16 De afsluiting van de genade tijd

NIEMAND WEET WANNEER DE GENADETIJD WORDT AFGESLOTEN
God heeft niet geopenbaard, wanneer deze [advent] boodschap zal worden afgesloten, of wanneer de Genadetijd voorbij zal zijn. De dingen die wel geopenbaard zijn, nemen wij aan voor onszelf en voor onze kinderen. Maar laten we niet proberen te weten te komen, wat in de raad van de Almachtige verborgen is gehouden... Er zijn brieven tot mij gekomen, waarin mij gevraagd wordt, of ik ook bijzonder licht heb ontvangen over het tijdstip, waarop de genadetijd zal worden afgesloten. Mijn antwoord is alleen deze boodschap: Het is nu de tijd om te werken, zolang het dag is. Er komt een nacht waarin niemand kan werken. (Johannes 9: 4) – 1SM 191 (1894)

HET AFDWINGEN VAN DE ZONDAGSWET GAAT VOORAF AAN DE AFSLUITING VAN DE GENADETIJD
De Heer heeft mij duidelijk laten zien, dat het beeld van het beest gevormd wordt vóór de afsluiting van de Genadetijd, want het is de grote toetssteen voor het volk van God, waardoor over hun eeuwige bestemming wordt beslist. – 2SM 81 (1890)

Wat is “het beeld van het beest”? En hoe wordt het gevormd? Het beeld wordt gemaakt door het beest met de twee horens, en is een beeld voor het beest. Het wordt ook een beeld van het beest genoemd. Om dus te weten te komen, wat het beest is en hoe het gevormd wordt, moeten we de karaktertrekken van het beest zelf – het pausdom – bestuderen. Toen de vroege kerk corrupt werd, doordat ze de eenvoud van het evangelie verliet, en heidense riten en gewoontes overnam, verloor zij de Geest en de kracht van God. Om de gewetens van de mensen te kunnen controleren, zocht ze steun bij de wereldlijke overheid. Wat er uit voortkwam was het pausdom: een kerk die de macht van de staat controleerde, en die voor haar eigen doeleinden gebruikte, vooral voor het bestraffen van “ketterij”. Wil de Verenigde Staten een beeld van het beest vormen, dan moet de religieuze macht de burgerlijke overheid zó beheersen, dat het staatsgezag ook door de kerk gebruikt kan worden om haar eigen doelstellingen te bereiken... Het “beeld voor het beest” staat voor het afvallig protestantisme, dat tot ontwikkeling komt, als de protestantse kerken de hulp van de burgerlijke overheid zoeken voor het dwingend opleggen van hun leerstellingen. – GC 443, 445 (1911)

DE GENADETIJD WORDT AFGESLOTEN ALS DE VERZEGELING VOLTOOID IS
Voordat we [de Tijd van Benauwdheid] binnengingen, ontvingen we allemaal het zegel van de levende God. Toen zag ik, dat de vier engelen ophielden met het tegenhouden van de vier winden. Ik zag honger, pest en het zwaard. Volk stond op tegen volk. De hele wereld was in verwarring. – 7BC 968 (1846)

Ik zag engelen zich heen en weer haasten in de hemel. Een engel met een schrijverskoker aan zijn zijde keerde terug van de aarde en bracht Jezus verslag uit, dat zijn werk klaar was, en dat de heiligen geteld en verzegeld waren. Toen zag ik Jezus, die voor de ark, waarin zich de tien geboden bevonden, dienst had gedaan, zijn reukvat neergooien. Hij verhief Zijn handen en sprak met luide stem: “Het werk is voltooid!” – EW 279 (1858)

Er blijft als het ware nog maar een ogenblikje tijd over. Maar hoewel het ene volk al opstaat tegen het andere en koninkrijk tegen koninkrijk (Mattheüs 24 :7), is het nog niet algemeen. Op dit moment worden de vier winden nog tegengehouden, totdat de dienaren van God aan hun voorhoofd zijn verzegeld. (Openbaring 7: 3) Dan zullen de machten op aarde hun strijdkrachten mobiliseren voor de laatste grote strijd. – 6T 14 (1900)

Een engel die van de aarde terugkeert, kondigt aan dat zijn werk klaar is. De laatste toets is over de wereld gebracht. Ieder die zich trouw heeft betoond aan de Goddelijke voorschriften hebben “het zegel van de levende God” ontvangen. Dan stopt Jezus met Zijn voorbeden in het hemels heiligdom. Hij heft Zijn handen omhoog en zegt met luide stem: “Het werk is voltooid!” – GC 613 (1911)

DE GENADETIJD WORDT PLOTSELING, ONVERWACHTS AFGESLOTEN
Als Jezus stopt met het doen van voorbede voor de mens, dan is ieders rechtzaak voorgoed beslist... De genadetijd wordt afgesloten. De voorbeden van Christus in de hemel houden op. Deze tijd komt aan het einde plotseling over iedereen. En de mensen die nagelaten hebben hun ziel te reinigen door de waarheid te gehoorzamen, blijken te slapen. – 2T 191 (1868)

Als de Genadetijd afl oopt, zal dat plotseling gebeuren, onverwachts – op een tijdstip wat we het minst verwachtten. Maar vandaag al kunnen we een schone lei in de hemel hebben, en weten dat God ons aanneemt. – 7BC 989 (1906)
Als het werk van het onderzoekend oordeel afgesloten wordt, ligt de bestemming van iedereen vast: voor het leven of voor de dood. De Genadetijd wordt afgesloten, kort voordat de Heer op de wolken van de hemel verschijnt... Voor de zondvloed, nadat Noach in de ark gegaan was, sloot God hem binnen, en de goddelozen buiten. Maar de mensen, die niet wisten dat het onheil over hen besloten was, gingen zeven dagen lang door met hun zorgeloze, genotzuchtige leven. Ze dreven de spot met de waarschuwingen over een aanstaand oordeel. De Heiland zei: “Zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.” (Mattheüs 24: 39) Stil, onopgemerkt als een dief bij middernacht, komt het beslissende uur, waarin de bestemming van ieder mens wordt vastgelegd, de uiteindelijke intrekking van het genadeaanbod aan schuldige mensen...
Terwijl de zakenman wordt opgeslokt door zijn jacht naar winst; terwijl de genotzuchtige naar bevrediging zoekt; terwijl de modepop haar versieringen schikt – op dat tijdstip spreekt de Rechter van heel de aarde misschien het vonnis uit: “Gij zijt in de weegschaal gewogen en te licht bevonden.” (Daniël 5: 27) – GC 490, 491 (1911)

WAT DOEN DE MENSEN NA DE SLUITING VAN DE GENADETIJD?
De rechtvaardigen en de goddelozen leven nog steeds in sterfelijke staat op aarde. Mensen zullen planten en bouwen, eten en drinken, geheel onbewust van het feit, dat het uiteindelijke, onherroepelijke vonnis in het hemels heiligdom al is uitgesproken. – GC 491 (1911)

Als het onherroepelijke vonnis in het heiligdom is uitgesproken, en de bestemming van de wereld voor eeuwig vastligt, zullen de bewoners van de aarde dit niet weten. De verschillende geloofsrichtingen worden voortgezet door een volk, waarvan de Geest van God uiteindelijk is teruggetrokken. En de satanische ijver, waarmee de vorst van het kwaad hen zal inspireren tot het volbrengen van zijn boosaardige plannen, zal de schijn hebben van ijver voor God. – GC 615 (1911)
De tarwe en het onkruid groeien samen op tot de oogst. (Mattheüs 13: 30) De rechtvaardigen zullen tot op het laatst bij het vervullen van hun levenstaak in contact worden gebracht met de goddelozen. De kinderen van het licht zullen onder de kinderen van de duisternis verstrooid worden, zodat de tegenstelling voor iedereen zichtbaar zal zijn. – 5T 100 (1882)

Christus zei, dat als Hij komt, sommigen van Zijn wachtend volk bezig zullen zijn met zakendoen. Anderen zijn op het veld aan het zaaien, weer anderen zijn bezig met oogsten en nog weer anderen malen de molensteen. – Ms 26, 1901

ONGELOOF EN VERBODEN GENOT GAAN DOOR
Scepsis en wat doorgaat voor wetenschap hebben in hoge mate het geloof van de christelijke wereld in hun Bijbel ondermijnd. Dwaalleer en fabels worden gretig geloofd, zodat men zijn genotzucht kan najagen zonder te worden opgeschrikt. Want ze streven ernaar, God buiten hun wetenschap te houden. Ze zeggen: “de dag van morgen zal zijn als die van vandaag, nog veel geweldiger.” (Jesaja 56: 12) Maar midden in hun ongeloof en goddeloos genot klinkt de roep van de aartsengel en is de bazuin van God te horen. (I Thessalonicenzen 4: 16) … Als alles in onze wereld druk bezig is, verdiept in egoïstisch winstbejag, dan komt Jezus als een dief. – Ms 15b, 1886

Als het belijdend volk van God zich verenigt met de wereld, leeft als zij leeft, en zich samen met haar overgeeft aan verboden genot; Als de luxe van de wereld ook de luxe van de gemeente is; als huwelijksklokken klinken en iedereen vooruit kijkt op vele jaren van wereldse voorspoed – dan komt plotseling, zoals de bliksem uit de hemel neerschiet, een einde aan hun opgewekte visioenen en hun bedrieglijke hoop. – GC 338, 339 (1911)

MENSEN ZULLEN VOLLEDIG IN HUN ZAKEN OPGAAN
Toen Lot zijn familieleden waarschuwde voor de verwoesting van Sodom, wilden ze niet naar zijn woorden luisteren, maar ze zagen hem als een fanatieke geestdrijver. De verwoesting die kwam overviel hen, omdat ze zich totaal niet hadden voorbereid. Zo zal het zijn als Christus komt: Boeren, kooplui, advocaten, handelaars – ze gaan helemaal in hun zaken op. En voor hen zal de dag van de Heer komen als een plotseling klapnet. (Lukas 21: 35) – RH, 10 maart 1904
Als predikanten, boeren, kooplui, advocaten, belangrijke en zogenaamd goede mensen roepen: “Het is vrede en er is geen gevaar”, dan komt er plotseling verderf. Lukas beschrijft de woorden van Christus, dat de dag van God als een klapnet zal komen – het beeld van een dier dat in het bos rondsluipt om prooi te vinden. En kijk, plotseling wordt hij gevangen in het klapnet van de vogelvanger. – 10MR 266 (1876)

Als de mensen op hun gemak zijn, zich amusemeren, druk met kopen en verkopen, dan sluipt de dief dichterbij. Zó zal het zijn bij de komst van de Zoon des mensen. – Brief 21, 1897

GODSDIENSTIGE LEIDERS ZIJN VOL OPTIMISME
Als filosofi sche redeneringen de vrees voor Gods oordelen hebben uitgebannen; als godsdienstige leiders vooruit wijzen naar lange periodes van vrede en voorspoed, en de wereld opgaat in haar zaken en haar genot; als ze planten en bouwen, feesten en plezier maken, terwijl ze Gods waarschuwingen in de wind slaan en Zijn boodschappers bespotten – dan komt er een plotseling verderf over hen. “En ze zullen het beslist niet ontvluchten.” (I Thessalonicenzen 5: 3) – PP 104 (1890)

Wanneer die ook komt, de dag van God zal voor de goddelozen onverwachts komen. Als het leven zijn onveranderlijke gang gaat; als mensen worden opgeslokt door plezier, zaken, reizen en geld verdienen; als godsdienstige leiders de vooruitgang en de verlichting van de wereld roemen, en de mensen worden gesust met een vals gevoel van veiligheid – dan komt een plotseling verderf over de goddelozen, zoals een dief te middernacht steelt uit een onbewaakte woning. “En ze zullen het beslist niet ontvluchten.” – GC 38 (1911)

SATAN VERMOEDT DAT DE GENADETIJD IS AFGESLOTEN
In de Tijd van Benauwdheid stookt de satan slechte mensen op. Zij omsingelen het volk van God om hen te vernietigen. Maar hij weet niet, dat er “Vergeven” achter hun naam in de boeken in de hemel staat geschreven. – RH, 19 november 1908
Net zoals de satan Ezau ingaf om tegen Jacob op te trekken, zo zal hij ook slechte mensen opzetten om in de Tijd van Benauwdheid Gods volk te vernietigen... Hij ziet, dat heilige engelen hen bewaken. En hij vermoedt, dat hun zonden zijn vergeven. Maar hij weet niet, dat hun rechtzaak in het hemels heiligdom al is beslist. – GC 618 (1911)

HONGER NAAR HET WOORD
Mensen die het Woord van God, dat door Zijn dienaren wordt verkondigd, niet nu waarderen, bestuderen en kostbaar achten, zullen later bitter spijt hebben. Ik zag, dat de Heer in het oordeel aan het einde van de tijd over de aarde zal wandelen. Vreselijke plagen beginnen neer te komen. Dan zullen de mensen die Gods Woord hebben veracht, die er te licht over dachten, “zwerven van zee tot zee, en van het noorden naar het oosten zullen zij dolen, om te zoeken het woord des Heren; maar vinden zullen zij het niet.” (Amos 8: 12 NBG) Dan heerst er honger naar het Woord in het land. – Ms 1, 1857

GEEN GEBEDEN VOOR DE GODDELOZEN MEER
Gods dienaren zullen hun laatste werk gedaan hebben, hun laatste gebed opgezonden, hun laatste bittere traan gestort voor een opstandige gemeente en een volk dat God niet vreest. Hun laatste plechtige waarschuwing is gegeven. O, en wat zullen dan gretig huizen en land, moeizaam bijeengeschraapte dollars, waaraan men zich vastklampte en die men koesterde, gegeven worden voor een beetje troost. Dat is door mensen die de waarheid beleden, maar er niet naar leefden. Ze verlangen naar uitleg over de weg naar de verlossing. Ze willen graag hoopvolle woorden of vermaningen van hun predikanten horen. Maar nee, ze moeten tevergeefs hongeren en dorsten. Hun dorst zal nooit worden gelest, ze kunnen geen troost krijgen. Hun rechtzaak is beslist en voor eeuwig vastgelegd. Het is een vreselijke en ontzagwekkende tijd. – Ms 1, 1857

O, hoe benijdenswaardig zal voor de goddelozen in de tijd, waarin Gods oordelen zonder genade zullen neerkomen, de positie zijn van “Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten.” (Psalm 91: 1) Het is de plaats waar God iedereen verbergt die Hem heeft liefgehad en gehoorzaam is geweest aan Zijn geboden! De toestand van de rechtvaardigen is in die tijd inderdaad benijdenswaardig voor de mensen die lijden vanwege hun zonden.
Maar de genadedeur is voor de goddelozen gesloten. Als de Genadetijd voorbij is, worden voor hen geen gebeden meer opgezonden. – 3BC 1150 (1901)

VERVANGING VAN ONS KARAKTER IS NIET MOGELIJK
De Heer komt met macht en grote heerlijkheid. Dan zal Hij volledig scheiding maken tussen rechtvaardigen en goddelozen. Maar de olie kan niet kan niet worden overgegoten in de kruiken van degenen die niets hebben. (Mattheüs 25: 8, 9) Dan zullen de woorden van Christus in vervulling gaan: “Twee vrouwen zullen samen malen. De een zal aangenomen en de ander zal achtergelaten worden. Twee zullen er op de akker zijn. De een zal aangenomen en de ander zal achtergelaten worden.” (Lukas 17: 35) Rechtvaardigen en onrechtvaardigen trekken tijdens ons leven samen op. Maar de Heer leest ons karakter. Hij maakt scheiding: wie zijn gehoorzame kinderen? Wie eerbiedigen Zijn geboden en hebben die lief? – TM 234 (1895)

Sterven is een plechtige gebeurtenis, maar leven is nog plechtiger. Alles wat we in ons leven hebben gedacht, gezegd en gedaan, zullen we opnieuw tegenkomen. Wat we in de Genadetijd van onszelf maken, zo moeten we de hele eeuwigheid blijven. De dood doet ons lichaam in ontbinding overgaan, maar verandert ons karakter niet. De komst van Christus verandert ons karakter niet. Zij legt dit alleen voor de eeuwigheid vast. – 5T 466 (1885)

EEN TWEEDE GENADETIJD OVERTUIGT GODDELOZEN NIET
We moeten onze mogelijkheden van nu zo goed mogelijk benutten. Er zal ons geen tweede Genadetijd gegeven worden, om ons op de hemel voor te bereiden. Dit is onze enige en laatste kans, een karakter te vormen, dat ons geschikt maakt voor onze toekomstige woning, die de Heer heeft bereid voor ieder die gehoorzaam is aan Zijn geboden. – Brief 20, 1899

Na de wederkomst van de Heer is er geen tweede Genadetijd. Mensen die dat zeggen, zijn bedrogen en misleid. Vlak voor de komst van Christus zal het net zo zijn als voor de zondvloed. En nadat de Heiland op de wolken van de hemel is verschenen, krijgt niemand meer de kans om het heil te verwerven. Iedereen heeft dan gekozen. – Brief 45, 1891
Ieder wordt getoetst op grond van het licht dat men heeft ontvangen. Mensen die zich van de waarheid hebben afgewend tot verzinsels hebben geen uitzicht op een tweede Genadetijd. Er zal geen duizendjarig rijk op aarde zijn. Als men, nadat de Heilige Geest het hart heeft overtuigd, de waarheid afwijst en zijn invloed gebruikt om anderen ervan af te houden, dan zullen ze nooit tot overtuiging van de waarheid komen. In de Genadetijd die hun gegeven werd, streefden ze niet naar verandering van hun karakter. En Christus zal hun niet de kans geven, het nog eens te proberen. Hun keus is definitief. – Brief 25, 1900