16 Genesis
HOOFDSTUK 16.
PP 292 - 97.
"Lees vers 1 tot 3". Zij hadden in werkelijkheid de kwellingen van de honger niet medegemaakt. Zij hadden voedsel voor het ogenblik, maar zij vreesden voor de toekomst. Zij wisten niet hoe het heir van Israel zou in stand gehouden worden gedurende hun lange reis door de woestijn, hoe zij zouden leven van het simpele voedsel, dat zij dan zouden hebben, en in hun ongeloof zagen zij hun kinderen vergaan van de honger. De Heer liet toe dat zij kort zouden gebracht worden in voedsel, en dat zij af te rekenen zouden hebben met moeilijkheden, opdat hun hart zich naar Hem zou keren, die hen tot hiertoe geholpen had, opdat zij in Hem zouden geloven. Hij wilde voor hen een huidige hulp zijn. Als zij in hun behoefte op Hein beroep wilden doen, dan zou Hij hen telkens van Zijn liefde geopenbaard hebben en bestendige zorg. Maar zij waren onwillig om op de Heer te vertrouwen, niet verder dan dat zij met hun eigen ogen de bestendige klaarblijklijkheden van Zijn macht konden aanschouwen. Als zij waar geloof en vast vertrouwen in God zouden bezeten hebben, dan zou een grens
gezet geweest zijn op een liefderijke wijze aan de ongemakken en struikelblokken, of zelfs aan de ware noden, nadat de Heer op een zo wonderbare wijze tussen gekomen was bij hun bevrijding uit Egypte. Daarenboven, de Heer beloofde hen als zij Zijn verorderingen zouden gehoorzamen, er geen ziekte op hen zou vallen; want zegde Hij: "Ik ben de Heer uw Heelmeester".
Nadat God deze zekere belofte gegeven had was het een misdadig ongeloof van hen van vooruit te lopen met de gedachte dat zij en hun kinderen zouden sterven van honger. Zij hadden eigenlijk grotelijks geleden in Egypte door overladen te zijn van werk. Hun kinderen werden ter dood veroordeeld en in antwoord op hun gebed van angst, was God op een barmhartige manier tussengekomen. Hij beloofde van hun God te zijn, en nam hen tot Zich als een volk, en leidde hen naar een groot en goed land. Maar zij waren gereed te vergaan bij iedere moeilijkheid die zij moesten ondergaan op weg naar dat land. Zij hadden veel onderstaan in de dienst van de Egyptenaren; maar nu konden zij geen lijden ondergaan in de dienst van God. Zij waren bereid zich over te geven aan duistere twijfels en te verzinken in ontmoediging, als zij beproefd werden. Zij mopperden tegen Gods toegewijde dienstknecht, Mozes, en legden al hun moeilijkheden hem ten laste, en drukten een boze wens uit dat zij beter in Egypte zouden gebleven jn, waar zij bij de vleespotten konden zitten en hun goesting brood eten.
Het ongeloof en de mopperingen van het volk van Israel is een illustratie van het volk van God dat nu op de aarde leeft. Velen kijken naar hen en verwonderen zich om hun bestendig ongeloof en mopperen, nadat de Heer zoveel voor hen gedaan had, door hen herhaalde malen klaarblijkelijkheden te verschaffen van Zijn liefde en zorg voor hen. Zij denken dat zij niet zo ondankbaar zouden geweest zijn. Maar dezen die dat denken, mopperen en klagen om dingen met minder gevolgen. Zij kennen zichzelf niet. God beproeft hen dikwijls, en zet hun geloof op de proef in kleine dingen, en zij ondergaan de beproeving niet beter dan het oude Israel. Velen hebben alles wat zij nodig hebben voor de dag van vandaag, toch betrouwen zij niet voor de toekomst. Zij openbaren ongeloof, en verzinken in misnoegdheid en worden somber wegens tekorten, die zij vooruitlopen. Sommige zijn bestendig verward omdat zij tekort zullen hebben, en dat hun kinderen zullen lijden. Als er moeilijkheden ontstaan, of als zij in nieuwe omstandigheden geplaatst worden - als hun geloof en liefde tot God getoetst wordt, dan schrikken zij voor de beproeving, en mopperen om het procédé, dat God gebruikt om hen te reinigen. Hun liefde blijkt niet rein en volmaakt te zijn, om alle dingen te kunnen ondergaan. Het geloof van het volk van God moet blijken sterk te zijn en aktief en doorstaand - de hoofdzaak van de dingen die gehoopt worden. Dan zal de taal van dezen zijn; gezegend de Heer, o mijne ziel, en alles wat in mij is, gezegend zij Zijn heilige naam; want Hij heeft mij overvloedig bedeeld. Zelfbeheersing wordt door velen aanzien als werkelijk lijden. Verdorven eetlusten worden toegegeven. En een weerhouden op de gezonde eetlust leidt er zelfs belijdende christenen toe van nu terug te deinzen, alsof werkelijk honger lijden het gevolg zou zijn ven een eenvoudige voedingswijze. En, gelijk de kinderen van Israel, verkiezen zij slavernij,, ongezonde lichamen, en zelfs de dood, eerder dan beroofd te zijn van hun vleespotten. Brood en water is alles, wat beloofd Is aan het overblijfsel in de tijd van benauwdheid.
Lees "vers 14 tot 26".
De Heer is nu niet minder nauwkeurig in verband met Zijn Sabbat dan als Hij vooraf speciale leidraden gaf aan de kinderen van Israel. Hij vroeg hen te bakken, dat zij wilden bakken, en koken wat zij wilden koken op de zesde dag, in voorbereiding tot de rust van de Sabbat. Deze, die verwaarlozen van voorbereidingen te maken voor de Sabbat op de zesde dag, en die voedsel koken op de Sabbat, overtreden het vierde gebod, en zijn over treders van Gods wet. En, allen die werkelijk bezorgd zijn om de Sabbat te onderhouden in overeenstemming met het gebod, zullen geen enkel voedsel koken op de Sabbat. Zij zullen in de vreze van deze God, die Zijn wet gaf op de Sinai, zich onderwerpen en voedsel eten, bereid op de zesde dag, zelfs als het niet zo smakelijk is. God verbood aan de kinderen van Israel te bakken en te koken op de Sabbat. Dit verbod moet in acht genomen worden door iedere Sabbathouder, als een plechtig uitdrukkelijk bevel van Jehova aan hen. De Heer wil Zijn volk ervan afhouden van toe te geven aan gulzigheid op de Sabbat, die Hij apartgezet heeft voor gewijde meditatie en aanbidding.
De Sabbat van de Heer is de dag van rust van werk, en het dieet op die dag zou eenvoudiger moeten zijn, en genomen met minder hoeveelheden, dan op de zes werkdagen, want zij hebben op die dag minder oefening, dan zij hebben op andere dagen van de week. Velen hebben gefaald omdat zij geen zelfbeheersing beoefenen op cJe Sabbat. Door deel te nemen aan volle maaltijden, als op de zes werkdagen, was hun geest beneveld. Zij zijn dwaas en dikwijls slaperig. Sommige lijden aan hoofdpijn. Deze hebben geen ware toegewijde gevoelens op de Sabbat, en de zegen, die op de Sabbat rust blijkt geen zegen te zijn voor hen. De zieken en de lijdenden moeten verzorgd worden op de Sabbat, als op de andere dagen van de week. Het is nodig voor hun verzorging van warm voedsel en drank te bereiden op de Sabbat. In zulke omstandigheden is het geen overtreding van het vierde gebod om het hen zo goed mogelijk te maken. De grote Wetgever is een God van medelijden zowel als van rechtvaardigheid.
God openbaart Zijn grote zorg en liefde voor Zijn volk door hen brood uit de hemel te zenden. "De mens at engelenvoedsel". Dat wil zeggen voedsel hen bevoorraad door de engelen. In het drievoudige mirakel van het manna, een dubbele hoeveelheid op de zesde dag, en geen op de zevende dag, en het vers houden op de Sabbat,
51.
terwijl het op de andere dagen bedorven zou zijn, werd bedoeld om hen in te prenten hoe gewijd de Sabbat
is. Nadat zij overvloedig bevoorraad waren met voedsel, waren zij beschaamd over hun ongeloof en hun gemopper, en beloofden de Heer in de toekomst te vertrouwen. Maar zij vergaten vlug hun belofte, en faalden opnieuw bij de eerste beproeving van hun geloof.
3 Spiritual Gifts 249 - 55.
VERS 2 en 3.
Mijn echtgenoot heeft ijver voor God en voor de waarheid en somtijds heeft deze ijver geleid om hem te overwerken ten koste van zijn fysische en mentale kracht. Maar de Heer heeft dit niet aanzien als een zo grote zonde als het verwaarlozen en de ontrouw van zijn dienaren in het terechtwijzen van verkeerdheden. Deze,
die de ontrouwe en ontoegewijde vleidden, waren deelnemers in hun zonden van verwaarlozing en ongetrouwheid. God heeft mijn echtgenoot uitgekozen en hem speciale kwaliteiten geschonken: natuurlijke handigheid en een ondervinding om Zijn volk te leiden in de vooruitgang van het werk. Maar er zijn mopperaars geweest onder de Sabbathoudende adventisten zoals er waren bij de Israelieten van ouds, en de jaloersenhebben, door hun voorstellen en insuinaties gelegenheid gegeven aan de vijand van ons geloof om mijn mans eerlijkheid te wantrouwen. Deze jaloerse personen van hetzelfde geloof hebben dingen in een vals licht gesteld bij ongelovigen, en deze indrukken die gemaakt geweest zijn, staan in de weg van velen die de waarheid zouden kunnen aannemen. Zij aanzien mijn echtgenoot als een intrigant, een zelfzuchtig, gierig mens en zij hebben schrik van hem en van de waarheid, die door ons als volk onderhouden wordt.
Als de eetlust van Israel beperkt werd, of er enige strenge eis op hen gelegd werd, dan wierpen zij een blaam op Mozes, dat hij uit eigen macht werkte, dat hij hen wilde de regels opleggen en in het geheel een prins zijn over hen, als hij slechts een instrument was in de handen van God om Zijn volk in een toestand van onderwerping en gehoorzaamheid te brengen aan de stem van God.
Modern Israel heeft gemopperd en is jaloers geworden van mijn echtgenoot omdat hij gepleit heeft voor de zaak van God. Hij heeft gepleit voor vrijgevigheid bij zijn broeders, hij heeft deze vermaand, die deze wereld lief hebben, en hij heeft zelf zucht afgekeurd. Hij heeft gepleit voor de giften voor de zaak van God en, om vrijgevigheid aan te wakkeren bij zijn broeders, is hij begonnen met zelf vrijwillig te geven. Maar bij vele mopperende en jaloerse personen is zelfs dit aanzien, dat hij wenste van persoonlijk bevoordeligd te zijn door de middels van zijn broeders en dat hij zich rijk gemaakt had ten koste van de zaak van God. Terwijl de feiten in dit geval zijn, dat God hem middels toevertrouwd heeft om hem te houden boven gebrek, zodat hij niet moet afhangen van de goedgunstigheid van een veranderlijk en mopperend, jaloers volk. Door het feit dat wij op geen zelfzuchtige wijze ons eigen belang bestudeerd hebben, maar gezorgd hebben voor de weduwen en vaderlozen, heeft God in Zijn voorzienigheid ten onzen gunste gewerkt en ons gezegend met voorspoed en een overvloed.
3 Test. Church 88 - 89.
De kerk in het algemeen in Battle Creek heeft het gezondheidsinstituut niet gesteund door hun voorbeeld. Zij hebben het licht van de gezondheidshervorming niet geëerd door ze toe te passen in hun families. De ziekten, die velen overkomen zijn in Battle Creek, zouden niet bestaan hebben, hadden zij het licht, dat God hen gegeven had, gevolgd. Gelijk het oude Israel hebben zij het licht verwaarloosd en zagen niet meer noodzakelijkheid van hun eetlust te beperken dan het oude Israel. De kinderen van Israel wilden vleesgerechten hebben en zegden, zoals velen nu zeggen: wij zullen sterven zonder vlees. God gaf vlees aan het opstandige Israel, maar Zijn vloek was met hen. Duizenden van hen stierven terwijl het vlees dat zij lustten tussen hun tanden nog was. Wij hebben het voorbeeld van het oude Israel en de waarschuwing van niet te doen zoals zij deden. Hun geschiedenis van ongeloof en opstand is opgenomen als een speciale waarschuwing dat wij hun voorbeeld niet zouden volgen in het mopperen bij Gods eisen. Hoe kunnen wij zo onverschillig zijn, onze eigen weg kiezend, het zicht van ons eigen ogen volgend en meer van God wegdrijvend, zoals de Hebreeërs deden? God kan geen grote dingen doen voor Zijn volk wegens hun hardheid van hart en hun zondig ongeloof. God handelt zonder aanzien des persoons; maar in iedere generatie worden deze door Hem aangenomen, die de Heer vrezen en werken in gerechtigheid; terwijl deze die mopperen, ongelovig zijn, en opstandig. Zijn gunst noch de beloofde zegeningen voorbehouden aan dezen, die de waarheid liefhebben en erin wandelen niet kunnen verkrijgen. Deze, die het licht hebben en het niet volgen, maar de eisen van God veronachtzamen, zullen ondervinden dat hun zegeningen veranderen in vloek, en hun genaden in oordelen. God wil dat wij nederigheid en gehoorzaamheid leren, als wij de geschiedenis van het oude Israel lezen, die Zijn uitgelezen en apart volk waren, maar die hun eigen vernietiging bewerkstelligden door hun eigen weg te volgen. De religie van de bijbel is niet nadelig voor de gezondheid van het lichaam en van de geest. De invloed van de Geest van God is de beste medicijn, die kan ontvangen worden door een zieke man of vrouw. De hemel is een en al gezondheid, en hoe dieper de hemelse invloeden verwezenlijkt worden hoe zekerder zal het herstel zijn van de gelovige invalied. In sommige gezondheidsinrichtingen wakkeren ze vermaak, spel en dans aan om opwinding te veroorzaken, maar hebben schrik van het resultaat van religieuse interesse. De theorie van Dr. Jackson in dit opzicht is niet alleen verkeerd, maar gevaarlijk. Hij heeft zich op zulk een wijze uitgedrukt, dat patienten, wanneer zijn theorie in acht genomen wordt, zouden er toe gebracht worden te denken dat hun genezing ervan afhangt, dat zij zo weinig mogelijk gedachten van God en de hemel koesteren. Het is waar dat er personen zijn met onevenwichtige geest, die zich inbeelden, dat zij zeer religieus zijn en die vasten en gebed opleggen ten koste van hun gezondheid. Deze zielen lieten zich bedotten. God heeft dit niet van hen gevraagd. Zij hebben de gerechtigheid van de Farizeeërs, die niet van Christus komt, maar van hunzelf. Zij vertrouwen op hun eigen goede werken tot redding en zoeken de hemel te kopen door verdienstelijke werken van zichzelf inplaats van te steunen, zoals ieder zondaar moet doen, op de verdiensten alleen van een gekruisigde en verrezen Heiland.
Christus en ware godsvrucht zijn nu en voor altijd gezondheid voor het lichaam en sterkte voor de, ziel. 3 Test. Church 171 - 73.
Onze gewoonten van eten en drinken tonen of wij van de wereld zijn of bij dit getal, dat de Heer door Zijn machtig hakmes van waarheid gescheiden heeft van de wereld. Dit is specifiek volk, ijverig tot goede werken. God heeft gesproken in Zijn woord. In het geval van Daniël en zijn drie gezellen vinden wij sermoenen in verband met de gezondheidshervorming. God heeft gesproken in de geschiedenis van de kinderen van Israel, 52.
van wien Hij ten hunnen goede een vleesvoeding weerhield. Hij voedde hen met het brood van de hemel: "de mens at engelen voedsel". Maar zij wakkerden hun aardse eetlust aan; en hoemeer zij hun gedachten plaatsten op de vleespotten van Egypte, hoemeer zij het voedsel haatten, dat God hen gaf om hen in goede gezondheid te houden zowel fysisch, mentaal en moreel. Zij zuchtten naar de vleespotten en hierin deden zij hetzelfde wat velen in onze tijd gedaan hebben.
Velen zijn lijdend, en velen gaan in hun graf, wegens toegeving aan eetlust. Zij eten wat overeen komt met hun verdorven smaak, aldus de verteringsorganen verzwakkend en de mogelijkheid om het voedsel te assimileren om hun leven in stand te houden, beschadigend. Dit veroorzaakt bestendige ziekte en te dikwijls
volgt hierop de dood. Het delikate organisme van het lichaam is afgeleefd door moordende praktijken van dezen die het beter moesten weten.
De kerken moeten gehecht en getrouw zijn aan het licht, dat God gegeven heeft. Ieder lid zou moeten verstandig werken, om uit zijn levensgewoonten alle verdorven eetlust te weren. 6 Test. Church 372 - 73.
Als God de kinderen van Israel uit Egypte leidde, was het Zijn doel hen te installeren in het land van Kanal.n, als een rein, gelukkig en gezond volk. Laat ons de middels bezien, waardoor Hij dit wilde volbrengen. Hij onderwierp hen aan een kuur van discipline, die, moest zij met liefde opgevolgd geweest zijn, in het goede zou terecht gekomen zijn, zowel voor hunzelf als voor hun nakomelingen. Hij nam de vlees voeding voor een groot deel weg van hen. Hij had hen vlees gegeven in antwoord op hun geroep, juist vóór zij de Sinai bereikten, maar zij werden maar bevoorraad voor één dag. God kon hen zowel vlees als manna bezorgen, maar een beperking werd gelegd op het volk voor hun goed. Hij was van plan van hen beter voedsel te verschaffen voor hun behoeften dan het koortsachtig dieet, waar velen zich gewoon hadden aan gemaakt in Egypte. De verdorven eetlust moest in een meer gezonde toestand gebracht worden, opdat zij zouden in staat zijn het voedsel te genieten, dat oorspronkelijk voorzien was voor de mens, de vruchten van de aarde, die God aan Adam en Eva gegeven had.
Waren zij gewillig geweest om hun eetlust te bedwingen in gehoorzaamheid aan de beperkingen, die Hij hen oplegde zou er onder hen geen zwakte noch ziekte gekend zijn. Hun nazaten zouden fysische en mentale kracht gehad hebben. Zij zouden klare begrippen gehad hebben nopens de waarheid en de plicht, scherp onderscheidingsvermogen en een gezond oordeel. Maar zij waren niet bereid om zich aan Gods eisen te onderwerpen, en zij bereikten de standaard niet, die Hij voor hen bestemd had, en zij ontvingen de zegeningen niet, die Hij voor hen voorbehouden had. Zij mopperden om Zijn beperkingen, en hadden lust naar hun vleespotten van Egypte. God gaf hen vlees maar het bewees een vloek te zijn voor hen.
"En deze dingen zijn geschied ons tot voorbeelden, opdat wij geenen lust tot het kwaad zouden hebben, gelijkerwijze als zij lust gehad hebben".
En deze dingen alle zijn hun overkomen tot voorbeelden, en zijn geschreven tot waarschuwing van ons, op dewelke de einden der eeuwen gekomen zijn. 1 Cor. 10 : 6, 11.
Counsels on Diet and Foods 377 - 78.
Het dieet, dat in het begin voor de mens uitgekozen werd omvatte geen vlees. Slechts na de zondvloed, als alles op de aarde vernietigd was, kreeg de mens de toelating om vlees te eten.
Als God de voedingssoorten uitkoos voor de mens, toonde Hij aan wat het best geschikt was voor hen; in de keuze, die Hij maakte voor Israel toonde Hij dezelfde les. Hij leidde de Israelieten uit Egypte, en hield hen in de oefening, dat zij een volk mochten zijn, dat Hem toebehoorde. Door hen wilde Hij de wereld zegenen en onderrichten. Hij voorzag hen met het voedsel, dat het best geschikt was om dit doel te verwezenlijken, geen vlees, maae manna, "het brood van de hemel". Het was slechts wegens hun mistevredenheid en hun gemopper om de vleespotten van Egypte, dat hen vlees werd toegestaan, en dit slechts voor een korte tijd. Het gebruik ervan veroorzaakte ziekte en dood bij duizenden. Toch werd het wegnemen van het vlees uit de voedeing nooit hartelijk ontvangen. Het werd altijd een reden tot mistevredenheid en gemopper, openlijk of in het geheim, en werd nooit bestendigd.
Counsels on Diet and Foods 374.
Wij zijn gezondheidshervormers, die zoeken om zover als het mogelijk is terug te keren tot het orginele plan van matigheid. Matigheid bestaat er niet alleen in van zich te onthouden van intoxikerende alkohol en tabak; het strekte zich verder uit dan dat. Er moet geregeld worden wat wij eten. Wij ontvingen allen het licht van de gezondheidshervorming. Maar als ik het Rustoord bezocht, zag ik dat er in grote mate een afwijking was van de gezondheidshervorming in verband met het eten van vlees, en ik ben er van overtuigd, dat er moet ineens een verandering komen. Uw dieet is in grote mate samengesteld uit vlees. God leidt niet in deze richting; de vijand leidt de kwestie van de voedingswijze op verkeerde basis, doordat deze, die de verantwoordelijkheid dragen van de instellingen, zich aanpassen aan de eetlust van de patienten. Idem 406.
Wij pogen een goed oordeel te vormen in het bepalen van de samenstelling van het voedsel, dat het best met ons overeenstemt. Het is onze plicht van wijs te handelen in verband met onze eetgewoonten, van matig te zijn, en te leren redeneren van oorzaak tot gevolg. Als wij ons deel doen, dan zal de Heer Zijn deel doen door de kracht van onze hersens en zenuwen te behouden. Reeds meer dan veertig jaar heb ik maar twee maaltijden genomen. En als ik speciaal belangrijk werk te doen heb, dan beperk ik de hoeveelheid voedsel. Ik aanzie het als een plicht van te weigeren van eender welk voedsel in mijn maag te laten gaan, waarvan ik een reden heb te denken, dat het wanorde zal veroorzaken. Mijn geest moet geheiligd worden voor God, en ik moet mij zorgvuldig afhouden van iedere gewoonte, die er toe zou bijdragen van mijn intellektuele mogelijkheden te verminderen.
Ik ben nu op mijn een en tachtigste jaar, en ik kan getuigen, dat wij in onze familie geen behoefte hebben aan de vleespotten van Egypte; er is mij een en ander bekend nopens de voordelen, die verkregen worden, wanneer er geleefd wordt volgens de gezondheidshervorming. Ik aanzie het als een voorrecht en een plicht van een gezondheidshervormer te zijn.
Toch spijt het mij zeer dat er zovelen zijn onder ons volk, die niet strikt het licht van de gezondheidshervorming volgen. Deze, die in hun gewoonten de princiepen van gezondheidshervorming overtreden, en die het licht niet volgen, dat de Heer hen gegeven heeft, zullen zeker de gevolgen ondergaan.... 53..
Ik aanzie dat een van de redenen waarom ik in staat geweest ben van zoveel werk te volbrengen, zowel in het spreken als schrijven, het is omdat ik strikt matig geweest ben in mijn eten. Als er verschillende voedingsstoffen voor mij geplaatst zijn, poog ik alleen deze uit te kiezen, die mij bevallen. Zo kan ik mijn klare mentale fakulteiten behouden
Idem 492 - 93.
Zevende dags Adventisten behandelen gewichtige waarheden. Meer dan veertig jaar geleden ( 1909 ) gaf de Heer ons een speciaal licht in verband met de gezondheidshervorming, maar hoe. wandelen wij ij dit licht?
Hoe velen hebben geweigerd te leven in harmonie met de raadgevingen van God! Als volk moeten wij voortgang maken in proportie van het licht dat wij ontvangen. Het is onze plicht de princiepen van gezondheidshervorming te begrijpen en te respekteren. Op gebied van de matigheid moeten wij alle ander volk overtreffen; en toch zijn er onder ons goed onderwezen leden en zelfs bedienaars van het evangelie, die weinig respekt hebben voor het licht, dat God ons gegeven heeft nopens dit onderwerp. Zij eten wat hun belieft, en werken zoals zij het verkiezen
Wij trekken geen preciese lijn die moet gevolgd worden in het eten; maar wij zeggen, dat in streken, waar er fruit, granen en noten in overvloed zijn, het vlees niet het juiste voedsel is voor het volk van God. Ik ben geleerd geweest, dat vleesvoeding een neiging heeft om de natuur te verdierlijken, de mens te beroven van deze liefde en sympatie, die zij voor elkander moeten hebben, en van de lagere passies de bovenhand te geven op de hogere mogelijkheden van ons wezen. Als vleesvoeding weleens gezond was, ze is nu niet meer veilig. Kanker, tumeurs en longziekten worden grotelijks veroorzaakt door vleeseten
Zullen wij geen besliste getuigenis afleggen tegen het toegeven aan verdorven eetlust? Zal niet ieder bedienaar van het evangelie, die de plechtigste waarheid verkondigen, die ooit aan stervelijgen gegeven geweest is, een voorbeeld geven in het zich afhouden van de vleespotten van Egypte? Zullen deze, die onderhouden worden door tienden uit de voorraad van de Heer het toelaten dat hun leven-gevende bloedstroom vergiftigd wordt in hun aders? Zullen zij het licht dat God gegeven heeft verwaarlozen? De gezondheid van het lichaam moet al zo belangrijk aanzien worden om te groeien in genade als om een gelijkmatig temperament te verwerven. Als er op geen juiste wijze gezorgd wordt voor de maag, dan zal de vorming van een juist en moreel karakter verhinderd worden. Het brein en de zenuwen zijn in verbinding met de maag. Verkeerd eten heeft als resultaat van verkeerde denkwijze en handelwijze.
Allen worden nu getest en beproefd. Wij zijn gedoopt in Christus, en als wij ons deel willen doen om ons af te scheiden van alles, wat ons naar beneden sleurt en wat van ons maakt wat wij niet zouden moeten zijn, dan zal er ons kracht gegeven worden om te groeien in Christus, die ons levend hoofd is, en wij zullen het heil van God aanschouwen.
Idem 404 - 405.
VERS 4.
De•Heer heeft mij herhaaldelijk getoond, dat het in tegenspraak is met de bijbel van enige voorraad op te doen voor onze tijdelijke behoeften gedurende de tijd van benauwdheid. Ik zag, dat als de heiligen voedsel hadden opgelegd bij zich of in de velden gedurende de tijd van benauwdheid, als het zwaard, de honger en de pest in het land zijn, het hen zal ontnomen worden door geweldadige handen en dat vreemdelingen hun velden zullen oogsten. Dan zal de tijd gekomen zijn voor ons om tenvolle op de Heer te betrouwen en Hij zal ons ondersteunen. Ik zag, dat wij zeker zouden zijn van ons brood en water in deze tijd, en dat wij niets te kort zullen hebben noch honger zullen lijden. Want God is bij machte ons een tafel te dekken in de woestijn. Als het nodig is zal Hij ons raven zenden om ons te voeden, zoals Hij Eliah voedde, of dat Hij manna zal laten regenen uit de hemel, zoals Hij het deed voor de Israelieten.
Early Writings 56.
De opvoeding van de Israelieten omvatte al hun levensgewoonte. Alles, wat in verband stond met hun welzijn maakte het voorwerp uit van goddelijke bekommernis en kwam te staan in het gebied van de goddelijke wet. Zelfs in het voorzien van voedsel voor hen beoogde God hun hoogste goed. Het manna waarmede Hij hen voedde was van zulk een aard, dat het hun fysische mentale en morele kracht bevorderde. Ofschoon zovelen onder hen in opstand kwamen tegen de beperking van hun voedsel, en verlangden terug te keren naar de dagen, dat zij "bij de vleespotten zaten, toen wij tot verzadiging brood aten"!, zolas zij zegden, toch was de wijsheid van de keuze van God voor hen bewezen op een wijze, die zij niet konden tegenspreken. Niettegenstaande de hardheid van het leven in de woestijn, was er geen zwakke persoon in al hun stammen. Education 38.
God heeft ons geen belofte gegeven van ons te helpen om vandaag de lasten te dragen die ons morgen ten dele vallen. Hij heeft gezegd: "Mijn genade is u genoeg". 2 Cor. 12 : 9; maar, gelijk het manna gegeven werd in de woestijn, wordt Zijn genade dagelijks begiftigd voor de noden van de dag. Gelijk de heiren van Israel op hun pelgrimstocht zullen wij morgen na morgen het brood uit de hemel vinden voor ons dagelijks gebruik.
Slechts één dag behoort ons toe, en gedurende deze dag moeten wij voor God leven. Voor deze éne dag moeten wij ons in de hand van Christus plaatsen, in de plechtige dienst al onze doeleinden en plannen, al onze zorgen op Hem werpend, want Hij draagt zorg voor ons. "Want Ik weet de gedachten, die Ik over u denk, spreekt de Heere , gedachten des vredes en niet des kwaads, dat Ik u geve het einde en de verwachting". Jer. 2 : 11. "Door wederkeering en rust zoudt gijlieden behouden worden, in stilheid en in vertrouwen zou uw sterkte zijn". Jes. 30 : 15.
Als gij de Heer wilt zoeken en bekeerd worden iedere dag; als gij door uw eigen geestelijke keuze vrij wilt
zijn en verheugd in God; als gij met blijde toestemming van het hart aan Zijn genadige roep, het juk van Christus begint te dragen - het juk van gehoorzaamheid en dienst - dan zalal uw gemopper gestild worden, al uw moeilijkheden zullen weggenomen worden, al de onthutsende problemen, die u nu voor ogen staan, zullen opgelost zijn.
The Mount of Blessing 101.
PP 294, 354.
VERS 4 - 35. PP 294 - 97.
VERS 7 - 9.
Terwijl mijn man de lasten op zich had, die niemand anders zou aandurven op te nemen, had hij soms onder de 54.
druk van zorg, gesproken zonder behoorlijke in acht neming en met schijnbare strengheid. Hij had somtijds sommigen die in de dienst waren berispt omdat zij geen zorg droegen. En als nutteloze fouten begaan werden, had hij gevoeld dat verontwaardiging voor de zaak van God te rechtvaardigen was in hem. Deze gang van zaken is niet altijd gepaard gegaan met de beste resultaten. Het is er soms op uitgelopen,dat deze,die berispt geweest waren verwaarloosden te doen wat zij hadden moeten doen, omdat zij vreesden van ze niet juist te doen, en dan zouden een blaam krijgen. Voor zover dit het geval geweest is, is de last nog zwaarder beginnen te vallen op mijn echtgenoot.
Het zou beter geweest zijn dat hij weg was uit de dienst dan dat hij bleef, en dat hij het werk aan anderen overliet. En als zij, na geduld en beproeving ontrouw bewezen zouden hebben, of dat zij niet geschikt waren voor het werk, zouden zij ontlast geworden zijn, en achtergelaten in zakelijke aangelegenheden,waar hun flaters en fouten hun eigen persoonlijke belangen zouden aantasten en niet de zaak van God...
De bevindingen van mijn man gedurende de periode van zijn ziekte was ongelukkig voor hem. Hij had gewerkt in deze zaak met belangstelling en toewijding als geen andere man zou gedaan hebben. Hij had gewaagde en voordelige posities ingenomen zoals de Voorzienigheid hem geleid had, zonder acht te slaan op kritiek of lof. Hij had alleen gestaan en gestreden doorheen fysisch en mentaal lijden zonder acht te slaan op zijn eigen belangen, terwijl deze, die de Heer bestemde om aan zijn zijde te staan hem verlieten als hij hun hulp het meest nodig had. Hij was niet alleen door hen achtergelaten en overgelaten aan de strijd zonder hun hulp en sympathie,maar dikwijls had hij af te rekenen met hun tegenkantigen en murmureringen tegen iemand,die tien keren meer deed dan gelijk wie van hen om de zaak van God op te bouwen. Al deze dingenhebben hun invloed gehad ; zij hebben de geest geformeerd, die eens vrij was van verdenkingen, goed van vertrouwen, en vertrouwen stellend, en veroorzaakt dat hij vertrouwen verloor in zijn broeders. Deze, die deel genomen hebben om deze toestand te verwekken, in een grote mate, zijn verantwoordelijk voor het resultaat. God zou hen geleid hebben als zij Hem ernstig en toegewijd gediend hadden. 3. Test. Church 86-87.
VERS 12-15.
Het Woond,dat Israel voedde in de woestijn, en Eliah onderhield gedurende de tijd van honger, heeft dezelfde macht heden ten dage. " Daarom zijt niet bezorgd zeggende : Wat zullen wij eten ? of : Wat zullen wij drinken ? of : Waarmede zullen wij ons kleden ?... Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en zijne gerechtigheid en al deze dingen zullen u toegeworpen worden." Math. 31-33.
Education 138.
PP 358 en 378.
De God van Israel, die in de woestijn aan de kinderen van Israel het manna gaf uit de hemel, leeft en regeert steeds. Hij zal Zijn volk leiden en hen vaardigheid en verstand voor het werk geven waarvoor zij geroepen zijn. Hij zal wijsheid geven aan dezen, die er naar streven om hun plicht gewetensvol en verstandig te doen. Hij die de wereld bezit is rijk aan bronnen, en zal eenieder zegenen, die zoekt anderen te zegenen. Wij moeten hemelwaarts opzien in geloof,wij moeten niet ontmoedigd worden wegens schijnbare mislukking, noch moeten wij mismoedigd zijn wegens uitstel. Wij moeten blij, hoopvol, gratievol werken, gelovend dat de aarde rijke schatten in haar boezem houdt die d : getrouwe werker kan vergaren, voorraden rijker dan goud en zilver. De bergen en heuvels veranderen ; de aarde wordt oud gelijk een kleed ; maar de zegeningen van God, die voor Zijn volk een tafel kan openspreiden in de wildernis, zullen nooit ophouden. The Ministry of Healing 200.
Het licht dat God gegeven heeft en verder zal gaan met geven in de kwestie van de voeding moet voor Zijn volk nu zijn wat het manna was voor de kinderen van Israel. Het manra viel uit de hemel, en het volk moest het verzamelen en bereiden om te eten. Zo zal in verschillende streken van de wereld licht gegeven worden aan het volk van God, en gezonde voeding zal bereid worden, aangepast aan iedere streek. De leden van iedere kerk moeten de takt en de vindingrijkheid ontwikkelen,die God hen zal geven. De Heer heeft handigheid en vernuftigheid en begrip voor allen,die hun handigheid willen gebruiken in het streven om te leren hoe de produkten van de aarde te combineren om eenvoudig, gemakkelijk te bereiden gezond voedsel gereed te maken, dat de plaats zal innemen van de vleesvoeding, zodat het volk geen verontschuldiging zal hebben, als zij vlees eten. In granen, fruit en groenten en noten worden al de voedingseler, ~-aten gevonden, die wij nodig hebben. Als wij tot de Heer willen komen in nederigheid des geestes, zal Hij ons leren hoe wij goed voedsel kunnen bereiden vrij van enige smet van vlees voedsel.
Medical Ministry 267.
Hij die manna had laten regenen voor Israel en die Eliah gevoed had in de tijd van honger, voorzag in het heidense land een verblijf voor Maria en het Kind Jezus. En door de giften van de magiers van een heidens land, verschafte de Heer middels om naar Egypte te reizen en te verblijven in een land van vreemdelingen. Desire of Ages 65.
Als Jezus sprak tot de bekoorder ( in de woestijn) "De mensch zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord,dat door den mond Gods uitgaat." Math.4:4, dan herhaalde Hij de woorden, die meer dan veertien honderd jaar tevoor,door Hem gesproken werden in de woestijn. Hij had gezegd tot Israel : lees Deuter. 8 2,3. Als alle middels van onderhoud ontbraken in de woestijn, zond God manna uit de hemel voor Zijn volk en er werd een voldoende en blijvende hoeveelheid gegeven. Deze bevoorrading diende om hen aan te tonen` dat, als zij op God vertrouwden en op Zijn wegen wandelden, Hij hen niet zou verlaten. De Heiland zette nu zelf in praktijk de les, die Hij geleerd had aan Israel. Door het woord van God was hulp gegeven geweest aan het Hebreeuwse heir, en door hetzelfde woord zou er hulp geboden worden aan Jezus. Hij wachtte op de tijd, waarover God beschikte,tot Hij hulp verkreeg. Hij was in de woestijn gegaan in gehoorzaamheid aan God, en Hij wilde geen voedsel verkrijgen door het opvolgen van de voorstellen van Satan. In de tegenwoordigheid van gans het universum,dat als getuige optrad,bevestigde Hij,dat het ondergaan,wat Hem ook moge overkomen beter was dan af te wijken in enig opzicht van de wil van God. "De mensch zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door den mond Gods uitgaat." Dikwijls wordt de volgeling van Christus gebracht,waar Hij God niet kan dienen en terzelvertijde zijn wereldse ondernemingen vooruit helpen. Misschien schijnt het dat gehoorzaamheid aan bepaalde totale eisen van God zijn bestaansmiddelen zal afsnijden. Satan maakt hem wijs,dat hij zijn gewetensvolle overtuigingen moet opgeben. Maar het enige in
55.
deze wereld waarop wij kunnen vertrouwen is het woord van God. "Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en zijne gerechtigheid en al deze dingen zullen u toegeworpen worden." Matth. 6:33. Zelfs in dit leven is het niet goed van af te wijken van de wil van onze Vader in de hemel. Als wij de kracht van zijn woord leren, zullen wij de voorstellen van Satan niet volgen om voedsel te bekomen of om ons leven veilig te maken. Onze enige zaak zal zijn : Wat is Gods gebod ? en wat zijn Zijn beloften ? Deze dingen kennende, zullen wij aan het eerste gehoorzaam zijn en op het andere betrouwen. In het laatste grote konflikt van de strijd tegen Satan, zullen deze, die trouw zijn aan God iedere aardse steun afgesneden zien. Omdat zij weigeren Zijn wet te breken in gehoorzaamheid aan aardse machten, zullen zij verboden worden te kopen of te verkopen. Zij zullen door een dekreet ter dood veroordeeld worden. Zie Openb.13 : 11-17. Maar aan de gehoorzamen
is de belofte gegeven :"Die zal in de hoogten wonen, de sterkten der steenrotsen zullen zijn hoog vertrek zijn ; zijn brood wordt hem gegeven, zijn wateren zijn gewis." Jes. 33 : 16. Door deze belofte zullen de kinderen van God leven. Als de aarde in hongersnood zal zijn, zullen zij gevoed worden. " Zij zullen niet beschaamd worden in den kwaden tijd, en in de dagen des hongers zullen zij verzadigd worden." Ps. 37 : 19. Naar die tijd van angst ziet de profeet Habakuk en zijn woorden drukken het geloof uit van de kerk
Alhoewel de vijgeboom niet bloeien zal en er geen vrucht aan den wijnstok zijn zal,dat het werk des olijfbooms liegen zal en de velden geen spijze voortbrengen, dat men de kudde uit de kooi af scheuren zal en dat er geen rund in de stallingen wezen zal : zoo zal ik nochtans in den Heere van vreugde opspringen, ik zal mij verheugen in den God mijns heils." Hab. 2 : 17 + 18.
Desire of Ages 121-22.
Gezeten op het grasplein in de schemering van de lenteavond, at het volk het voedsel, dat Christus voorzien had. De woorden die zij deze dag gehoord hadden, kwamen tot hen als de stem van God. De werken van genezing,die zij gezien hadden konden alleen door goddelijke macht volbracht worden. Het mirakel van de broden deed beroep op eenieder, die zich in de menigte bevond. Allen hadden er van genoten. In de dagen van Mozes had God Israel gevoed met manna in de woestijn ; en wie was deze, die vandaag hen gevoed had, anders dan dezelfde, die Mozes voorspeld had ? Geen menselijke macht kon van vijf gerstebroden en twee kleine vissen genoeg voedsel maken om duizenden hongerigen van het volk te verzadigen. En zij zeiden tot elkander "Deze is waarlijk de profeet, die in de wereld komen zou." Joh. 6 : 14. Idem 377.
Het volk had Christus verwezen naar het manna dat hun vaderen aten in de woestijn, alsof het verschaffen van dit voedsel een groter mirakel was dan dat wat Jezus volbracht had, maar Hij toonde hen hoe schraal deze gift was in vergelijking met de zegeningen, die Hij over hen gebracht had. Het manna kon alleen de aardse instandhouding bewerkstelligen ; het kon het naderen van de dood niet beletten, noch onsterfelijkheid verzekeren ; maar het brood van de hemel, zou de ziel voeden ten eeuwigen leven. De Heiland zegde : " Ik ben het brood des levens. Uwe vaderen hebben het manna gegeten in de woestijn en zij zijn gestorven ; dit is het brood, dat uit den hemel nederdaalt, opdat de mensch daarvan ete en niet sterve. Ik ben dat levende brood, dat uit den hemel nedergedaald is ; zoo iemand van dit brood eet, die zal in eeuwigheid leven. Bij deze voorafbeelding voegt Christus nu een andere. Alleen door te sterven kon Hij leven aan de mens mededelen en in de woorden, die volgen verwijst Hij naar Zijn dood als het middel tot redding. Hij zegt : Het brood, dat Ik geven zal, is mijn vleesch,hetwelk Ik geven zal voor het leven der wereld. " Joh.48-51. Idem 388.
VERS 16-30.
De Sabbat was ingesloten in de wet gegeven op de Sinai ; maar het was dan niet het eerste gegeven als een dag van rust. Het volk van God had kennis ervan voor zij aan de Sinai kwamen. Op de weg tot daar was de wet gehouden. Als er waren, die hem profaniseerden,berispte de Heer hen zeggende : " Hoelang weigert gijlieden te houden mijne geboden en mijne wetten ?" Ex. l- : 28.
Idem 283.
Ofschoon er voorbereidingen moeten gemaakt worden voor de Sabbat de ganse week, toch is de Vrijdag de speciale voorbereidingsdag. Door Mozes zegde de Heer aan de kinderen van Israel : "Lees Ex. 1- : 23."
en " Numeri l- : 23." Er moest iets gedaan worden om het brood,dat uit de hemel kwam te bereiden voor de kinderen van Israel. De Heer zegde hen dat dit werk op Vrijdag moest gedaan worden, de voorbereidingsdag. Dit maakte een toets uit voor hen. God begeerde te zien of zijn ja dan neen de Sabbat heilig zou houden. Deze richtlijnen van de lippen van Jehova zijn ter onzer onderrichting. De bijbel is een volmaakte leider, en als de bladzijden ervan in gebed bestudeerd worden door harten die gewillig zijn om te begrijpen,moet niemand dwalen nopens deze kwestie.
Laat op de Vrijdag de voorbereiding voor de Sabbat vervolledigd worden. Zorg ervoor, dat gans de kleding gereed is en het koken volbracht.
6 Test. Church 354-55.
VERS 32-34.
In het Heilige der Heiligen zag ik een ark... In de ark was de gouden pot met manna ... Early Writings 32.
VERS 35.
Een schriftgeleerde vroeg half spottend aan Jezus : "Wat teeken doet Gij dan, opdat wij het mogen zien en, geloven ? Wat werkt Gij ? Onze vaderen hebben het manna gegeten in de woestijn, gelijk geschreven is Hij gaf hun brood uit den hemel te eten ". Joh, 6 : 30-31.
De Joden vereerden Mozes als de gever va-li het manna, lof toeschrijvend aan het instrument, en het zicht verliezend van Hem door wie het werk volbracht geweest was. Hun vaderen hadden gemopperd tegen Mozes, en hadden getwijfeld en zijn goddelijke zending genegeerd. Nu verwierpen de kinderen met dezelfde geest bezield,de Ene,die de boodschap van God droeg voor henzelf. "Jezus zegde dan tot hen : Voorwaar zeg Ik u: Mozes heeft u niet gegeven het brood uit den hernel." De gever van het manna was in hun midden. Het was Christus zelf, die de Hebreeuwen door de woestijn geleid had, en die hen dagelijks gevoed had met het brood van de hemel. Dat voedsel was een type van het werkelijke brood van de hemel. De leven-gevende Geest, die vloeit van de oneindige volheid van God, is het ware manna. Jezus zegde : "Want het brood Gods is Hij, die uit den hemel nederdaalt, en die der wereld het leven geeft." Joh. 6 : 33. 56.
Desire of Ages 385-86.
pp 429.
Het manna dat uit de hemel viel voor het onderhoud van Israel, was een type van Deze, die kwam van God om leven te geven aan de wereld. Jezus zegde : " Ik ben het brood des levens. Uw vaderen hebben het manna gegeten in de woestijn en zij zijn gestorven ; dit is het brood, dat uit den hemel nederdaalt... zoo iemand van dit brood eet, die zal in eeuwigheid leven ; en het brood dat Ik geven zal, is mijn vleesch, hetwelk Ik geven zal voor het leven der wereld."
Joh. 6-1 48-51. En aangaande de beloften van zegeningen aan Gods volk in het toekomstige leven staat het volgende geschreven :"Die overwint, Ik zal hem geven te eten van het manna,dat verborgen is." Openb. 3 :17.
Patr. Profeten 297.