"Het gelovig gebed zal de zieke genezen."
De Schrift zegt dat "men altijd moest bidden, en niet verslappen", (1) en als er ooit een tijd is dat men behoefie tot gebed gevoelt, is dat wanneer de krachten verdwijnen en het leven schijnt weg te ebben. Dikwijls vergeten gezonde mensen de wonderbare genade, die hun dag na dag, jaar na jaar geschonken wordt, en zij brengen geen dank voor al Zijn zegeningen. Maar wanneer ziekte komt, denken zij aan God. Als menselijke krachten afiiemen, voelen mensen hun behoefte aan goddelijke hulp. En nooit keert onze barmhartige God zich af van de ziel die in oprechtheid bij Hem hulp zoekt. Hij is onze toevlucht in ziekte evenzeer als in gezondheid.
"Gelijk een vader zich ontfennt over zijn kinderen, ontfennt Zich de Here over wie Hem vrezen. Want Hij weet wat maaksel wij zijn, gedachtig dat wij stof zijn." (2)
"Er waren dwazen, die wegens hun zondige wandel en wegens hun ongerechtigheden gepijnigd werden; hun ziel gmwde van elke spijze, zij waren de poorten des doods nabij." (3)
"Toen riepen zij tot de Here in hun benauwdheid, en Hij verloste hen uit hun angsten; Hij zond Zijn woord, Hij genas hen en deed hen aan de groeve ontkomen." (4)
God is nu even bereid de zieken hun gezondheid terug te geven als toen de Heilige Geest deze woorden tot de psahnist sprak. En Christus is nu dezelfde meevoelende Geneesheer als die Hij gedurende Zijn aardse díenstwerk was. In Hem is er helende balsem voor iedere ziekte, herstellende kracht voor ieder gebrek. Zijn discipelen van deze tijd moeten even goed voor de zieken bidden als de discipelen vanouds deden. En genezingen zullen volgen; want "het gelovige gebed zal de lijder gezond maken." Wij hebben de kracht van de Heilige Geest, kalme zekerheid des geloofs, die aanspraak kan maken op Gods beloften. De belofte van de Here "Zij zullen de zieken de handen opleggen, en zij zullen genezen," (5) is nu even betrouwbaar als in de dagen van de apostelen. Het toont het voorrecht van Gods kinderen en ons geloof moest beslag leggen op alles wat dat inhoudt. Christus” dienstknechten zijn het kanaal van Zijn werking en door hen wenst Hij Zijn helende macht uit te oefenen. Het is ons werk de zieken en lijdenden aan God op te dragen in de armen van ons geloof. Wij moeten hen leren de grote Geneesheer te geloven.
De Verlosser wenst, dat wij de zieken, de hopelozen, de gekwelden, bemoedigen om Zijn kracht vast te grijpen. Door geloof en gebed mag de ziekenkamer veranderd worden in een Bethel. In woord en daad mogen artsen en verpleegsters zeggen, zo eenvoudig dat het niet misverstaan kan worden, "God is op deze plaats," om te redden, niet om te vemietigen. Christus wenst aan Zijn aanwezigheid gestalte te geven in de ziekenkamer en de harten van de dokters en verpleegsters te vervullen met de zoetheid van Zijn liefde. Als het leven van de ziekenverzorgers zodanig is dat Christus met hen aan het ziekbed van de patiënt kan komen, zal hij de overtuiging krijgen dat de medelijdende Verlosser aanwezig is en deze overtuiging zal veel doen in de genezing van ziel zowel als lichaam.
En God verhoort het gebed. Christus heeft gezegd: "Indien gij Mij iets vraagt in Mijn naam, Ik zal het doen." (6) Ook zegt Hij: "Indien iemand Mij wil dienen,... de Vader zal hem eren." (7) Als wij naar Zijn woord leven, zal iedere kostbare belofie die Hij ons gegeven heefi, voor ons vervuld worden. Wij verdienen Zijn genade niet, maar als wij onszelf aan Hem geven, ontvangt Hij ons. Hij zal werken voor en door degenen die hem volgen.
Voorwaarden voor Beantwoord Gebed
Maar slechts als we leven in gehoorzaamheid aan Zijn woord, kunnen wij aanspraak maken op Zijn belofien. De Psahriist zegt: "Had ik onrecht beoogd in mijn hart, dan zou de Here niet hebben gehoord." (8) Als wij Hem slechts eengedeeltelijke, halfliartige gehoorzaamheid aanbieden, zullen Zijn beloften in ons niet vervuld worden
In het woord van God hebben wij aanwijzingen met betrekking tot speciale gebeden voor de genezing van zieken. Maar het brengen van zo”n gebed is een heel emstige daad en moet pas gedaan worden na zorgvuldig overleg. In vele gevallen van gebed voor genezing van zieken is dat wat geloof genoemd wordt, niets minder dan aamnatiging.
Vele personen brengen ziekte op zichzelf door hun onmatig- heid. Zij hebben niet geleefd in overeenstemming met de natuurwetten of de beginselen van strikte hygiëne. Anderen hebben de gezondheidswetten veronachtzaamd in gewoonten van eten en drinken, kleding en werken. Dikwijls is een of andere vorm van ondeugd de oorzaak van zwakheid van geest en lichaam. Zouden deze personen de zegen der gezondheid he iwinnen, dan zouden velen van hen dezelfde weg van achteloze overtreding van Gods wetten voor lichaam en geest voortzetten, met de redenering, dat als God hen geneest in antwoord op gebed, zij de vrijheid hebben om hun ongezonde praktijken te vervolgen en aan hun verdorven eetlust zonder grenzen toe te geven. Als God een wonder zou doen in de genezing van deze personen, zou Hij de zonde aanmoedigen.
Het is verloren moeite om mensen te leren op God te zien als een genezer voor hun gebreken, tenzij hun geleerd wordt ook hun ongezonde praktijken op zij te zetten. Teneinde Zijn zegen te ontvangen in antwoord op gebed, moeten zij ophouden kwaad te doen en leren om het goede te doen. Hun omgeving moet hygiënisch zijn, hun levensgewoonten correct. Zij moeten in hannonie leven met de wetten van God, zowel de natuurwet als de zedenwet.
Belijden van Zonde
Aan hen die gebed wensen voor hun herstel, moet worden duidelijk gemaakt dat overtreding van Gods wetten, zowel de natuur- als de zedenwet, zonde is en dat, teneinde Zijn zegen te ontvangen, zonde moet worden beleden en nagelaten. De Schritt gebiedt ons: "Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij genezing ontvangt." (9) Leg degene die om gebed vraagt deze gedachte voor: "Wij kunnen de harten niet lezen, of de geheimen van uw leven weten. Deze zijn slechts bij God en uzelf bekend. Als u berouw hebt over uw zonden, is het uw plicht daarvan belijdenis te doen." Zonde van een privé karakter moet aan Christus worden beleden, de enige bemiddelaar tussen God en mens. Want "Indien iemand gezondígd heefi, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de rechtvaardige." (10) Iedere zonde is een belediging van God en moet Hem beleden worden door Christus. Ieder open zonde moet even openlijk beleden worden. Een verkeerde daad tegen een medemens moet rechtgezet worden met degene die dat is aangedaan. Als mensen genezing zoeken en schuldig zijn aan kwaadspreken, als zij thuis moeilijkheden veroorzaakt hebben, of in de buurt of in de kerk, en vijandschap opgewekt hebben en tweedracht, als zij door enig verkeerd gedrag anderen tot zonde gebracht hebben, zouden al deze dingen voor God beleden moeten worden en voor degenen die daardoor geschaad zijn. "Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid." (1 1)
Wanneer fouten zijn rechtgezet, moeten wij de noden van de zieken aan God voorleggen in kalm geloof, zoals Zijn Geest aangeefi. Hij kent iedere persoon bij naam en zorgt voor ieder alsof er gaan andere op aarde was voor wie Hij Zijn geliefde Zoon gegeven heeft. Omdat Gods liefde zo groot en onuitputtelijk is, moesten de zieken aangemoedigd worden op Hem te vertrouwen en opgewekt te zijn. Zorgelijkheid leidt tot zwakheid en ziekte. Als zij zich boven depressies en somberheid kunnen uitwerken, zal hun vooruitzicht op herstel beter worden; want "des Heren oog is op degenen die op zijn goedertierenheid hopen." (12)
Onderwerping aan Gods Wil
In het gebed voor zieken moest er aan gedacht worden dat "wij niet weten wat wij bidden zullen naar behoren." (13) Wij weten niet of de zegen die wij vragen, goed zal zijn of niet. Daarom zouden onze gebeden deze gedachte moeten insluiten: "Here, Gij kent de geheimen van de ziel. U bent bekend met deze personen. Jezus, hun Middelaar gaf Zijn leven voor hen. Zijn liefde voor hen is groter dan de onze ooit zou kunnen zijn. Als het daarom tot uw eer is en ten goede van de gekwelden, vragen wij in de naam van Jezus, dat zij weer mogen herstellen. Als het niet Uw wil is dat zij genezen, vragen wij dat Uw genade hen mag troosten en Uw aanwezigheid hen mag steunen in hun lijden."
God weet het einde vanaf het begin. Hij kent de harten van alle mensen. Hij leest elk geheim van de ziel. Hij weet of degenen voor wie gebeden worden opgezonden, wel of niet in staat zijn om de moeilijkheden die zij zullen moeten doorstaan, te verdragen als zij in leven blijven. Hij weet of hun leven een zegen of vloek zal zijn voor henzelf en voor de wereld. Dit is de reden waarom wij in het doen van voorbeden met emst moeten zeggen: "Doch niet mijn wil, maar de Uwe geschiede!" (14) Jezus voegde bij Zijn gebed deze woorden van onderwerping aan de wijsheid en de wil van God, toen Hij in de Hof van Getsémane pleitte: "Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan." (15) En als zij passend waren voor Hem, de Zoon van God, hoeveel meer betamelijk zijn zij dan op de lippen van begrensde, dwalende stervelingen! De juiste weg is, onze wensen aan onze alwijze hemelse Vader op te dragen en dan in volmaakt vertrouwen het aan Hem over te laten. Wij weten dat God ons hoort als wij overeenkomstig Zijn wil vragen. Maar ons aandringen zonder onderworpen geest is niet juist; onze gebeden moeten niet de vonn hebben van een gebod, maar van een voorbede.
Er zijn gevallen waar God beslissend werkt door Zijn goddelijke macht in het herstel van gezondheid. Maar niet alle zieken worden genezen. Velen worden ter ruste in Jezus gelegd. Johannes op het eiland Patmos werd gezegd te schrijven: "Zalig zijn de doden, die in de Here sterven, want hun werken volgen hen na." (16) Hieruit zien we, dat als personen niet weer herstellen, zij daarom niet veroordeeld worden voor gebrek aan geloof.
Wij wensen allen onmiddellijke en directe antwoorden op onze gebeden en worden verleid om ontmoedigd te worden wanneer het antwoord op zich laat wachten of in een onverwachte vonn komt. Maar God is te wijs en te goed om onze gebeden altijd op die tijd en wijze te beantwoorden als wij dat wensen. Hij wil meer en beter voor ons doen dan al onze wensen vervullen. En omdat wij op Zijn wijsheid en liefde kunnen vertrouwen, moesten wij Hem niet vragen aan onze wil te voldoen, maar moeten wij naar Zijn bedoeling zoeken en die ten uitvoer brengen. Onze wensen en belangen moeten opgaan in Zijn wil. Deze ervaringen die het geloof toetsen zijn voor ons van nut. Daardoor wordt duidelijk of ons geloof echt en emstig is, rustend in Gods woord alleen, of dat die aflrangt van omstandigheden, die onzeker en veranderlijk zijn. Het geloof wordt versterkt door oefening. Wij moeten vohnaakt geduld beoefenen, bedenkend dat er kostbare beloften in de Schriften zijn voor degenen die op de Here wachten.
Niet allen vatten deze beginselen. Velen die Gods genezende genade zoeken, denken dat zij direct en onmiddellijk antwoord op hun gebeden moeten hebben of dat hun geloof tekort schiet. Daarom moeten degenen die door ziekte verzwakt zijn, ver- standige raad krijgen, opdat zij met wijs beleid handelen. Zij moeten hun plicht tegenover de vrienden die hen mogen overleven, niet negeren, of het toepassen van natuurlijke middelen voor herstel van gezondheid veronaehtzamen. Dikwijls is er gevaar voor vergissingen. In het geloof dat zij genezen worden in antwoord op hun gebed, vrezen zij dat het zelf iets doen, wijst op gebrek aan geloof. Maar zij moeten niet nalaten hun zaken op orde te stellen, zoals zij gedaan zouden hebben als zij verwachten door de dood weggenomen te worden. Noch zouden zij moeten vrezen om woorden van bemoediging of raad te spreken die zij in het afscheidsuur tot him geliefden zouden willen richten.
Genezende Middelen; Bijbelse Voorbeelden
Wie genezing zoeken door gebed, moeten niet nalaten gebruik te maken van de middelen tot genezing die binnen hun bereik liggen. Het is geen ontkenning van het geloof om die middelen waarin God voorzien heeft om pijn te verlichten en de natuur in haar werking tot herstel te helpen, te gebruiken. Het is geen ontkeming van geloof om met God samen te werken en zich in de meest gunstige conditie tot herstel te plaatsen. God heefi het in onze macht gelegd om kem1is te verkrijgen van de levenswetten. Deze kennis is binnen ons bereik geplaatst om er gebruik van te maken. Wij moeten elke mogelijkheid aangrijpen voor herstel van onze gezondheid, elk mogelijk nut aangrijpen dat in overeenstemming is met de natuurwetten. Wanneer wij bidden voor het herstel van zieken, kunnen wij met des te meer energie werken, God dankend dat wij het voorrecht hebben met Hem samen te werken, met gebed om Zijn zegen over de middelen die Hij zelf heeft verzorgd. Wij hebben de goedkeuring van het woord van God voor het gebruik van geneesmiddelen. Hiskia, de koning van Israël, was ziek en Gods profeet bracht hem de boodschap dat hij moest sterven. Hij riep tot den Here, en de Heer verhoorde Zijn dienstknecht en zond hem een boodschap dat vijftien jaren aan zijn leven zouden worden toegevoegd. Een woord van God zou Hiskia omniddellijk genezen hebben; maar speciale aanwijzingen werden gegeven: "Men neme een vijgekoek en legge die op de zweer, dan zal Hij genezen." (17)
Bij een gelegenheid bestreek Jezus de ogen van een blinde man met klei en zei hem: Ga en was u in het water van Siloam... Hij ging heen, waste zich en kwam ziende terug." (18) De genezing kon slechts door de macht van de grote Geneesheer tot stand worden gebracht, toch maakte Christus gebruik van de eenvoudige middelen uit de natuur. Terwijl Hij geen goedkeuring hechtte aan het gebruik van schadelijke medicijnen, bekrachtigde Hij de toepassing van eenvoudige natuurlijke middelen.
Wanneer wij gebeden hebben voor het herstel van zieken, wat ook de uitkomst van het geval mag zijn, laten wij nooit het geloof in God verliezen. Als het voor ons is weggelegd iemand te verliezen, laat ons dan de bittere pil slikken, in de gedachte dat God ons die voorhoudt. Maar zou de gezondheid hersteld worden, laten wij dan niet vergeten, dat de ontvanger van de genezende genade onder vemieuwde verplichtingen tegenover zijn Schepper geplaatst is. Toen de tien melaatsen gereinigd werden, kwam er slechts één bij Jezus tenig om Hem ere en dank te brengen. Laat niemand van ons even gedachteloos zijn als de negen, van wie de harten niet geraakt werden door de genade van God. "Iedere gave, die goed, en elk geschenk, dat vohnaakt is, daalt van boven neder, van de Vader der lichten, bij wie geen verandering of zweem van ommekeer is." (19)
Verwijzingen: 1. Luc.18:1. 2. Ps.103:l3,l4. 3. Ps.107:17,18 4. Ps.107:19,20 5. Marc.l6:18. 6. Joh.14:14. 7. Joh.12:26. 8. Ps.66:18. 9. Jac.5:16. 10. 1 Joh.2:1. 11. 1Joh.1:9. 12. Ps.33:18. 13. Rom.8:26. 14. Luc.22:42. 15. Matth. 26:39 16. Openb.14: 13. 17. Jes.38:2l. 18. Joh.9:7. 19. Jac.1:17.
|