02 De matigheidsbeginselen van Daniël
De profeet Daniël was een groot persoon. Hij vormde een prachtig voorbeeld van wat iemand kan worden die zich verbindt met de God der
wijsheid. Een kort verslag van het leven van deze grote godsman is ons
nagelaten, tot bemoediging van hen, die later beproeving en verzoeking
zouden moeten doorstaan.
Toen het volk met zijn koning, vorsten en priesters in ballingschap werd
gevoerd, werd een viertal uitgekozen om aan het hof van de koning van
Babel dienst te doen. Eén van deze vier was Daniël, die al vroeg blijk gaf
van de opmerkelijke bekwaamheid, die zijn latere leven kenmerkte. Deze
jonge mannen waren van koninklijke bloede en beschreven als “knapen
zonder enig gebrek, schoon van uiterlijk, ervaren in allerlei wijsheid, in
het bezit van kennis, met inzicht in wetenschap.” Dan.1:4. Toen hij de bijzondere talenten van deze jonge gevangenen ontdekte, besloot Nebukadnezar hen voor te bereiden op het vervullen van belangrijke posities in zijn
rijk. Om geschikt te zijn voor hun leven aan het hof, in overeenstemming
met de Oosterse gebruiken, moesten ze de taal van de Chaldeeën leren,
en gedurende 3 jaar onderworpen worden aan een grondige opleiding in
fysiek en intellectueel opzicht.
De jongelui in deze school hadden niet alleen toegang tot het koninklijk
paleis, maar ze moesten ook eten van het voedsel en drinken van de wijn
van de tafel van de koning. In dit alles vond de koning niet alleen dat hij
hen grote eer bewees, maar ook dat ze de beste lichamelijke en geestelijke
ontwikkeling kregen die maar mogelijk was.