09 - De wet van de regering Gods

God is niet alleen de Schepper van het heelal, maar ook de Onderhouder en de Heerser of Bestuurder er van. Alle dingen in de schepping, hetzij in de macrokosmos of in de microkosmos, of het de sterrenwereld, de planten en dieren betreft, of de atomen, ionen en elctronen aangaat, alles is onderworpen aan door God gestelde beginselen of wetten, waarvan het bestaan of de verrichting der functies afhankelijk zijn.De mens als schepsel Gods maakt hierop geen uitzondering. Hoewel met hogere gaven bedeeld dan dier en plant, en bovendien een vrije wil, onderwierp de Schepper ook hem aan bepaalde wetten, of beginselen, die hij niet ongestraft kan overtreden. Van de wetten der gezondheid b.v. moet men verwachten dat wanneer men ze blijvend overtreedt, men de schadelijke gevolgen ervaren zal.Zo regeert God door middel van Zijn wetten het heelal.Dit is een logische gedachte, want wat te denken van een land of een regering, die geen wetten erkennen zou? Hoe zouden we in een land kunnen leven waar geen orde, geen regels en grenzen gesteld zijn aan het doen en laten van iedereen? Zulk een toestand noemen we chaos en dit voert tot ongeluk en onrechtvaardigheid. Wetteloosheid voert uiteindelijk tot verwarring, chaos en vernietiging.





Daar de Bijbel leert dat God een redelijk Wezen is en wijs en machtig, is het vanzelfsprekend, dat Hij ook voor de menselijke samenleving zowel als voor het individuele geluk wetten gesteld heeft.

1. De Wet der tien geboden de grondwet van Gods regering.

De Wet der tien geboden wordt algemeen erkend als de fundamentele wet der menselijke samenleving. Het is als het ware de samenvatting van alle andere wetten. We noemen deze wet dan ook de zedewet.
Hoewel deze wet op de berg Sinaï afgekondigd werd, ongeveer in het jaar 1500 voor Christus, was dit niet het ontstaan der Wet. We hebben in de Bijbel aanduidingen dat de Wet reeds bestond en bekend was, zij het in een andere vorm, voordat ze op Sinaï werd gegeven. Het feit, dat de eerste mensen door God als overtreders van Zijn wet gezien werden, bewijst het bestaan er van.Rom. 4 : 15. Waar geen wet is, daar is geen overtreding.
Rom. 5: 13. De zonde wordt niet toegerekend als er geen wet is.
Rom. 5 : 12. De zonde kwam in de wereld door de overtreding van het gebod, en had de dood tengevolge.Rom. 5 : 14. De dood heerste in de tijd van Adam tot Mozes (vanaf de zondeval der eerste mensen tot op de tijd dat Israël aan Sinaï kwam), dit is een bewijs dat in die tijd ook de Wet bestond.2. De Wet in de tijd der Patriarchen.Genesis 26: 5. Van Abraham, die leefde ruim 400 jaar voordat Mozes geboren werd en dus bijna 500 jaar voordat Israël de Wet der tien geboden ontving, lezen we, dat hij gehoorzaam was aan Gods bevel, geboden en wetten.
Exodus 13 : 8, 10. Een tweede voorbeeld is deze tekst, daar Mozes het volk opmerkzaam maakte op de Wet Gods, nog voordat hij de tien geboden ontvangen had.
Exodus 16 : 28. De tien geboden waren nog niet afgekondigd en toch maakte God het volk verantwoordelijk voor de eisen van Zijn wet. De vraag is nu: hoe kenden zij de wil van God en waardoor hadden de gelovigen kennis van Gods wetten? Hebreën 8 : 10-11. De Wet des Heren stond voor de zondvloed en in de tijd van de Patriarchen, geschreven in het hart der gelovigen, voordat de wet op tafelen van steen gegeven werd. Dit is ook wat de Geest van God wil doen in het Nieuwe Verbond.3. De Wet op Sinaï gegeven.

Langer dan vierhonderd jaren leefden de nakomelingen van Abraham, de Israëlieten, in Egypte temidden van het heidendom. Daar was de kennis van de ware God en die van Zijn wet bij de meesten verloren geraakt. Dit was de reden, waarom God op Sinaï op zeer indrukwekkende wijze Zijn wet afkondigde en deze schreef op tafelen van steen. Exodus 20: 1-17.Dit was dus, zoals we gezien hebben, geen nieuwe wet, maar ze werd nu bij vernieuwing en op een zichtbare wijze gegeven. Sommigen menen dat de wet die op Sinaï gegeven werd uitsluitend voor de Joden bestemd was. Dit is echter niet het geval. God eerde de Israëlieten door hen tot bewaarders van Zijn wet te maken; maar het was Zijn bedoeling, dat zij die als een heilig pand voor de gehele wereld in bewaring zouden nemen. De voorschriften van de tien geboden passen voor de ganse mensheid en ze werden gegeven tot lering en regering van alle mensen. Het zijn tien korte duidelijke voorschriften, veelomvattend, gezaghebbend en voldoende om de plicht van de mens jegens God en de medemens duidelijk te maken, terwijl ze berusten op het grote grondbeginsel der liefde.4. Het karakter van Gods Wet.
Psalm 19: 8-9. „De wet des Heren is volmaakt, bekerende de ziel, de getuigenis des Heren is gewis, de eenvoudige wijsheid gevende. De bevelen des Heren zijn recht, verblijdende het hart, het gebod des Heren is zuiver, verlichtende de ogen." Psalm 119: 142: ,,... Uw wet is waarheid." Psalm 119: 172: ,,... want al Uw geboden zijn rechtvaardig." Romeinen 7 : 12 en 14. „Alzo is dan de wet heilig en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed. Want we weten dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleeselijk verkocht onder de zonde."
5. Jezus Christus en de Wet.
Mattheus 5 : 17. Christus kwam niet om de wet te ontbinden of af te schaffen maar te vervullen.Met de uitdrukking „Wet", worden hier de vijf boeken van Mozes bedoeld, en met „de profeten alles wat door de profeten geschreven werd.
Christus kwam niet om een van beiden af te schaffen of te niet te doen maar om beide te vervullen. Dat wil zeggen, de schaduwen en typen, die in deze boeken beschreven stonden te vervullen, door er aan te beantwoorden als de Vervuiler er van. De zedewet, de wet der tien geboden, vormde de grondslag van de vijf boeken van Mozes en de profeten. Christus vervulde
deze door het leiden van een leven van volmaakte gehoorzaamheid, waardoor Hij aan de Wet voldeed.
Mattheus 22:37-40. Christus vatte de twee tafelen van steen, waarop de Wet geschreven stond, samen in twee grote beginselen der liefde: liefde tot God en liefde tot de naaste. Mattheus 5 : 18. Volgens deze tekst...heeft de Wet een eeuwig bestaan. Zolang hemel en aarde bestaan zal Zijn woord en wet bestaan.Mattheus 19 : 17. Wat zei Christus tot de rijke jongeling ? vers 18 en 19. Welke van de tien geboden hield Hij deze jonge man voor op zijn vraag naar het eeuwig leven? Hoewel Jezus hier niet alle geboden noemde, blijkt toch voldoende, dat Hij de zedewet der tien geboden op het oog had. -
Psalm 40: 8-9. Dit is een profetie op Christus. Van Hem wordt gezegd dat Hij Zijn lust vond in het volbrengen van Gods Wet. Christus zei: Want Ik ben uit de hemel neergedaald; niet opdat Ik Mijn wil zou doen, maar de wil desgenen die mij gezonden heeft. Johannes 6 : 38.

6. De Apostelen en de Wet.
Romeinen 3 : 31. »Doen wij dan de wet teniet door het geloof? Dat zij verre! Maar wij bevestigen de Wet."1 Korinthe 7 : 19. Paulus geloofde dat het onderhouden van Gods geboden belangrijker was voor de christenen dan al het andere.1 Johannes 5 : 2-3. Wat is volgens deze apostel der liefde het kenteken dat iemand God werkelijk lief heeft? . Prediker 12: 13--14. Het geschreven woord en de Wet van God zullen de maatstaf blijken te zijn, waaraan de karakters zullen worden gemeten.. De decaloog of de wet der tien geboden is voor de mens de wet des levens en allen die overeenkomstig de beginselen van deze wet hun geloofsleven inrichten ontvangen daarvan de zegeningen nu en inhet eeuwige leven. Openbaring 22: 14. De Bijbel sluit als hetware met een rijke belofte voor diegenen, die de geboden Gods doen. „Zalig zijn zij die zijn geboden doen, opdat hun macht zij aan de boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad." De eerste Adam sloot door zijn overtreding voor zichzelf en het ganse mensengeslacht de poort die toegang gaf tot de boom des levens, maar Christus, de tweede Adam, opende door Zijn gehoorzaamheid aan Gods gebod, weer de poort die toegang geven zal tot de boom des levens voor allen wier leven door geloofsgehoorzaamheid geheiligd is door Jezus Christus.

In de volgende les de. verhouding van Wet en Evangelie.