A2 - Appendix 2
APPENDIX II – EEN UITEENZETTING DOOR JAMES WHITE OVER HET ONDERWIJS IN GEZONDHEIDSHERVORMING
[In zijn verslag van de camp meeting van 1870, deed Ouderling James White de volgende uiteenzetting over het voortgaande licht dat over gezondheidshervorming ontvangen werd, over de gevaren van onoordeelkundige methodes om hierin onderwijs te geven, en over hoe Mw. White stond tegenover sommige extreme standpunten die toen door een aantal mensen werden verdedigd. Als historische uiteenzetting laat het iets zien van hoe er verslag werd gedaan over haar onderricht. – DE SAMENSTELLERS]
R. & H., 8 november 1870
Mw. White heeft gesproken over het gezondheidsvraagstuk op een wijze die volkomen tot tevredenheid stemde. De opmerkingen die zij maakte, waren helder en krachtig, en vol wijsheid, zodat zij de gevoelens van de gehele gemeente op haar hand kreeg. Wanneer het over dit onderwerp gaat, vermijdt zij steeds uitersten, en ze zorgt er voor alleen standpunten in te nemen, waarvan ze heel zeker is dat die niet tot vooroordelen aanleiding geven.
De mensen raken gauw opgewonden en bevooroordeeld over het vraagstuk gezondheidshervorming, wanneer degenen die erover spreken ongelukkig zijn in het kiezen van een geschikte gelegenheid, of in de manier waarop zij het naar voren brengen, vooral wanneer zij bij mensen als extremist te boek staan. Sommige delicate onderwerpen, zoals “geheime zonden”, mogen zelden of nooit besproken worden, tenzij in gepaste publicaties over dit onderwerp. Nog niet eens één op de tien van onze predikanten is voldoende geïnformeerd en behoorlijk toegerust om het gezondheidsvraagstuk in zijn verschillende onderdelen voor ons volk te behandelen. En de omvang van de schade die aan de zaak van de waarheid voor de tegenwoordige tijd wordt toegebracht door het onoordeelkundig optreden van mensen, die het onderwerp gezondheidshervorming op het verkeerde moment, op de verkeerde plaats, en op de verkeerde manier naar voren hebben gebracht, valt niet vast te stellen.
Jezus zei: “Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen.” (Joh. 16:12) Jezus wist, hoe Hij de gedachten van Zijn discipelen moest leiden. De Heer wist ook, hoe Hij bij Zijn wachtende volk het belangrijke onderwerp gezondheidshervorming moest introduceren, stap voor stap, voor zover zij het konden dragen, en er goed gebruik van konden maken, zonder dat het bij de mensen in een kwade reuk zou komen te staan. Deze herfst was het tweeëntwintig jaar geleden, dat onze gedachten bepaald werden bij de schadelijke gevolgen van tabak, thee en koffie, via het getuigenis van Mw. White. God heeft de pogingen om deze dingen uit ons midden weg te doen wonderlijk gezegend, zodat wij als denominatie ons, met maar heel weinig uitzonderingen, in een overwinning over deze schadelijke genotzucht kunnen verheugen. …
Toen wij een klinkende overwinning over deze zaken hadden behaald, en toen de Heer zag dat wij het konden dragen, toen werd licht gegeven met betrekking tot het voedsel en de kleding. En de zaak van de gezondheidshervorming vond gestaag voortgang, en er kwamen grote veranderingen tot stand, vooral wat betreft het eten van varkensvlees, tot op zeker moment, toen Mw. White als gevolg van onze ziekte stopte met spreken en schrijven over het onderwerp gezondheidshervorming. Dat tijdstip kan als het begin gelden van onze mislukkingen en vergissingen, die wij als volk met betrekking tot dit onderwerp maakten.
En sinds wij weer actief zijn, voelt Mw. White zich vaker geroepen om over het onderwerp gezondheidshervorming te spreken vanwege bestaande extreme opvattingen van gezondheidshervormers, dan om welke andere reden dan ook. Het feit dat alle, of bijna alle, extreme opvattingen die op het gebied van gezondheidshervorming bestaan, geacht worden haar volledige instemming te hebben, is de reden dat zij zich geroepen voelt om haar werkelijke gevoelens onder woorden te brengen. De mensen moeten, en zullen dat ook te zijner tijd, weten hoe zij over dit onderwerp denkt.
Met betrekking tot het gebruik van tabak, thee, koffie, vlees, en ook over kleding, bestaat over het algemeen overeenstemming. Maar op dit ogenblik is zij niet bereid om over zout, suiker en melk een extreem standpunt in te nemen. Indien er geen andere argumenten waren om voorzichtig te werk te gaan met betrekking tot deze dingen die zo algemeen en zo overvloedig worden gebruikt, dan is een afdoende argument gelegen in het feit, dat de geesten van velen nog niet klaar zijn, om de feiten over deze producten maar te accepteren. Het volledig ten val komen van individuele personen, en het bijna te gronde gaan van sommige van onze gemeenten, kan duidelijk worden herleid tot sommige extreme dieetopvattingen, die sinds enige tijd op onoordeelkundige wijze in de Review verschenen zijn. De gevolgen zijn slecht geweest. Terwijl sommigen het onderwerp gezondheidshervorming hebben afgewezen, omdat er slecht mee werd omgegaan; hebben anderen zonder omwegen en gewetensvol de meest extreme opvattingen doorgevoerd, die zeer schadelijk voor hun gezondheid waren, en daarom ook voor de zaak van de gezondheidshervorming.
Nu de zaken er zo voor staan, voelt Mw. White zich geroepen om, hoe ontmoedigend dit ook is, haar werk op dit terrein weer op zich te nemen; en door zo te handelen, haar opvattingen volledig duidelijk te maken. Het is wellicht goed om hier op te merken, dat, hoewel zij melk, dat uit gewoonte in grote hoeveelheden tezamen met brood gebruikt wordt, niet beschouwt als een al te best voedingsmiddel, zij totnogtoe haar aandacht alleen richt op het belang van een zo goed mogelijke gezondheidstoestand van de koe, waarvan de melk gedronken wordt. Zij kan zich, met het licht dat zij op het ogenblik over dit onderwerp heeft, niet verenigen met wijdverspreide publicaties die de ronde doen, waarin een extreem standpunt over dit belangrijke melkvraagstuk wordt ingenomen. Zulke werkjes zijn geschikt voor goed geïnformeerde gezondheids-hervormers, en kunnen goed als gids dienen voor onze kookafdeling in het Gezondheidsinstituut in Battle Creek, nadat men daar aan tafel is gestopt met het naar gewoonte gebruiken van melk. En zulke werkjes zullen ook meer invloed onder ons volk hebben, wanneer diegenen onder onze predikanten die vurige gezondheidshervormers zijn, zullen stoppen met het onbeperkt drinken van koemelk.
Hier zit wat betreft dit onderwerp onze zwakke plek. Onze publicaties, die ook niet geïnformeerde mensen bereiken en mensen die erg vatbaar zijn voor vooroordelen, hebben op sommige punten een voorsprong op de praktijk van degenen die de gezondheidshervorming voorstaan. Mw. White pleit ervoor om deze kwestie zó te herzien, dat onze publicaties slechts die opvattingen zullen vertolken, waarover degenen die aan het hoofd staan van de hervorming het eens zijn. En dan verwoord in een stijl die geen vooroordelen oproept en goede mannen en goede vrouwen buiten onze invloedssfeer zou doen raken. Laten de gezamenlijke praktijken van gezondheidshervormers het voortouw nemen, en laat onze publicaties daarna volgen. Laat ze goed gerijpte opvattingen verkondigen, zodat niet geïnformeerden ze kunnen bevatten.
Mw. White vindt dat het overstappen van de meest eenvoudige vleesgerechten op een overvloedig gebruik van suiker, het overstappen “van kwaad tot erger” is. Zij beveelt een heel spaarzaam gebruik van zowel suiker als zout aan. Onze smaak kan en moet wennen aan een heel matig gebruik van die twee. Waar het zout betreft: voedsel met zó weinig zout, dat het voor iemand die gewend is veel zout te gebruiken, flauw smaakt, zal na een paar weken heel spaarzaam gebruik vies zout smaken.
Terwijl men met tabak, thee en koffie dadelijk kan stoppen – echter met één tegelijk door degenen die zo ongelukkig zijn dat zij aan alledrie verslaafd zijn – moeten veranderingen van dieet één voor één voorzichtig worden doorgevoerd. Terwijl ze dit dan zegt tot diegenen die het gevaar lopen om te snel te veranderen, zegt ze ook tot degenen die traag zijn: “Zorg ervoor dat u niet vergeet om veranderingen door te voeren.” De meest nuchtere feiten eisen een verandering van onze algemene leefgewoontes, maar voer ze niet zó snel door dat ze de gezondheid en het gestel schade toebrengen.