verantwoordelijkheden aan zijn handen kunnen worden toever- trouwd.
Ware Grootheid
Niet naar rijkdom, opvoeding of. positie beoordeelt God de mens. Hij beoordeelt hen naar zuiverheid van bedoeling en karakterschoonheid. Hij kijkt hoeveel van Zijn Heilige Geest mensen bezitten en hoeveel gelijkenis hun leven niet Zllfi karakter vertoont. Om groot te zijn in Gods koninkrijk moet men nederig zijn als een klem kmd in eenvoud van geloof, en in zuiverheid van liefde.
Jezus zei: "Gij weet dat de regeerders der volken heerschappij over hen voeren en de rijksgroten oefenen macht over hen. Zo is het onder u niet. Maar wie onder u groot wil worden, zal uw dienaar zijn, en wie onder u de eerste wil zijn, zal uw slaaf zijn." (7)
Van al de gaven die de hemel de mensen schenken kan, is gemeenschap met Christus in Zijn lijden de hoogste eer. Niet Henoch, die in de hemel werd opgenomen, niet Elia die in de vurige wagen hemelwaarts gevoerd werd, was groter of meer geëerd dan Joharmes de Doper, die eenzaam omkwam in de kerker. "Want aan u is genade verleend voor Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden." (8)
Plannen voor de Toekomst
Velen zijn niet in .staat vaste plannen te maken voor de toekomst. Hun leven is onzeker, Zij kunnen de gevolgen niet overzien en dat vervult hen dikwijls met angst en omust. Bedenk dat het leven van Gods kinderen een pelgrimsreis is. Wij hebben niet de wijsheid om ons eigen leven te plannen. Het is niet aan ons onze toekomst vomi te geven. "Door het geloof is Abraham, toen hij geroepen werd, in gehoorzaamheid getrokken naar een plaats, die hij tot erfems zou ontvangen, en hij vertrok, zonder te weten waar hij komen zou." (9)
Tijdens Zijn leven op aarde maakte Chiistus geen plannen voor Zichzelf. Hij aanvaardde Gods plannen voor Hem, en dag na dag ontvouwde de Vader Zijn plannen. Zo zouden wij van God afliankelijk moeten zijn, zodat ons leven eenvoudig de uitvoering van Zijn wil is. Als_wij Hem onze wegen toever- trouwen, zal Hij onze stappen leiden. Velen, die plannen maken voor een schitterende toekomst, blijken een grote mislukking. Laat God voor u plannen. Veitrouw Hem als een klein kind de äi(<)1)ing toe, daar Hij "de voeten Zijner gunstgenoten behoedt." 'God leidt Zijn kinderen nooit anders dan zij geleid zouden willen worden, als zij vanaf het begin het einde konden zien en de heerlijkheid onderscheiden konden van het doel dat zij vervullen als Zijn medewerkers.
Het Loon
Toen Christus Zijn discipelen riep, bood Hij hen geen schitterende vooruitzichten voor dit leven. Hij gaf ze geen belofie van gewin of wereldse eer, noch bedongen zij wat zij zouden ontvangen. Tegen Matthéüs, die bij het tolhuis zat, zei de Verlosser: "Volg Mij. En hij liet alles achter, stond op en volgde Hem." (ll) Matthéüs wachtte niet voor hij zijn dienst begon, om een bepaald loon gelijk aan het bedrag dat hij in de vorige betrekking ontving, te bedingen. Zonder vragen of aarzelen volgde Hij Jezus. Het was hem genoeg bij Jezus te zijn, zodat hij Zijn woorden kon horen en zich met Hem kon verenigen in Zijn werk. Zo was het met de discipelen die al eerder geroepen werden. Toen Jezus Petius en zijn makkers riep om Hem te volgen, verlieten zij omniddellijk hun boten en de netten. Sommigen van deze discipelen hadden vrienden die voor hun onderhoud van hen afliankelijk waren; maar toen zij de uitnodiging van Jezus kregen, aarzelden zij niet en vroegen niet: "Hoe zal ik leven en mijn gezin onderhouden?" Zij gehoorzaamden aan de roep; en toen Jezus hen naderhand vroeg: "Toen Ik u uitzond zonder beurs of reiszak of sandalen, hebt gij toen aan iets gebrek gehad?" Zeiden zij: "Aan niets." (12) Vandaag roept de Heiland ons tot Zijn werk zoals Hij Matthéüs en Johannes en Petrus riep. Als onze harten geraakt zijn door Zijn liefde, zal de kwestie van de beloning niet vooraan staan in onze gedachten. Wij zullen ons verheugen medewerkers van Christus te zijn, en wij zullen niet bevreesd zijn, ons aan Zijn zorg toe te vertrouwen. Als wij God onze sterkte maken, zullen wij een duidelijk besef hebben van plicht, van onzelfzuchtige verlangens; ons leven zal gedreven worden door een enkele doelstelling die zal stijgen boven alle lage drijfveren.
God zal Voorzien
Velen die belijden volgelingen van Christus te zijn, hebben een bezorgd en angstig hart, omdat zij bang zijn zichzelf aan God toe te vertrouwen. Zij geven zich niet geheel aan God over; want zij schrikken terug voor de consequenties die zo”n gave met zich meebrengt. Tenzij zij deze overgave waar maken, zullen zij geen vrede vinden.
Er zijn velen, van wie het hart zucht onder de last van zorgen, omdat zij trachten de maatstaf van de wereld te bereiken. Zij hebben haar dienst verkozen, haar verwarringen aanvaard en haar gewoonten aangenomen. Daardoor is hun karakter bedorven en hun leven één vemioeienis. De voortdurende bezorgdheid put hun levenskrachten uit. Onze Heer vraagt hun dat juk der slavemij opzij te zetten. Hij nodigt hen uit Zijn juk op te nemen; Hij zegt: "Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht." (13) Gepieker maakt blind en maakt de toekomst onduidelijk; maar Jezus ziet het einde vanaf het begin. In iedere moeilijkheid staat Hij klaar om verlichting te brengen. "Het goede onthoudt Hij niet aan hen, die onberispelijk wandelen." (14)
Onze hemelse Vader heeft duizenden wegen om in onze noden te voorzien, waar wij niets van afweten. Zij die het ene beginsel - de dienst van God boven alles stellen - accepteren, zullen ontdekken dat alle verschrikkingen verdwijnen en een effen pad voor hun voeten ligt.
Het Geloof Aanmoedigen
De getrouwe uitvoering van de dagelijkse plichten is de beste voorbereiding voor de komende moeilijkheden. Verzamel niet alle mogelijkheden en zorgen van morgen om bij de lasten van heden te voegen. "Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad." (15)
Laten wij hoopvol zijn en moedig. Mistroostigheid in Gods dienst is zondig en onredelijk. Hij kent al onze behoeften. Aan de almacht van de Koning der koningen verenigt onze Ver- bondsgod de zachtheid en zorgen van een tedere schaapherder. Zijn macht is absoluut en het onderpand van een zekere vervfullmg van Zijn belofien voor allen die op Hem vertrouwen. Hij heeft middelen voor de verwijdering van de moeilijkheden, zodat zij, die Hem dienen en de middelen eren die Hij gebruikt,_gesterkt worden. Zijn liefde is zoveel hoger dan elke andere liefde als de hemel boven de aarde is. Hij waakt over Zijn kinderen met een eeuwige en onmeetbare liefde.
In de donkerste dagen, als er geen uitzicht schijnt te zijn, oefen dan geloof in God. Hij werkt Zijn wil uit en maakt alles wel ten behoeve van Zijn volk. De kracht van hen die Hem liefhebben en dienen, zal Hij dag aan dag vemieuwen. Hij is in staat en willig Zijn dienstknechten die hulp te schenken die zij nodig hebben. Hij zal hun de wijsheid geven die hun verschillende noden vragen.
De beproefde apostel Paulus zei: "Hij zeide tot mij, Mijn genade is u genoeg; want de kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid. Zeer gaame zal ik dus in zwakheid nog meer roemen, opdat de kracht van Christus over mij kome. Daarom heb ik een welbehagen in zwakheden, in smaadheden, noden, vervolgingen, benauwenissen ter wille van Chnstus, want als ik zwak ben, ben ik machtig." (16)
Verwijzingen: 1. 1 Petr. 4:12,13. 7. Matth.20:25,26 13. Matt 11:30. 2. Pred.9;10. 8. Filip.1:29. 14. PS.842ll. 3. Deut.34:10. 9. HIebr.11:8. 15. Matth.6:34. 4. Ps.75:7,8. 10. 1 Sam.2I9. 16. 2 Cor.12:9,10. 5. Jer.45.5. 11. Luc.5127. 6. Spr.4:7,8. 12. Luc.22.:35.
|