18 Verborgenheden van de Bijbel
“Kunt gij de geheimen Gods doorgronden?”
Kunt gij God doorgronden?
Geen begrensd verstand kan het karakter of de werken van de Oneindige ten volle begrijpen. Wij kunnen God niet doorgronden. Voor de sterkste en meest begaafde geesten, evenals voor de zwakste en onwetendste, moet dat heilige Wezen gehuld blijven in verborgenheden. Maar al zijn “rondom Hem wolken en donkerheid”, toch zijn “gerechtigheid en recht de grondslag van Zijn troon”. Ps. 97:2. Zover kunnen wij echter Zijn handelwijze met ons begrijpen dat we grenzeloze barmhartigheid verbonden met oneindige kracht kunnen ontdekken. Wij kunnen zoveel van Zijn bedoelingen begrijpen als wij in ons kunnen opnemen; buiten dat kunnen wij ons vertrouwen stellen op de hand die almachtig, op het hart dat vol liefde is.
Basis voor vertrouwen
Het Woord van God, evenals het karakter van zijn Maker, biedt verborgenheden die door sterfelijke wezens nooit ten volle begrepen kunnen worden. Maar God heeft in de Schriften voldoende bewijs gegeven van hun goddelijk gezag. Zijn eigen bestaan, Zijn karakter, de betrouwbaarheid van Zijn Woord zijn gefundeerd door een getuigenis dat een beroep doet op ons verstand; en dit getuigenis is overvloedig. Zeker, Hij heeft de mogelijkheid tot twijfel niet weggenomen: geloof moet rusten op ervaringen en niet op aanschouwen; wie willen twijfelen zijn daartoe in de gelegenheid, maar wie de waarheid willen kennen, vinden voor het geloof overvloedig grond.
Wij hebben geen reden aan Gods Woord te twijfelen omdat we de verborgenheden van Zijn voorzienigheid niet kunnen begrijpen. In de natuurlijke wereld zijn wij aanhoudend omringd door wonderen die ons verstand te boven gaan. Moeten we dan verbaasd staan in de geestelijke wereld eveneens verborgenheden te vinden die we niet kunnen peilen? De moeilijkheid ligt enkel en alleen in de zwakheid en begrensdheid van de menselijke geest.
Verborgenheden een bewijs van de Goddelijkheid
In plaats dat de verborgenheden een argument tegen de Bijbel vormen, zijn ze juist het sterkste bewijs van zijn Goddelijke inspiratie. Zou de Bijbel niets anders van God vermelden dan hetgeen wij zouden kunnen begrijpen; zou Zijn grootheid en majesteit door sterfelijke wezens begrepen kunnen worden, dan zou het Woord niet, zoals nu, de onmiskenbare bewijzen van Goddelijkheid dragen. De verhevenheid van zijn onderwerpen moet ons doen geloven dat het Gods Woord is.
Eenvoud en aanpassing
De Bijbel ontvouwt de waarheid met een eenvoud en aanpassing aan de noden en verlangens van het menselijke hart, welke de geleerdste geesten verbaasd en verrukt hebben, terwijl voor de nederigen en onwetenden de levensweg daarin duidelijk te vinden is. “Reizigers noch dwazen zullen er op dolen”. Jes. 35:8. Geen kind hoeft zich in de weg te vergissen en geen angstige zoeker behoeft het wandelen in het reine en heilige licht te ontgaan. En nochtans zijn de eenvoudigste waarheden daarin verweven met zeer verheven onderwerpen die ver boven de kracht van het menselijke begrip uitkomen - verborgenheden die Zijn heerlijkheid verbergen - verborgenheden welke het verstand in zijn onderzoekingen overweldigen, terwijl ze de oprechte zoeker naar waarheid eerbied en geloof inboezemen. Hoe meer wij de Bijbel onderzoeken, des te dieper wordt onze overtuiging dat dit het Woord is van de levende God en de menselijke rede buigt zich voor de majesteit van de Goddelijke openbaring.
Grenzen voor het begrip
Het is Gods bedoeling dat voor de oprechte zoeker de waarheden van Zijn Woord zich steeds zullen ontvouwen. Terwijl “de verborgen dingen voor de Here, onze God, zijn”, “zijn de geopenbaarde voor ons en onze kinderen”. Deut. 29:29. De gedachte dat bepaalde gedeelten van de Bijbel niet begrepen kunnen worden, heeft er toe geleid dat enkele van zijn belangrijkste waarheden verwaarloosd zijn. Het feit moet onderstreept en vaak herhaald worden dat de verborgenheden van de Bijbel er niet zijn omdat God geprobeerd heeft de waarheid te verzegelen, maar omdat onze persoonlijke zwakheid of onwetendheid ons onbekwaam maken de waarheid te begrijpen of in ons op te nemen. De begrenzing is niet te wijten aan Zijn opzet maar aan ons bevattingsvermogen. Van diezelfde Schriftgedeelten die als onbegrijpelijk vaak worden overgeslagen, verlangt God dat we er zoveel van in ons opnemen als ons verstand kan ontvangen. “Al de Schrift is van God ingegeven” opdat we “tot alle goed werk volmaakt toegerust” (2 Tim. 3:16,17) mogen zijn.
Onuitputtelijke rijkdommen
Het is onmogelijk voor welke menselijke geest ook om zelfs één waarheid of belofte van de Bijbel uit te putten. De een grijpt de heerlijkheid vanuit dit standpunt, een tweede vanuit een ander standpunt en nochtans zien we slechts flitsen. De volle glans ligt buiten onze gezichtskring.
Wanneer we de verheven dingen van Gods Woord beschouwen, zien we in een bron die zich beneden onze blik verbreedt en verdiept. Zijn breedte en diepte gaan ons verstand te boven. Wanneer we toezien, verwijdt zich de blik; uitgestrekt vóór ons zien we een oneindige zee zonder stranden. Van zo’n studie gaat een levenwekkende kracht uit. Het verstand en het hart ontvangen nieuwe kracht, nieuw leven.
Getoetst aan de ervaring
Dit beleven is het grootste bewijs van de Goddelijke oorsprong van de Bijbel. Wij ontvangen Gods Woord als voedsel voor de ziel langs dezelfde weg waardoor wij brood als voedsel voor het lichaam ontvangen. Brood voorziet in de behoeften van onze natuur; wij weten uit ervaring dat bloed, beenderstelsel en hersenen daardoor gevoed worden. Past dezelfde proef toe op de Bijbel: wanneer zijn beginselen in werkelijkheid de elementen van het karakter zijn geworden, wat is dan het resultaat? Welke veranderingen zijn in het leven ontstaan? “Het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen”. 2 Cor. 5:17. In zijn kracht hebben mannen en vrouwen de ketenen van zondige gewoonten verbroken. Zij hebben zelfzucht afgezworen. De onheiligen zijn eerbiedig geworden, de dronkaards geheelonthouder, de lasteraars rein. Zielen, die het evenbeeld van Satan waren, zijn veranderd naar het beeld Gods. Deze verandering op zichzelf is het wonder der wonderen. Een verandering gewrocht door het Woord, is een van de diepste verborgenheden van het Woord. Wij kunnen dat niet begrijpen; zoals de Schriften het verklaren, kunnen wij het enkel geloven dat het is “Christus in u, de Hoop der heerlijkheid”. Col. 1:27.
Gelofte van eeuwige groei
Een kennis van deze verborgenheid verschaft een sleutel tot elke andere. Zij legt voor de ziel de schatten van het heelal bloot, de mogelijkheden van een onbeperkte ontwikkeling.
En deze ontwikkeling wordt verkregen door het bestendige ontvouwen voor ons van het karakter Gods - de heerlijkheid en de verborgenheid van het geschreven Woord. Zou het voor ons mogelijk zijn, tot een volledig begrip van God en Zijn Woord te komen, dan zou er voor ons geen verdere ontdekking der waarheid, geen meerdere kennis, geen verdere ontwikkeling zijn weggelegd. God zou ophouden hoogverheven te zijn en de mens zou ophouden geestelijk te groeien. Gode zij dank is dat niet zo. Omdat God oneindig is en in Hem al de schatten der wijsheid begrepen zijn, mogen we tot in alle eeuwigheid altijd onderzoeken; altijd leren zonder de rijkdommen van Zijn wijsheid, goedheid of kracht uit te putten.
(Karaktervorming, - E.G. White)