02-A Het doorstaan van de toets
Onder de spijzen die op de tafel van de koning stonden, bevonden zich varkensvlees en andere spijzen, die door de wet van Mozes onrein verklaard
waren, en die de Hebreeën absoluut niet mochten eten. Hier kwam Daniël
voor een zware toets te staan. Zou hij vasthouden aan de leer van zijn volk betreffende eten en drinken en de koning beledigen, met als gevolg het
mogelijk verlies, niet alleen van zijn positie, maar ook van zijn leven? Of
zou hij het gebod van God veronachtzamen en in de gunst van de koning
blijven, met als gevolg goede vooruitzichten op werelds gebied?
Daniël aarzelde niet lang. Hij besloot stand te houden in oprechtheid, wat
de gevolgen ook mochten zijn. Hij “nam zich voor in zijn hart zich niet
te verontreinigen met de koninklijke spijze of met de wijn die de koning
placht te drinken.” Dan.1:8