19 - De openbaring van de anti-christelijke macht
De vorige les maakte ons bekend met de vervulling van enkele kentekenen welke de Bijbel geeft om de macht, welke voorgesteld wordt door de kleine hoorn, te leren. kennen. Sommigen hebben gemeend, dat de profetie van deze kleine hoorn vervuld, werd door Antiochus Epiphanus, een Romeins heerser in de tweede eeuw na Christus, die op fhevigë wijze de Joden vervolgde en hun tempel op gruwelijke wijze ontheiligde.. Maar de handelingen van Antiochus beantwoorden niet aan alle gegevens van. de profetie. Wij willen daarom nawkeurig en uit de Bijbel en uit de geschiedenis de kentekenen van de antichristelijke macht nagaan.
1. Daniël 7 : 8 en 25. „Een mond grote dingen sprekende". Reeds in de vorige les gaven we hiervan een voorbeeld in de vele titels die de Pausen zich toeëigenden. Hier volgen nog enige treffende voorbeeld:
Op een gedenkpenning van Paus Gregorius in het jaar 1843 lezen. iwe „Quem creant adorant" d.w.z. „Dien zij scheppen aanbidden zij". Dit had betrekking op de Pauskroning dier dagen.
19
Gn
r-*
In de Bull „Unam sanctam", één der belangrijkste,documenten der Roomse kerk, staat de zin: „Het is voor de zaligheid noodzakelijk te geloven, dat elk schepsel onderworpen' 'is aan de Paus van Rome".In de Maasbode van 16 februari 1926 lezen we: „NQen, de Paus is niet een gewoon mens, zeker, , hij is alles wat mens is ... maar toch is hij meer ... Is het niet de Christus zelf,, die hij vertegenwoordigt, die zegenend op de wereld rondging, weldoende aan de zielen ... Ja, deze dag (de Pauskroning) staat boven tijd en ruimte. Dit is de dag van openbaringen aan de mensen. Dit is de dag van Christus, die Petrus macht_ gaf en opdracht ... De Paus is de wereld nabij getreden, meer dan ooit. Hij zoekt haar op. Hij alleen kan haar redden." Tenslotte nog een citaat uit een boekje getiteld „Soll ich priester werden", door Jezuït P. W. Doyle geschreven 'en kerkelijk goedgekeurd:
„De priester roept de grote God uit de hemel op de aarde opdat Hij onder ons zal wonen", blz. 8.
„Het lichaam van de priester is heilig", blz. 10.„In de ogen van God en Zijn hemels Hof is de priester geen mens meer, een zondig kind ,van Adam, maar een tweede christus. Zou ik een engel en een priester tegen komen, zegt de heilige Franciscus van Assysie, ik zou eerst de priester en dan de engel groeten", blz. 16.
„De priester moge op aarde een heilige zijn of onder zonden begraven liggen, hij moge zich in de heerlijkheid des hemels verheugen of in de hel branden, hij is en blijft steeds verzegeld en een uitverkoren vat, dat door geen aardse handen mag worden aangeroerd", blz. 16.„De macht der priesters, zo roept de heilige Bernhard van Siëna uit, overtreft de macht van de allerzaligste Maagd. Maria bracht de Zoon van God slechts eenmaal ter wereld, de priester kan dit dagelijks doen", blz. 25. Het moet elk denkend mens duidelijk lijn, dat we in al deze uitspraken de mond die grote dingen spreekt herkennen.
2. Een vervolgende macht.
Daniël 7 : 21 en 25. „lk had gezien dat die hoorn krijg voerde tegen de heiligen en dat hij die overmocht" ... „en hij zal de heiligen der hoge plaatsen mishandelen". Openbaring 13: 7. „En er werd macht aan gegeven om de heiligen krijg aan te doen.Uit belde schriftgedeelten, Daniël en Openbaring, blijkt dat één der kenmerken van de antichristelijke macht, strijd tegen en vervolging van de heiligen of gelovigen is.
De Bijbel noemt de gelovigen „heiligen"! Zie Romeinen 1 : 7; 15 : 26 en 1 Kor. 1 : 2 enz.Heilig wil in dit verband zeggen: afgezonderd! Door het geloof in Christus wordt de gelovige afgezonderd van de wereld en geheiligd.'Vinden we in de geschiedenis van het Pausdom dit kenmerk van vervolging terug?Wij herinneren daarbij aan de kruistochten tegen de Albigenzen, Hugenoten en Waldenzen, aan de Bártholomeusnacht in Parijs, aan Alva's tyrannie in Nederland, de vleesbanken in Hongarije, de Inquisitie in Spanje, de 30-jarige' oorlog in Duitsland, de regering van Maria de bloedige in Engeland, de verbranding van Johannes Hus en Jan de Bakker enz. enz. In al vervolgingen of godsdienstoorlogen speelde de invloed en macht van het Pausdom een rol.
Op het concilie van Toulouse in 1299 werd besloten, dat ieder verplicht was .jverig ketters op te sporen, opdat ze uitgeroeid konden worden. Deze ketters waren echter mensen die geen andere misdaad op hun geweten hadden dan dat ze weigerden de bevelen van mensen in dit geval de kerk, op te volgen, maar dat ze wensten trouw te blijven aan het Woord van God en God wensten te dienen naar de inspraak van hun geweten.Gewetensvrijheid inzake godsdienst was ten allen tijde voor het Pausdom een oorzaak van vervolging van diegene, die zich niet wenste te onderwerpen aan de Overlevering. Zelfs thans nog is dit vraagstuk een van de grootste problemen waarmee het hedendaags concilie zich bezig houdt. Het aantal mensen dat uit hoofde van deze zaak hun leven heeft gegeven loopt in de miljoenen in de loop des tijds.
S
3. Daniël 7 : 25 en hij zal menen tijden en wet te veranderen".
Dit is' een verder teken.De tijden en de wet waarvan hier sprake is hebben betrekking, op de godsdienstige tijden en feestdagen en op de Wet van God, de Wet der tien geboden.Wanneer onze verklaring juist is moet dit dus ook te bewijzen zijn in de geschiedenis van het Pausdom. Er is in de tien geboden slechts in één gebod sprake van „tijd". Dit is het vierde gebod, het gebod van de rustdag. Ex. 20: 8-11. Heeft het Pausdom hierin een verandering gebracht? De Bijbel zegt dus dat God de zevende dag tot rustdag bestemde, terwijl de concilies daarin een verandering aanbrachten door de eerste dag van de week tot rustdag te verklaren. Dr. Ddllinger, een kerkgeschiedenisschrijver, zegt hierover:
„De kerk heeft zich haar eigen wekelijkse feestdag geschapen. Er kan ook niet worden gezegd dat de Sabbat. door de apostelen voor de zondag verwisseld is en het vooschrift aan het houden van de zevende dag op de eerste is overgedragen. Want er is nergens een spoor van zulk een overdracht,je "virideri en daarom is de zondag van de christelijke kerk altijd zeer verschillend geweest van de wettische Sabbat."Paus Sylvester beval in het jaar 325 n. Chr., dat de eerste dag der week, dag des Heren genoemd moest worden. Op het concilie van Laodicea in 364 n. Chr. werd afgekondigd dat de christenen niet op zaterdag zouden rusten, maar op zondag.
Er zijn een overvloed van bewijzen aan te voeren door alle eeuwen heen, hoe de Roomse kerk steeds weer er nadruk op legt dat zondagsviering een instelling is van de kerk zelf. Ook vele protestantse theologen en geleerden geven dit toe. Prof. Slotemaker de Bruïne: „Een goddelijk gebod tot viering van zondag is niet aanwijsbaar, het staat niet in Exodus 20, het staat ook nergens elders".
In een Roomse catechismus van J. J. Scheffmacher lezen we op blz. 127:
Hoe bewijst gij verder dat de kerk geboden en feestdagers kan instellen?
Antwoord:. Wanneer zij dit recht niet had, dan had zij ook nimmer kunnen voorschrijven, dat men des zondags rustdag moet houden inplaats van zaterdags (Sabbat), Op blz. 46, lezen we dan nog
„Geloven de protestanten niet onderscheidene dingen, die in de H. Schrift niet zijn opgetekend? Antwoord: Ja, zij geloven onderscheidene punten, die zij slechts door overlevering kunnen weten. Zij geloven, dat men de zondag inplaats van de zaterdag moet heiligen, dit is in de Heilige Schrift nergens te vinden." Pater v. Dorp in „Bijbel en leergezag" zegt op blz. 50: „Het kerkelijk gezag heeft voor de Sabbat de zondag ingevoerd".Uit deze vele uitspraken blijkt dus dat de Roomse Pausen, d.w.z. door middel van de kerk, een verandering hebben aangebracht inzake de door God geboden feestdagen.
Alle kentekenen welke de Bijbel geeft omtrent de kleine hoorn of antichristelijke macht, laten zich dus terugvinden in de geschiedenis van het Pausdom. Het is daarom de overtuiging van zeer vele bijbeluitleggers dat de profetieën omtrent deze macht zich op deze wijze hebben vervuld.