De zegel van Sardis
En toen het Lam het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen van hen die geslacht waren omwille van het Woord van God, en omwille van het getuigenis dat zij hadden.
En zij riepen met luide stem: Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonen?
En aan ieder van hen werd een lang wit gewaad gegeven. En tegen hen werd gezegd dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het aantal van hun mededienstknechten en hun broeders, die evenals zij gedood zouden worden, volledig zou zijn geworden. (Op 6:9,11)
De vijfde zegel is die van Sardis en beslaat de periode van de reformatie, De kerk van de martelaren. De zielen die geslacht zijn omwille van het Woord van God, en het getuigenis die ze hadden zijn geen letterlijke zielen die God onder zijn altaar heeft, Maar zijn de martelaren die gestorven en vervolgd zijn omwille van het Woord en de getuigenis door de eeuwen heen. Miljoenen mensen zijn gestorven omwille van hun geloof in de voorgaande zegel, tijdens de donkere eeuwen, En deze zielen roepen met luide stem tot God hoelang het nog duurt voor God het bloed wreekt aan hen die op de aarde wonen.
De priester moest tijdens het zondoffer het bloed op de horens strijken van het altaar, en het overige deel van het bloed moest over de grond worden uitgegoten, Het is daarom vanaf dit altaar dat het bloed van de heiligen het uitroepen tot God hoelang het nog duurt eer hij hun bloed wreekt wat is vergoten, Zoals het bloed van de onschuldige Abel ook tot God riep vanuit de aarde. (Gen 4:10)
Vervolgens moet de priester met zijn vinger een deel van het bloed van het zondoffer nemen en het op de horens van het brandofferaltaar strijken. En al zijn overige bloed moet hij aan de voet van het altaar uitgieten.(Lev 4:34)
Volgens het verbond is God niet alleen een verdediger van zijn volk, Maar ook een wreker van zijn volk
En daarom roepen deze zielen tot God hoelang het nog duurt voor hij zijn belofte nakomt. De eerste vier vloeken waren inmiddels geweest, En ze vragen hoelang het nog duurt eer de vijfde komt.
Een na-ijverig God en een Wreker is de HEERE, aleph een Wreker is de HEERE, en zeer grimmig. Een Wreker is de HEERE voor Zijn tegenstanders, en Hij handhaaft Zijn toorn jegens Zijn vijanden. (Nah 1:2)
Er wordt ze verteld dat ze nog even moeten wachten eer God hun bloed wreekt, totdat ook het aantal van hun mededienstknechten en hun broeders, die evenals zij gedood zouden worden, volledig zou zijn geworden.
God zegt dat ze geduld moeten hebben tot het oordeel komt en God zijn laatste vloek, De zeven plagen over de aarde zou uitgieten. De nieuwe martelaren zullen hun gewaden in de tijd van de late regen ontvangen, Daarna zullen ze de tijd van de verdrukking en de laatste zeven plagen moeten doorstaan.
Dit bevestigd ook de leer van de zielenslaap, Men krijgt witte gewaden maar ze moeten nog even rusten in hun graf. De doden weten niets (Pred 9:5) en ook keren ze niet terug naar hun huis (Job 7:9,0), Ook ondersteund het de leer dat de rechtvaardigen al beloond worden voor de komst van Christus, Maar dat ze moeten wachten in hun graf. Tegenwoordig is een veel gehoorde leer dat men bv een tweede kans krijgt.
De late regen.
De vroege regen valt in het Midden Oosten tijdens de zaai tijd, Zodat het zaad kan ontkiemen. De late regen valt vervolgens aan het eind van het seizoen wat het graan rijpt en klaar maakt voor de sikkel om geoogst te worden. God gebruikt deze werking van de natuur om de werking van de Heilige Geest te vertegenwoordigen.
De vroege regen was tijdens Pinksteren toen de Heilige Geest werd uitgegoten over de apostelen en ze Gods waarheid onder het volk verspreidde waardoor vele tot geloof kwamen en de Christelijke gemeentes aanzienlijk begonnen te groeien. Tijdens de late regen, en vlak voor zijn wederkomst zou zoiets soortgelijks gebeuren. De 144.000, De eerste oogst zullen vol van de Heilige Geest zijn, en zullen de wereld oproepen om terug te keren naar God en zijn rechtvaardigheid en zijn Wet, want er is niet veel tijd meer eer de sikkel over de aarde gaat om te oogsten.
God zal de late regen geven zoals hij ook de vroege regen gaf, Maar we moeten er naar zoeken, Zoals het in de tijd van de eerste apostelen gegeven werd door bidden en erkenning van zondes, en de toewijding om het evangelie in waarheid te verspreiden. De condities in de eindtijd zullen het zelfde zijn als in de tijd van de eerste apostelen.
De boodschap van God aan Laodicea was gegeven om hun wakker te schudden uit hun naakte, blinde, beklagenswaardige en ellendige toestand. Mensen zouden met hun hele ziel en hart terug moeten keren naar God en naar zijn Wet, Dat we goud voor hem kopen, en witte kleren zodat de schande van onze naaktheid niet openbaar word. En dat we onze ogen zalven zodat we kunnen zien. (Op 3:18)
Ieder die Ik liefheb, wijs Ik terecht en bestraf Ik. Wees dan ijverig en bekeer u. (Op 3:19)