18 Geloof*
Hebreeën 12:2
Laat ons oog daarbij (alleen) gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke vóór Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods.
Hebreeën 11:6
maar zonder geloof is het onmogelijk (Hem) welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken.
Hebreeën 10:22-23
laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, met een hart, dat door besprenging gezuiverd is van besef van kwaad, en met een lichaam, dat gewassen is met zuiver water.
Laten wij de belijdenis van hetgeen wij hopen onwankelbaar vasthouden, want Hij, die beloofd heeft, is getrouw.
Hebreeën 10:38
En mijn rechtvaardige zal uit geloof leven; maar als hij nalatig wordt, dan heeft mijn ziel in hem geen welbehagen.
1 Timoteus 6:11-12
Gij daarentegen, o mens Gods, ontvlucht deze dingen, doch jaag naar gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtzinnigheid. Strijd de goede strijd des geloofs, grijp het eeuwige leven, waartoe gij geroepen zijt en de goede belijdenis afgelegd hebt voor vele getuigen.
De ogen van hen die begrijpen waar het over gaat, moeten worden verlicht en het hart en de gedachten in harmonie worden gebracht God, die alleen Waarheid is. Hij die in geloof op Jezus ziet, ziet geen eer in zichzelf, want de heerlijkheid van de Verlosser wordt in de gedachten en het hart weerkaatst. De verzoening van Zijn bloed is bewerkt en de bedekking van zonden ontsluit in het hart een bron van intense dankbaarheid. {OHC 203.3}
* NBV, SV, SV77 en GNB vertalen faith in Gal 5: met geloof; NBG vertaalt met trouw; Willibrordvert95 vertaalt met vertrouwen.