28 De invloed van het huisgezin

Er is geen belangrijker zendingsveld dan die aan vaders en moeders is toevertrouwd.

Het herstel en de verhefling van de mensheid beginnen in
het huisgezin. Het werk van de ouders is de grondslag van elk
ander werk. De maatschappij bestaat uit gezinnen en is wat de
gezinshoofden ervan maken. "Uit het hart zijn de oorsprongen
des levens" (l); en het hart van de gemeenschap, van de kerk,
van de natie, is het huisgezin. Het welzijn van de gemeenschap,
het succes van de kerk, en de welvaart van de natie hangen af
van de invloed die van de gezinnen uitgaat. Het belang en de
mogelijkheden van het huiselijk leven worden geïllustreerd in
het leven van Jezus. Hij, die uit de hemel kwam om ons
voorbeeld en onze leraar te zijn, bracht dertig jaar als lid van
het huisgezin in Nazareth door. Over deze jaren is het
bijbelverslag heel kort. Geen machtige wonderen trokken de
aandacht van de menigte. Geen onstuimige mensemnenigte
volgde Zijn voetstappen of luisterde naar Zijn woorden. Toch
vervulde Hij al deze jaren Zijn goddelijke zending. Hij leefde
als een van ons, deelde het huiselijk leven, onderwierp zich
aan discipline, voldeed aan Zijn plichten en droeg de lasten. In
de beschermende zorg van het nederige huisgezin had Hij deel
aan de ervaringen van de gewone man en Hij "nam toe in
wijsheid en grootte en genade bij God en mensen." (2)

Gedurende al deze jaren van afzondering vloeide Zijn leven
uit in stromen van sympathie en hulpvaardigheid. Zijn onzelf-
zuchtige en geduldige verdraagzaamheid, Zijn moed en trouw,
Zijn weerstand tegen verleiding, Zijn vohnaakte vrede en rustige
opgewektheid, waren een voortdurende inspiratie. Hij bracht
een zuivere, aangename sfeer ir1 het gezin, en Zijn leven was
een zuurdeeg dat te midden van de leden van de gemeenschap
werkte. Niemand zei dat Hij een wonder gewrocht had; toch
ging er kracht van Hem uit - de genezende, leven gevende
macht van de liefde - naar de verzochte, de zieke, de ontmoedigde.
Op een onopvallende wijze diende Hij vanaf Zijn kinderjaren
anderen, en hierdoor luisterden velen graag naar Hem toen Hij
Zijn openbaar dienstwerk begon.

De jeugdjaren van de Verlosser waren meer dan een voorbeeld
voor de jeugd. Zij zijn een les en zouden een bemoediging
moeten zijn voor elke vader en moeder. Het gezin en de buurt
vormen het eerste zendingsveld voor hen die willen werken
voor de verheffing van de medemens. Er is geen belangrijker
zendingsveld dan wat de stichters en wachters van het huisgezin
is toevertrouwd. Geen werk, aan menselijke wezens toever-
trouwd, brengt groter en verreikender resultaten mee dan het
werk van vaders en moeders.

De jeugd en de kinderen van heden zullen de toekomst van
de maatschappij bepalen, en wat deze jeugd en kinderen zullen
zijn, hangt af van het huisgezin. Het grootste deel van de ziekten,
de ellende en de misdaad, die de vloek van de maatschappij
zijn, kan herleid worden tot een gebrek aan goede leiding thuis.
Als het huiselijk leven zuiver en waarachtig was, als de kinderen
die uit die zorg voortkwamen voorbereid waren om de gevaren
en verantwoordelijkheden van het leven tegemoet te kumien
gaan, welke verandering zou in de wereld gezien worden.
Grote inspanningen worden geleverd, tijd, geld en arbeid
worden onbeperkt gestoken in ondememingen tot verbetering
van de slachtoffers van slechte gewoonten. En zelfs deze
pogingen zijn niet toereikend om aan de grote nood te voldoen.
En hoe klein zijn de resultaten! Hoe weinigen worden voor
altijd gered!

Menigten verlangen naar een beter leven, maar hun ontbreekt
de moed en de besluitkracht om weg te breken uit de macht
der gewoonte. Zij schrikken terug voor de insparming, de strijd
en de gevraagde offers, en hun levens worden verwoest en
geruïneerd. Zo worden zelfs mensen met het helderste verstand,
marmen met hoge aspiraties en edele vennogens, anderszins
door de natuur en hun opvoeding beschikt tot vervulling van
verantwoordelijke vertrouwensposities, verlaagd en zijn verloren
voor dit leven en het toekomende leven.

Voor hen die zich willen beteren is de strijd om hun menselijke
waardigheid te herwimien zeer bitter, en hun leven lang halen
zij, in een ontredderd gestel, met een weifelende wil, een
beschadigd intellect en verzwakte zielskracht, de oogst van hun
kwade gewoonten binnen. Hoeveel meer zou bereikt zijn als
het kwaad in het beginstadium was behandeld!

Dit werk rust in hoge mate op de ouders. Als er meer aandacht
werd besteed aan voorlichting van de ouders, hoe zij de
gewoonten en karakters van de kinderen moeten vormen in een
poging om de voortgang van omnatigheid en andere euvels die
als kankergezwellen in het maatschappelijk leven vreten, te
stuiten, zou honderdmaal meer resultaat bereikt worden. Ge-
woonten die zo”n sterke dnjfveer tot het kwaad zijn, kunnen
door de ouders, en dat ligt in him macht, tot een drijfveer ten
goede gemaakt worden. Zij hebben met de stroom te maken
waar die ontspring en het ligt aan hen om die in de juiste banen
te leiden.

Ouders kunnen voor hun kinderen de grondslag leggen voor
een gezond en gelukkig leven. Zij kmmen hen van huis laten
gaan met de morele kracht om verzoeking te weerstaan, en de
moed en het vennogen om succesvol de problemen van het
leven aan te kunnen. Zij kumen in hen het voomemen inspireren
en de macht ontwikkelen om him leven tot eer van God te
leven en tot zegen voor de wereld. Zij kunnen gebaande wegen
voor hun voeten maken, door zormeschijn en schaduw, naar de
heerlijke hoogten.

Een les uit het Leven van Alledag

De invloed van het huisgezin strekt zich verder uit dan de
eigen leden. Het christelijke gezin moet een voorbeeld zijn dat
de uitnemendheid van de ware levensbeginselen schildert. Zo”n
illustratie zal een macht ten goede zijn in de wereld. Veel
machtiger dan welke preek ook, is de invloed die uitgaat van
een waarachtig gezin. Als de jeugd uit zo°n huis uitzwennt,
worden de lessen die zij daar geleerd hebben, uitgedragen.
Edeler beginselen worden aan andere huishoudens medegedeeld
en een verheffende invloed werkt in op de gemeenschap.

Gastvrijheid

Er zijn vele naasten voor wie wij ons tehuis tot een zegen
kunnen maken. Onze sociale genoegens moesten niet beheerst
worden door wereldse gewoonten, maar door de Geest van
Christus en de leer van Zijn woord. De Israëlieten sloten in al
hun festiviteiten de armen en de vreemdelingen in, alsook de
Leviet, die zowel assistent van de priester in het heiligdom was,
als godsdienstleraar en zendeling. Dezen werden als gasten van
het volk beschouwd, om in hun gastvrijheid op alle gelegenheden
van sociale en godsdienstige vreugden te delen, en die in ziekte
en nood hartelijk verzorgd werden. Zulke mensen moeten wij
in ons huis verwelkomen. Hoeveel kan zo”n welkom soms niet
betekenen voor een zendingsverpleegster of een leraar, de met
zorg belaste, hardwerkende moeder, of de zwakke bejaarde,
dikwijls zonder eigen thuis, en worstelend met amroede en vele
ontmoedigingen, om ze op te vrolijken en te bemoedigen.
"Wanneer gij een middag- of avondmaal gereed maakt," zegt
Christus, "roep dan niet uw vrienden, noch uw broeders, noch
de familie, noch uw rijke buren; zij zouden u temgvragen en
u een vergoeding doen. Maar wanneer u een feest aanricht,
roep de armen, de mismaakten, de lammen, de blinden; en gij
zult zalig zijn, omdat zij niets hebben om u terug te betalen.
Want het zal u terugbetaald worden bij de opstanding der
rechtvaardigen." (3)

Dit zijn gasten, die het u niet moeilijk zullen maken te
ontvangen. U zult hen niet op een buitengewone wijze behoeven
te onthalen. U behoefi er geen vertoning van te maken. Een
wann hartelijk welkom, een plaats aan uw haard, een plaats
aan uw tafel, het voorrecht om in het uur van gebed de zegen
te delen, zou voor vele mensen als een glimp van de hemel
zijn."

Ons medeleven moet buiten de grenzen van onszelf en de
ingeslotenheid van onze farniliebanden uitgaan. Er zijn kostbare
gelegenheden om ons huis voor anderen tot een zegen te maken.
Sociale invloedis een wonderbaarlijke macht. Wij kunnen het
als een middel gebruiken om anderen om ons heen te helpen.
Ons huis zou een toevluchtsoord moeten zijn voor de jeugd
die verleid wordt. Er zijn velen die op een kruisptmt staan.
Iedere invloed elke indruk, beslist de keuze die hun bestemming
vormt, voor nu en voor het hiemamaals. Het kwaad nodigt hen
uit. Die plaatsen zijn schitterend en aantrekkelijk. Zij heten
iedere bezoeker welkom. Overal om ons heen zijn jonge mensen
die geen tehuis hebben, en velen van wie het tehuis geen
helpende, verheffende kracht heeft, en de jeugd drijft af naar
het kwade. Zij gaan hun ondergang tegemoet in de schaduw
van onze eigen huisdeur.

Deze jeugd heeft een hand nodig die in medeleven naar hen
wordt uitgestoken. Vriendelijke woorden, kleine attenties, zullen
de wolken van verzoeking die zich over de ziel samenbundelen,
wegvagen. Het uitdrukking geven aan echte, door God ingegeven
sympathie heeft macht om de deuren van harten te openen, die
de geur van christelijke woorden van node hebben en een
eenvoudige zachte aanraking van de geest van Christus” liefde.
Als wij belang stelden in de jeugd, hen in onze gezinnen zouden
uitnodigen en hen omringen met opgewekte, hulpvaardige
invloeden, zouden velen met blijdschap hun stappen naar het
pad opwaarts richten.

's Levens Kansen

Onze tijd hier is zo kort. Wij zijn hier op deze wereld slechts
eemnaal; laten wij zolang wij hier zijn, het beste van ons leven
maken. Het werk waartoe wij geroepen zijn, eist geen weelde,
geen sociale positie en geen grote kundigheden. Het vraagt een
vriendelijke, zelfopofferende geest en een vast omlijnd doel.
Een kaars, hoe klein ook, als die steeds brandende wordt
gehouden, kan een middel zijn om vele andere kaarsen aan te
steken. Onze invloedssfeer mag klein lijken, onze mogelijkheden
weinig, onze kansen klein, onze verworvenheden begrensd, toch
krijgen wij wonderbaarlijke gelegenheden door een getrouwelijk
gebruik van de kansen in onze eigen huisgezinnen. Als wij
onze harten en huizen openen voor de goddelijke beginselen
van het leven, zullen wij kanalen worden voor stromen van
leven gevende krachten. Vanuit ons tehuis zal een stroom van
genezing vloeien, die leven, schoonheid en vruchtbaarheid
brengt, waar nu dorheid en gebrek is.

Verwijzingen:
1. Spr.4:23.
2. Luk.2:52.
3. Luk.14:12-14.