10 - Verhouding tussen wet en evangelie
Er wordt somtijds beweerd, dat Christus de wet veranderd of teniet gedaan heeft, of dat Hij de wet heeft weggenomen, om het Evangelie daarvoor in de plaats te stellen. Dit Is echter een verkeerde voorstelling van het werk van Christus. De wet openbaart de vereiste volmaaktheid van het karakter en geeft op deze wijze kennis van de zonde; maar de wet is niet in staat om dit vereiste karakter mee te delen. In, het Evangelie wordt de wet, die eerst In het hart van Christus is, door het geloof In het hart van de gelovige overgebracht. Dit is de ware ondervinding van de rechtvaardigheid door het geloof. Dat wil zeggen, iemand die God liefheeft en Christus als zijn verlosser aanneemt, zal nooit vreugde scheppen in de overtreding van Gods geboden. Het Evangelie Is de voorziening die gemaakt Is, om de wet weer zijn plaats te geven In het hart van diegenen die In Christus geloven. Zulk een geloof, inplaats van de wet teniet te doen, bevestigt de wet, die in het hart geschreven staat. Het Evangelie is dus niet tegen de wet, maar de wet wordt door het Evangelie hooggehouden, gehandhaafd en ons in Christus voorgesteld.
1. De betekenis van de wet.
Romeinen 3 : 20. „Daarom zal uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd worden voor Hem, want door de wet Is de kennis der zonde.
De wet kan dus niet rechtvaardigen, maar is nodig om de zonde als zonde te erkennen. Romein 7 : 7. Galaten 3 : 24. De rol die de wet in het proces der bekering speelt is, dat de wet onze tuchtmeesterr is tot Christus. Door de kennis van de wet wordt de mens zich bewust van zijn zondigheid en ontstaat in hem de behoefte naar Christus. De wet drijft de mens die zijn zonde erkent in de armen van Christus, die alleen verlosen kan.
Romeinen 10: 4. „Want het einde der wet is Christus, tot rechtvaardigheid van een ieder die gelooft ..." Dit wil zeggen het doel van de wet is de zondaar tot Christus te leiden, om van Hem vergiffenis van schuld te ontvangen.
Het Evangelie der zaligheid.
Romeinen 1 : 16. „Het Evangelie is de kracht Gods tot zaligheid voor een iegelijk die gelooft."Wat dus de wet niet kan, doet het Evangelie door het geloof. 1 Kor. 1 : 23-24. Jezus Christus is de kracht en de wijsheid Gods in het Evangelie voor allen die Hem aannemen. Hij is het grote middelpunt in het evangelie, Hij is in feite het Evangelie zelf.
Psalm 40 : 8-9. Tussen Christus en de wet bestaat geen tegenstrijdigheid of vijandschap. De wet stond geschreven in Zijn hart.Hebreën 8 : 10. God maakt door middel van het Evangelie een nieuw verbond met de mens, dat daarin bestaat, dat Zijn wet nu ook, evenals bij Christus zelf, geschreven wordt in het hart. Filippenzen 3 : 8-9. Door Christus wordt de gelovige de rechtvaardigheid die uit God is, door het geloof geschonken. Romeinen 3: 21. Deze rechtvaardigheid Gods, die geopenbaard wordt zonder de wet, geeft nochtans getuigenis van de wet. Dat wil zeggen, hoewel deze rechtvaardigheid de berouwvolle en gelovige zondaar uit genade geschonken wordt, komt deze niet door de wet, maar door het Evangelie, maar heeft getuigenis van de wet, d.w.z. is in overeenstemming met de wet.
Romeinen 3 : 31. In deze zin geldt het woord dat de gelovige de wet bevestigt.
Wat heeft Christus teniet gedaan ?Johannes 1 : 29. Jezus kwam in de wereld om de zonden weg te-nemen. Van Hem werd reeds voordat Hij geboren werd gezegd: „Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden". Matth. 1:21.
2 Timotheus 1 : 10. Deed Christus de wet teniet? Of kwam Hij om iets ander teniet te doen? Paulus zegt: Hij heeft de dood teniet gedaan.
Christus bevrijdde ons niet van de wet, maar van de vloek der wet: de dood. Het Evangelie is daarom een blijde boodschap, omdat er voor de zondaar een uitweg is door het bloed van Christus waarop het Evangelie wijst. De vloek der zonde werd door het offer van Golgotha teniet gedaan en de straf der zonde werd weggenomen, door Hem, die de zonden der wereld wegnam, maar de wet van God bleef onveranderd, want deze is het fundament van Gods troon.4. Jezus verdiepte de betekenis van de wet.
Mattheus 5 : 21-22. Christus onderwees de Joden dat de betekenis van de wet verder reikt dan alleen de letter. Het zesde gebod wordt niet alleen dan overtreden bij moord of doodslag, maar ook wanneer men toornig is of iemand haat of door iemand nadeel te berokkenen. Daarmee wilde Jezus aantonen dat de wet niet alleen letterlijk, maar ook geestelijk is. Mattheus 5: 27-28. Dit treedt nog duidelijker naar voren wanneer Christus het zevende gebod aanhaalt. Niet alleen overspel van de daad is een overtreding van de wet, maar zelfs de gedachte of de wens in het hart. Wij zien uit deze twee door Christus aangehaalde voorbeelden, dat Christus niet de wet afschafte, integendeel, Hij stelde haar eisen in het juiste licht en verscherpte de betekenis ervan door er een geestelijke strekking aan te geven.Jesaja 42: 21. De profeet Jesaja beschreef de verhouding van Christus tot de wet als volgt: „De Here had lust aan Hem, om Zijn gerechtigheidswil, Hij maakte Hem groot door de wet en maakt Hem heerlijk."
Christus gaf niet slechts een geestelijke uitleg aan de wet en onderhield de wet zelf in overeenstemming met de uitlegging, maar Hij toonde ook de heerlijkheid en het onveranderlijke karakter van de wet, door aan het kruis de dood te ondergaan, ten einde aan de straf die op overtreding stond, te voldoen. Op deze wijze verhoogde Hij de wet en toonde de verreikende krachten het' karakter van de wet aan.5. Besluit.Romeinen 3 : 20. Daarom zal uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd worden voor Hem. Want door de wet is de kennis der zonde.Galaten 3 : 8. Reeds ten tijde van Abraham werd daarom het Evangelie gepredikt.
Romeinen 4 : 3. En Abraham geloofde God en het werd hem tot rechtvaardigheid gerekend.
Romeinen 3 : 24. De mensen worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade door de verlossing die in Christus Jezus is. Romeinen 6 : 1. „Wat zullen wij dan zeggen? Zullen we in de
zonde blijven opdat de genade meerder worde? Dat zij verre! Wij die der zonde gestorven zijn, hoe zullen we nog in haar leven?"
De mens, die Jezus in het geloof heeft aangenomen en door Zijn verdienste nu voor God gerechtvaardigd is, kan niet meer in de zonde blijven, opdat de genade te meerder zou worden. Zijn geloof in Jezus Christus en de hem geschonken verlossing door het bloed van Christus ontslaat hem niet van de gehoorzaamheid aan de wet van God.
1 Johannes 2 : 3-6.. „En hieraan onderkennen wij dat wij Hem gekend hebben, zo wij zijn geboden bewaren. Wie daar zegt, ik ken Hem en zijn geboden niet bewaard, die is een leugenaar en in die is de waarheid niet, maar zo wie zijn woord bewaart, in die is waarlijk de liefde Gods volmaakt geworden; hieraan onderkennen we dat wij in Hem zijn. Wie zegt dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen gelijk Hij gewandeld heeft."De apostel Johannes, die genoemd wordt de apostel der liefde, geeft in deze teksten een duidelijke verklaring, waaruit het blijkt of iemand Christus kent. Deze verklaring berustte ongetwijfeld op de woorden die Christus zelf tijdens Zijn omwandeling op aarde sprak. Johannes 15: 10. Indien gij Mijn geboden bewaart zo zult gij in Mijn liefde blijven, gelijkerwijs Ik de geboden mijns Vaders bewaard heb en blijf in Zijn liefde.
Samenvattend blijkt dus dat er geen tegenstrijdigheid bestaat tussen Christus en de wet of tussen wet en Evangelie. Beide zijn uit dezelfde bron ontsproten. Beiden staan in dienst van hetzelfde plan, het plan der verlossing van de mens uit de zonde. De wet toont hem zijn verloren toestand en bereidthierdoor het hart voor om het Evangelie te ontvangen en de verlossing deelachtig te worden. De wet zonder het Evangelie is niets, maar 'het Evangelie zonder de wet is evenmin iets. Zonder de wet is er geen kennis van de zonde en zonder het Evangelie is er geen kennis van de weg ter zaligheid.De Joden meenden zalig te kunnen worden zonder Christus en verwierpen het Evangelie en vele christenen menen zalig te kunnen worden zonder dat hun karakters geheiligd worden door de gehoorzaamheid der waarheid en wijzen de erkenning van de wet af.
In het leven van de ware gelovigen staan wet en Evangelie met elkaar in volmaakte harmonie als middelen waardoor God de verlossing der ziel bewerkt.