16 Gebeden voor de zieken
"Het gelovig gebed zal de zieke genezen."
De Schrift zegt dat "men altijd moest bidden, en niet
verslappen", (1) en als er ooit een tijd is dat men behoefie tot
gebed gevoelt, is dat wanneer de krachten verdwijnen en het
leven schijnt weg te ebben. Dikwijls vergeten gezonde mensen
de wonderbare genade, die hun dag na dag, jaar na jaar
geschonken wordt, en zij brengen geen dank voor al Zijn
zegeningen. Maar wanneer ziekte komt, denken zij aan God.
Als menselijke krachten afiiemen, voelen mensen hun behoefte
aan goddelijke hulp. En nooit keert onze barmhartige God zich
af van de ziel die in oprechtheid bij Hem hulp zoekt. Hij is
onze toevlucht in ziekte evenzeer als in gezondheid.
"Gelijk een vader zich ontfennt over zijn kinderen,
ontfennt Zich de Here over wie Hem vrezen.
Want Hij weet wat maaksel wij zijn,
gedachtig dat wij stof zijn." (2)
"Er waren dwazen, die wegens hun zondige wandel
en wegens hun ongerechtigheden gepijnigd werden;
hun ziel gmwde van elke spijze,
zij waren de poorten des doods nabij." (3)
"Toen riepen zij tot de Here in hun benauwdheid,
en Hij verloste hen uit hun angsten;
Hij zond Zijn woord, Hij genas hen
en deed hen aan de groeve ontkomen." (4)
God is nu even bereid de zieken hun gezondheid terug te
geven als toen de Heilige Geest deze woorden tot de psahnist
sprak. En Christus is nu dezelfde meevoelende Geneesheer als
die Hij gedurende Zijn aardse díenstwerk was. In Hem is er
helende balsem voor iedere ziekte, herstellende kracht voor
ieder gebrek. Zijn discipelen van deze tijd moeten even goed
voor de zieken bidden als de discipelen vanouds deden. En
genezingen zullen volgen; want "het gelovige gebed zal de
lijder gezond maken." Wij hebben de kracht van de Heilige
Geest, kalme zekerheid des geloofs, die aanspraak kan maken
op Gods beloften. De belofte van de Here "Zij zullen de zieken
de handen opleggen, en zij zullen genezen," (5) is nu even
betrouwbaar als in de dagen van de apostelen. Het toont het
voorrecht van Gods kinderen en ons geloof moest beslag leggen
op alles wat dat inhoudt. Christus” dienstknechten zijn het kanaal
van Zijn werking en door hen wenst Hij Zijn helende macht
uit te oefenen. Het is ons werk de zieken en lijdenden aan God
op te dragen in de armen van ons geloof. Wij moeten hen leren
de grote Geneesheer te geloven.
De Verlosser wenst, dat wij de zieken, de hopelozen, de
gekwelden, bemoedigen om Zijn kracht vast te grijpen. Door
geloof en gebed mag de ziekenkamer veranderd worden in een
Bethel. In woord en daad mogen artsen en verpleegsters zeggen,
zo eenvoudig dat het niet misverstaan kan worden, "God is op
deze plaats," om te redden, niet om te vemietigen. Christus
wenst aan Zijn aanwezigheid gestalte te geven in de ziekenkamer
en de harten van de dokters en verpleegsters te vervullen met
de zoetheid van Zijn liefde. Als het leven van de ziekenverzorgers
zodanig is dat Christus met hen aan het ziekbed van de patiënt
kan komen, zal hij de overtuiging krijgen dat de medelijdende
Verlosser aanwezig is en deze overtuiging zal veel doen in de
genezing van ziel zowel als lichaam.
En God verhoort het gebed. Christus heeft gezegd: "Indien
gij Mij iets vraagt in Mijn naam, Ik zal het doen." (6) Ook
zegt Hij: "Indien iemand Mij wil dienen,... de Vader zal hem
eren." (7) Als wij naar Zijn woord leven, zal iedere kostbare
belofie die Hij ons gegeven heefi, voor ons vervuld worden.
Wij verdienen Zijn genade niet, maar als wij onszelf aan Hem
geven, ontvangt Hij ons. Hij zal werken voor en door degenen
die hem volgen.
Voorwaarden voor Beantwoord Gebed
Maar slechts als we leven in gehoorzaamheid aan Zijn woord,
kunnen wij aanspraak maken op Zijn belofien. De Psahriist
zegt: "Had ik onrecht beoogd in mijn hart, dan zou de Here
niet hebben gehoord." (8) Als wij Hem slechts eengedeeltelijke,
halfliartige gehoorzaamheid aanbieden, zullen Zijn beloften in
ons niet vervuld worden
In het woord van God hebben wij aanwijzingen met betrekking
tot speciale gebeden voor de genezing van zieken. Maar het
brengen van zo”n gebed is een heel emstige daad en moet pas
gedaan worden na zorgvuldig overleg. In vele gevallen van
gebed voor genezing van zieken is dat wat geloof genoemd
wordt, niets minder dan aamnatiging.
Vele personen brengen ziekte op zichzelf door hun onmatig-
heid. Zij hebben niet geleefd in overeenstemming met de
natuurwetten of de beginselen van strikte hygiëne. Anderen
hebben de gezondheidswetten veronachtzaamd in gewoonten
van eten en drinken, kleding en werken. Dikwijls is een of
andere vorm van ondeugd de oorzaak van zwakheid van geest
en lichaam. Zouden deze personen de zegen der gezondheid
he iwinnen, dan zouden velen van hen dezelfde weg van achteloze
overtreding van Gods wetten voor lichaam en geest voortzetten,
met de redenering, dat als God hen geneest in antwoord op
gebed, zij de vrijheid hebben om hun ongezonde praktijken te
vervolgen en aan hun verdorven eetlust zonder grenzen toe te
geven. Als God een wonder zou doen in de genezing van deze
personen, zou Hij de zonde aanmoedigen.
Het is verloren moeite om mensen te leren op God te zien
als een genezer voor hun gebreken, tenzij hun geleerd wordt
ook hun ongezonde praktijken op zij te zetten. Teneinde Zijn
zegen te ontvangen in antwoord op gebed, moeten zij ophouden
kwaad te doen en leren om het goede te doen. Hun omgeving
moet hygiënisch zijn, hun levensgewoonten correct. Zij moeten
in hannonie leven met de wetten van God, zowel de natuurwet
als de zedenwet.
Belijden van Zonde
Aan hen die gebed wensen voor hun herstel, moet worden
duidelijk gemaakt dat overtreding van Gods wetten, zowel de
natuur- als de zedenwet, zonde is en dat, teneinde Zijn zegen
te ontvangen, zonde moet worden beleden en nagelaten.
De Schritt gebiedt ons: "Belijdt daarom elkander uw zonden
en bidt voor elkander, opdat gij genezing ontvangt." (9) Leg
degene die om gebed vraagt deze gedachte voor: "Wij kunnen
de harten niet lezen, of de geheimen van uw leven weten. Deze
zijn slechts bij God en uzelf bekend. Als u berouw hebt over
uw zonden, is het uw plicht daarvan belijdenis te doen." Zonde
van een privé karakter moet aan Christus worden beleden, de
enige bemiddelaar tussen God en mens. Want "Indien iemand
gezondígd heefi, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus
Christus, de rechtvaardige." (10) Iedere zonde is een belediging
van God en moet Hem beleden worden door Christus. Ieder
open zonde moet even openlijk beleden worden. Een verkeerde
daad tegen een medemens moet rechtgezet worden met degene
die dat is aangedaan. Als mensen genezing zoeken en schuldig
zijn aan kwaadspreken, als zij thuis moeilijkheden veroorzaakt
hebben, of in de buurt of in de kerk, en vijandschap opgewekt
hebben en tweedracht, als zij door enig verkeerd gedrag anderen
tot zonde gebracht hebben, zouden al deze dingen voor God
beleden moeten worden en voor degenen die daardoor geschaad
zijn. "Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en
rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen
van alle ongerechtigheid." (1 1)
Wanneer fouten zijn rechtgezet, moeten wij de noden van de
zieken aan God voorleggen in kalm geloof, zoals Zijn Geest
aangeefi. Hij kent iedere persoon bij naam en zorgt voor ieder
alsof er gaan andere op aarde was voor wie Hij Zijn geliefde
Zoon gegeven heeft. Omdat Gods liefde zo groot en onuitputtelijk
is, moesten de zieken aangemoedigd worden op Hem te
vertrouwen en opgewekt te zijn. Zorgelijkheid leidt tot zwakheid
en ziekte. Als zij zich boven depressies en somberheid kunnen
uitwerken, zal hun vooruitzicht op herstel beter worden; want
"des Heren oog is op degenen die op zijn goedertierenheid
hopen." (12)
Onderwerping aan Gods Wil
In het gebed voor zieken moest er aan gedacht worden dat
"wij niet weten wat wij bidden zullen naar behoren." (13) Wij
weten niet of de zegen die wij vragen, goed zal zijn of niet.
Daarom zouden onze gebeden deze gedachte moeten insluiten:
"Here, Gij kent de geheimen van de ziel. U bent bekend met
deze personen. Jezus, hun Middelaar gaf Zijn leven voor hen.
Zijn liefde voor hen is groter dan de onze ooit zou kunnen zijn.
Als het daarom tot uw eer is en ten goede van de gekwelden,
vragen wij in de naam van Jezus, dat zij weer mogen herstellen.
Als het niet Uw wil is dat zij genezen, vragen wij dat Uw
genade hen mag troosten en Uw aanwezigheid hen mag steunen
in hun lijden."
God weet het einde vanaf het begin. Hij kent de harten van
alle mensen. Hij leest elk geheim van de ziel. Hij weet of
degenen voor wie gebeden worden opgezonden, wel of niet in
staat zijn om de moeilijkheden die zij zullen moeten doorstaan,
te verdragen als zij in leven blijven. Hij weet of hun leven een
zegen of vloek zal zijn voor henzelf en voor de wereld. Dit is
de reden waarom wij in het doen van voorbeden met emst
moeten zeggen: "Doch niet mijn wil, maar de Uwe geschiede!"
(14) Jezus voegde bij Zijn gebed deze woorden van onderwerping
aan de wijsheid en de wil van God, toen Hij in de Hof van
Getsémane pleitte: "Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat
deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan." (15) En als zij passend
waren voor Hem, de Zoon van God, hoeveel meer betamelijk
zijn zij dan op de lippen van begrensde, dwalende stervelingen!
De juiste weg is, onze wensen aan onze alwijze hemelse Vader
op te dragen en dan in volmaakt vertrouwen het aan Hem over
te laten. Wij weten dat God ons hoort als wij overeenkomstig
Zijn wil vragen. Maar ons aandringen zonder onderworpen geest
is niet juist; onze gebeden moeten niet de vonn hebben van
een gebod, maar van een voorbede.
Er zijn gevallen waar God beslissend werkt door Zijn
goddelijke macht in het herstel van gezondheid. Maar niet alle
zieken worden genezen. Velen worden ter ruste in Jezus gelegd.
Johannes op het eiland Patmos werd gezegd te schrijven: "Zalig
zijn de doden, die in de Here sterven, want hun werken volgen
hen na." (16) Hieruit zien we, dat als personen niet weer
herstellen, zij daarom niet veroordeeld worden voor gebrek aan
geloof.
Wij wensen allen onmiddellijke en directe antwoorden op
onze gebeden en worden verleid om ontmoedigd te worden
wanneer het antwoord op zich laat wachten of in een onverwachte
vonn komt. Maar God is te wijs en te goed om onze gebeden
altijd op die tijd en wijze te beantwoorden als wij dat wensen.
Hij wil meer en beter voor ons doen dan al onze wensen
vervullen. En omdat wij op Zijn wijsheid en liefde kunnen
vertrouwen, moesten wij Hem niet vragen aan onze wil te
voldoen, maar moeten wij naar Zijn bedoeling zoeken en die
ten uitvoer brengen. Onze wensen en belangen moeten opgaan
in Zijn wil. Deze ervaringen die het geloof toetsen zijn voor
ons van nut. Daardoor wordt duidelijk of ons geloof echt en
emstig is, rustend in Gods woord alleen, of dat die aflrangt van
omstandigheden, die onzeker en veranderlijk zijn. Het geloof
wordt versterkt door oefening. Wij moeten vohnaakt geduld
beoefenen, bedenkend dat er kostbare beloften in de Schriften
zijn voor degenen die op de Here wachten.
Niet allen vatten deze beginselen. Velen die Gods genezende
genade zoeken, denken dat zij direct en onmiddellijk antwoord
op hun gebeden moeten hebben of dat hun geloof tekort schiet.
Daarom moeten degenen die door ziekte verzwakt zijn, ver-
standige raad krijgen, opdat zij met wijs beleid handelen. Zij
moeten hun plicht tegenover de vrienden die hen mogen
overleven, niet negeren, of het toepassen van natuurlijke
middelen voor herstel van gezondheid veronaehtzamen.
Dikwijls is er gevaar voor vergissingen. In het geloof dat zij
genezen worden in antwoord op hun gebed, vrezen zij dat het
zelf iets doen, wijst op gebrek aan geloof. Maar zij moeten niet
nalaten hun zaken op orde te stellen, zoals zij gedaan zouden
hebben als zij verwachten door de dood weggenomen te worden.
Noch zouden zij moeten vrezen om woorden van bemoediging
of raad te spreken die zij in het afscheidsuur tot him geliefden
zouden willen richten.
Genezende Middelen; Bijbelse Voorbeelden
Wie genezing zoeken door gebed, moeten niet nalaten gebruik
te maken van de middelen tot genezing die binnen hun bereik
liggen. Het is geen ontkenning van het geloof om die middelen
waarin God voorzien heeft om pijn te verlichten en de natuur
in haar werking tot herstel te helpen, te gebruiken. Het is geen
ontkeming van geloof om met God samen te werken en zich
in de meest gunstige conditie tot herstel te plaatsen. God heefi
het in onze macht gelegd om kem1is te verkrijgen van de
levenswetten. Deze kennis is binnen ons bereik geplaatst om
er gebruik van te maken. Wij moeten elke mogelijkheid
aangrijpen voor herstel van onze gezondheid, elk mogelijk nut
aangrijpen dat in overeenstemming is met de natuurwetten.
Wanneer wij bidden voor het herstel van zieken, kunnen wij
met des te meer energie werken, God dankend dat wij het
voorrecht hebben met Hem samen te werken, met gebed om
Zijn zegen over de middelen die Hij zelf heeft verzorgd.
Wij hebben de goedkeuring van het woord van God voor het
gebruik van geneesmiddelen. Hiskia, de koning van Israël, was
ziek en Gods profeet bracht hem de boodschap dat hij moest
sterven. Hij riep tot den Here, en de Heer verhoorde Zijn
dienstknecht en zond hem een boodschap dat vijftien jaren aan
zijn leven zouden worden toegevoegd. Een woord van God zou
Hiskia omniddellijk genezen hebben; maar speciale aanwijzingen
werden gegeven: "Men neme een vijgekoek en legge die op de
zweer, dan zal Hij genezen." (17)
Bij een gelegenheid bestreek Jezus de ogen van een blinde
man met klei en zei hem: Ga en was u in het water van Siloam...
Hij ging heen, waste zich en kwam ziende terug." (18) De
genezing kon slechts door de macht van de grote Geneesheer
tot stand worden gebracht, toch maakte Christus gebruik van
de eenvoudige middelen uit de natuur. Terwijl Hij geen
goedkeuring hechtte aan het gebruik van schadelijke medicijnen,
bekrachtigde Hij de toepassing van eenvoudige natuurlijke
middelen.
Wanneer wij gebeden hebben voor het herstel van zieken,
wat ook de uitkomst van het geval mag zijn, laten wij nooit
het geloof in God verliezen. Als het voor ons is weggelegd
iemand te verliezen, laat ons dan de bittere pil slikken, in de
gedachte dat God ons die voorhoudt. Maar zou de gezondheid
hersteld worden, laten wij dan niet vergeten, dat de ontvanger
van de genezende genade onder vemieuwde verplichtingen
tegenover zijn Schepper geplaatst is. Toen de tien melaatsen
gereinigd werden, kwam er slechts één bij Jezus tenig om Hem
ere en dank te brengen. Laat niemand van ons even gedachteloos
zijn als de negen, van wie de harten niet geraakt werden door
de genade van God. "Iedere gave, die goed, en elk geschenk,
dat vohnaakt is, daalt van boven neder, van de Vader der lichten,
bij wie geen verandering of zweem van ommekeer is." (19)
Verwijzingen:
1. Luc.18:1.
2. Ps.103:l3,l4.
3. Ps.107:17,18
4. Ps.107:19,20
5. Marc.l6:18.
6. Joh.14:14.
7. Joh.12:26.
8. Ps.66:18.
9. Jac.5:16.
10. 1 Joh.2:1.
11. 1Joh.1:9.
12. Ps.33:18.
13. Rom.8:26.
14. Luc.22:42.
15. Matth. 26:39
16. Openb.14: 13.
17. Jes.38:2l.
18. Joh.9:7.
19. Jac.1:17.