04 - 06
Openbaring 4
3. Zie EGW over Rom. 3:24-26.
Openbaring 5
Vers 6 (Ef. 2:5, 6). Het Lam in het midden van de troon. -- Het Lam van God wordt voorgesteld als staande in het midden van de troon van God. Hij is het grote trefpunt waar God en de mensen zijn verenigd en met elkaar omgang hebben. Zo worden de mensen voorgesteld als gezeten in hemelse gewesten in Christus Jezus. Dit is de aangewezen plaats van samenkomst tussen God en de mens (MS 7, 1898).
8. Zie EGW over Openb. 8:3, 4.
9-12. Zie EGW over Hebr. 1:14.
11 (Openb. 7:1-3; 16:13-16; Hebr. 1:14; zie EGW over Hebr.9:24). Handen van Engelen omspannen de wereld. -- Johannes schrijft: “En ik zag en hoorde een stem van vele engelen rondom de troon.” Engelen waren verenigd in het werk van Hem die de zegelen verbroken had en het boek had genomen. Vier machtige engelen houden de machten van deze aarde tegen tot de dienstknechten van onze God verzegeld zijn aan hun voorhoofden. De volken der wereld verlangen naar de strijd; maar ze worden in toom gehouden door de engelen. Als deze weerhoudende macht wordt weggenomen, zal er een tijd van benauwdheid en zielsangst aanbreken. Dodelijke oorlogswapenen zullen worden uitgevonden. Schepen zullen met hun levende lading worden begraven in de diepten. Allen die niet de geest der waarheid bezitten, zullen zich aaneensluiten onder de leiding van satanische machten. Maar zij worden onder controle gehouden tot de dag van de grote slag van Armageddon zal aanbreken.
Engelen omspannen de wereld en ontzeggen Satan diens aanspraken op oppergezag, die hij heeft gedaan op grond van de grote massa van zijn aanhangers. Wij horen de stemmen niet en zien met het natuurlijk oog het werk van deze engelen niet, maar hun handen omspannen de wereld en met grote waakzaamheid houden zij de legers van Satan in bedwang, tot het verzegelingswerk van Gods volk zal zijn voltooid.
De dienaars van de Here, Zijn engelen, zijn bekwaam en hebben macht en grote kracht en hebben de opdracht om van de hemel naar de aarde te gaan om Zijn volk te dienen. Hun werk is om de felle woede tegen te houden van hem, die gekomen is als een brullende leeuw, zoekende wie hij kan verslinden. De Here is een toevlucht voor allen, die in Hem vertrouwen. Hij zegt dat zij zich een korte tijd moeten verbergen, tot de gramschap voorbij is. Spoedig zal Hij Zijn plaats verlaten om de wereld voor haar ongerechtigheid te straffen. Dan zal de aarde haar bloed onthullen en haar verslagenen niet langer bedekken (Brief 79, 1900).
De Hemel een plaats van grote bedrijvigheid. -- Konden allen onze dierbare Heiland slechts zien zoals Hij is - een VERLOSSER. Laten Zijn handen het gordijn dat Zijn heerlijkheid voor onze ogen verbergt, opzij schuiven. Hij is in Zijn hoge en heilige plaats. Wat zien wij? Wij zien onze Heiland, niet in een positie van stilte en rust. Hij is omringd door hemelse wezens, door cherubs en serafs, door tienduizend maal tienduizenden engelen.
Al deze hemelse wezens hebben één doel boven alle andere dingen, waarvoor zij een intense belangstelling hebben - Zijn gemeente in een wereld vol verderf. Al deze legers staan in dienst van de Vorst des hemels, terwijl zij het Lam van God, dat de zonde der wereld wegneemt, verheffen. Zij werken voor Christus, onder zijn opdracht, om volkomen zalig te maken wie tot Hem opzien en in Hem geloven. Deze hemelse wezens haasten zich in hun werk, terwijl zij voor Christus doen wat Herodus en Pilatus tegen Hem deden. Zij beraadslagen samen om Gods eer en heerlijkheid hoog te houden. Zij zijn verenigd in een heilige verbondenheid, in een grootse en verheven eenheid, om de macht, het medeleven, de liefde en heerlijkheid van een gekruisigde en opgestane Heiland te tonen.
In hun werk laten deze hemelse legers zien hoe Gods gemeente moet zijn. Christus werkt voor hen in de hemel, terwijl Hij Zijn boodschappers naar alle delen van de wereld zendt om elke lijder te helpen die naar Hem opziet om hulp, om geestelijk leven en kennis.
De gemeente van Christus op aarde bevindt zich temidden van de zedelijke duisternis van een ontrouwe wereld, die Gods wet vertrapt. Maar hun Verlosser, die de losprijs heeft betaald met Zijn eigen kostbaar bloed, heeft alle voorzieningen getroffen opdat de gemeente een veranderd lichaam zal zijn, verlicht door het Licht der wereld, in het bezit van de heerlijkheid van Immanuël. De heldere stralen van de Zon der gerechtigheid, die door Zijn gemeente schijnt, zullen elk verloren, afgedwaald schaap, dat tot Hem wil komen om in Hem een toevlucht te vinden, in Zijn kudde bijeenbrengen. Zij zullen voor altijd vrede, licht en blijdschap vinden in Hem die vrede en gerechtigheid is (Brief 89c, 1897).
12. Zie EGW over 1 Kor. 15:51-55.
Openbaring 6
Vers 9 (Openb. 18:1-5; zie EGW over Rom. 12:19). De opening van het vijfde zegel .-- Toen het vijfde zegel werd geopend, zag Johannes in visioen onder het altaar de schare die gedood was om het Woord Gods en het getuigenis van Jezus Christus. Hierna kwamen de tonelen, beschreven in Openbaring 18, waar zij, die waarachtig en getrouw zijn, uit Babylon worden geroepen (Openb. 18:1-5 aangehaald) (MS 39, 1906).
13-17. Zie EGW over Openb. 16:1-2 1.
14-17. Zie EGW over Mat. 28:2-4.
15-17. Zie EGW over Rom. 3:19.
16. Zie EGW over Mat. 27:21, 22, 29.