03. Vergeving
3. Vergeving
Matteüs 6:14-15 Want indien gij de mensen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u vergeven; 15 maar indien gij de mensen niet vergeeft, zal ook uw Vader uw overtredingen niet vergeven.
Johannes 13:35 Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkander.
Heb Elkander Lief. -– Zelfzucht en trots verhindert de pure liefde die ons in de eenheid van de Geest verbindt met Jezus Christus. Als deze liefde gecultiveerd wordt, zal het eindige zich binden aan het eindige en iedereen zal samen verbonden worden met het hart van de Oneindige. Geheiligde liefde voor elkaar is heilig. Dit grote werk van christelijke liefde voor elkaar –- steeds hoger, steeds aanwezig en beleefd, steeds onzelfzuchtiger dan tot nu toe ten toon gespreid – beschermt christelijke tederheid, christelijke goedheid en beleefdheid, omgeeft de menselijke broederschap in de omarming van God en erkent de waardigheid die God aan ieder mens heeft geschonken. Deze waardigheid moeten christen altijd aan elkaar tonen tot eer en heerlijkheid van God… {5BC 1140.6)
De eniggeboren Zoon van God heeft de edelheid en de menselijkheid erkend door de menselijke gedaante aan te nemen en de door te sterven voor ieder mens. Hiermee heeft Hij voor alle eeuwen aangetoond dat God “de wereld alzo heeft lief gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe” – Johannes 3:16. – Letter 10, 1897. {5BC 1141.1}
Een Fatale Vergissing. –. Ware heiligmaking verenigt gelovigen met Christus en met elkaar met banden van tedere sympathie. Deze eenheid maakt een continue stroom van christelijke liefde in het hart los, die zich uit in liefde tot elkander. { 5BC 1142.2}
De kwaliteiten die iedereen noodzakelijkerwijs moet bezitten zijn deze die het karakter van Christus tonen: Zijn liefde, Zijn geduld, Zijn onzelfzuchtigheid en Zijn goedheid. Deze eigenschappen worden verkregen door het doen van vriendelijke daden die voortkomen uit een vriendelijk hart … {5BC 1141.3}
Het is de grootste en meest fatale vergissing die voorstelt dat iemand geloof tot eeuwig leven kan bezitten zonder christelijke liefde te hebben voor zijn medebroeders. Hij die van God en zijn naaste houdt, is vervuld van licht en liefde. God is in hem en overal om hem heen. Christenen houden van degenen die rondom hen zijn als kostbare zielen voor wie Christus gestorven is. Er is niet zo iets als een liefdeloze christen. Want “God is liefde,” en “En hieraan onderkennen wij, dat wij Hem kennen: indien wij zijn geboden bewaren. Wie zegt: Ik ken Hem, en zijn geboden niet bewaart, is een leugenaar en in die is de waarheid niet …” 1 Johannes 2:3,4 {5BC 1141.4}
Petrus kwam tot Jezus met een vraag: “Here, hoeveel maal zal mijn broeder tegen mij zondigen en moet ik hem vergeven?” Matteüs 18:21. De rabbi’s hadden het maximum voor vergeving gesteld op drie overtredingen. Petrus, die dacht dat hij de leer van Jezus verkondigde, had bedacht dat hij het aantal in genade kon uitbreiden tot zeven, het getal der volheid. Maar Christus leerde dat we nooit moe mogen worden van vergeven. “Niet tot zevenmaal toe, maar tot zeventig maal zevenmaal” vs. 22. {COL 243.1}
Dit is de basis waarop wij mededogen moeten tonen aan een medezondaar. “Als God ons zo heeft liefgehad, moeten ook wij elkaar liefhebben” 1 Johannes 4:11. “Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven!” Matteüs 10:8. {COL 245.1}
In de gelijkenis waarin de schuldenaar pleitte voor uitstel, met de belofte: “Heb geduld met mij en ik zal u alles betalen,” werd het vonnis ingetrokken. De hele schuld werd kwijtgescholden. En hij werd in de gelegenheid gesteld het voorbeeld van de meester, die hem vergeven had, te volgen .
Bij het naar buiten gaan, kwam hij een collega bediende tegen die hem een klein bedrag schuldig was. Hem was een schuld van tien duizend talenten kwijtgescholden. Zijn medebediende was hem honderd muntstukken schuldig. Maar hij, die zo genadig behandeld was, handelde met zijn medearbeider op een heel andere manier. Zijn schuldenaar pleitte op dezelfde manier als hij bij de koning gepleit had, maar zonder hetzelfde resultaat. Hij die zo pas genadiglijk vergeven was, was zonder medelijden en genade. De genade die hem betoond was, werd door hem niet op dezelfde wijze getoond aan zijn mededienstknecht. Hij luisterde niet naar de smeekbede voor geduld. Het kleine bedrag dat hem toekwam was alles waar zijn ondankbaar hart naar uitging. Hij eiste alles op wat hij dacht dat hem toekwam en voltrok het vonnis voor een schuld dat hem zo genadiglijk was kwijtgescholden. { COL 245.2}
Hoevelen tonen niet eenzelfde geest vandaag aan de dag? Toen de schuldenaar pleitte bij zijn heer om genade, had hij geen goed besef van de grootte van zijn schuld. Hij realiseerde zich zijn hulpeloosheid niet. Hij hoopte om zichzelf te bevrijden. “Heb geduld met mij,”zei hij, en ik zal u alles betalen.” Zo zijn er vandaag velen die hopen dat zij door hun eigen werken Gods goedgunstigheid zullen verdienen. Zij realiseren zich hun hulpeloosheid niet. Zij aanvaarden Gods genade niet als een gave, maar proberen zichzelf groot te maken in zelfrechtvaardiging. Hun eigen harten zijn niet gebroken en verootmoedigd vanwege hun zonden, en zij handelen onvergeeflijk jegens anderen. Hun zonden tegenover God, zijn, in vergelijking met die van hun broeders jegens hen als een verhouding van tien duizend talenten tot honderd muntstukken --- bijna 1 miljoen tegenover 1. Toch hebben ze het euvele moed onvergeeflijk te zijn. {Col 245.3}. Hij die weigert te vergeven verspeelt hiermee zijn eigen hoop op pardon.
Johannes 20:21-23 Jezus] dan zeide nogmaals tot hen: Vrede zij u! Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u. 22 En na dit gezegd te hebben, blies Hij op hen en zeide tot hen: Ontvangt de heilige Geest. 23 Wie gij hun zonden kwijtscheldt, die zijn ze kwijtgescholden; wie gij ze toerekent, die zijn ze toegerekend.
In deze tekst valt op dat de Geest van God wordt gegeven, voordat Christus hen herinnerde aan de daad van vergeving. Waarlijk, de enge manier waarop de mens kan vergeven als Christus is door de aanwezigheid van de Heilige Geest in zijn hart!
Waarom houden we vast aan wrok en boosheid?
Waarom laat u Gods Heilige Geest vandaag niet toe in uw leven om u te bevrijden van de onmacht om iemand die u iets aangedaan heeft, te vergeven?