36 Kom de Mensen Tegemoet Daar Waar Ze Zijn
Brief 363, 1907
802. Bij zekere gelegenheid werd Sara [McEnterfer] bij een gezin in Dora Creek geroepen, waar iedereen in huis ziek was. De vader behoorde tot een zeer aanzienlijke familie, maar hij was gaan drinken, en zijn vrouw en kinderen verkeerden in grote nood. In deze ziekteperiode was er in huis niets geschikts om te eten. En ze weigerden iets te eten van wat wij meenamen. Zij waren gewend vlees te eten. We wisten dat er iets moest gebeuren. Ik zei tot Sara: “Neem kippen van ons thuis en maak wat bouillon voor ze”. Dus Sara behandelde hen voor hun ziekte en voedde hen met deze bouillon. Zij herstelden snel.
Zó hebben we het aangepakt. We zeiden niet tot de mensen: “Jullie mogen geen vlees eten.” Hoewel we zelf geen vlees aten, gaven we hun hetgeen, waarvan we vonden dat dit gezin dat tijdens hun ziekte nodig had. Er zijn situaties waarin we de mensen tegemoet moeten komen daar waar ze zijn.
De vader van dit gezin was een verstandig man. Toen zijn gezin hersteld was, openden wij voor hen de Schriften, en deze man werd bekeerd en nam de waarheid aan. Hij gooide zijn pijp weg en stopte met drinken, en vanaf dat moment heeft hij zolang hij leefde niet meer gerookt of gedronken. Zodra het mogelijk was, namen wij hem bij ons op de boerderij en gaven hem werk op het land. Terwijl wij weg waren om bijeenkomsten in Newcastle bij te wonen, stierf deze man. Sommige van onze medewerkers hebben hem grondig behandeld, maar het zo lang misbruikte lichaam kon niet meer op hun inspanningen reageren. Maar hij stierf als Christen en onderhouder van de geboden.