25 Voorbereiding op de komst van Christus
Lieve broeders en zusters: Geloven wij met ons ganse hart dat Christus spoedig komen zal en dat wij nu de laatste boodschap van genade aanhoren, die ooit aan een schuldige wereld gegeven zal worden? Is ons voorbeeld wat het moet zijn? Tonen wij door middel van ons leven en heilige wandel aan onze omgeving, dat wij uitzien naar de heerlijke verschijning van onze Heer en Heiland, Jezus Christus, die deze vernederde lichamen veranderen zal, opdat ze gelijkvormig worden aan Zijn heerlijk lichaam? Ik vrees, dat wij deze dingen niet geloven en beseffen, gelijk wij dit behoren te doen. Zij, die de gewichtige waarheden geloven, die wij belijden, moeten ook hun geloof beleven. Er is te veel zoeken naar vermakelijkheden en dingen in deze wereld, die de aandacht bezig houden. Men laat zijn gedachten te veel bezig zijn met kleding en de tong wordt te dikwijls gebruikt tot het voeren van lichte en nietsbeduidende gesprekken, die onze belijdenis loochenen, want onze wandel is niet in de hemel, waaruit wij onze Zaligmaker verwachten.
Engelen waken en houden de wacht over ons. Wij grieven deze engelen menigmaal door lichtvaardige gesprekken te houden, door te schertsen en grappen te maken en ook door in een zorgeloze, onverschillige staat te vervallen. Ofschoon wij nu en dan een poging doen voor de overwinning en die behalen, en die wij toch niet behouden, maar weer vervallen in dezelfde zorgeloze, onverschillige toestand, niet bij machte verzoekingen te verdragen en de vijand te weerstaan, doorstaan wij niet de beproeving van ons geloof, dat veel kostelijker is dan die van het goud. Wij lijden niet om Christus wil en roemen niet in verdrukkingen.
Er is groot gebrek aan christelijke kracht en het dienen van God uit principe. Wij moeten niet trachten onszelf te behagen en te bevredigen, maar God te eren en te verheerlijken en in al wat wij doen en zeggen een eenvoudig oog te hebben voor Zijn heerlijkheid. Indien wij de volgende gewichtige woorden indruk willen laten maken op onze harten en altijd aan die woorden willen denken, dan zouden wij niet zo gemakkelijk in verzoeking komen en onze woorden zouden weinig en goed gekozen zijn: “Hij is om onze overtredingen doorboord, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld, de straf die ons vrede aanbrengt, was op hem en door Zijn striemen is ons genezing geworden.” “Van elk ijdel woord, dat de mensen zullen spreken, zullen zij rekenschap geven op de dag des oordeels.” “Gij God, ziet mij.”
Wij zouden niet over deze gewichtige woorden kunnen denken en ons het lijden van Jezus te binnen brengen, dat Hij ondergaan heeft, opdat wij, arme zondaars, vergiffenis zouden ontvangen en Gode gekocht worden door Zijn kostbaar bloed, zonder een heilige invloed te voelen, die ons weerhield en een ernstig verlangen te hebben om te lijden voor Hem, die zoveel voor ons geleden en verduurd heeft. Indien wij over deze dingen denken, dan zal ons lieve eigen ik, met al zijn waardigheid, vernederd worden en de plaats ervan zal worden ingenomen door een kinderlijke eenvoud, die een berisping zal zijn voor anderen en die niet gemakkelijk geërgerd zal worden. Geen eigenzinnige geest zal dan binnen kunnen komen en de ziel beheersen.
De vreugde en troost van de ware Christen moeten en zal in de hemel zijn. De verlangende zielen, die een voorsmaak hebben gehad van de macht van de toekomende wereld en die de hemelse blijdschap genoten hebben, zullen niet tevreden zijn met de dingen van de aarde. Zij zullen genoeg te doen vinden in hun vrije ogenblikken. Hun zielen zullen tot God opgetrokken worden. Waar de schat is, daar zal ook het hart zijn, lieflijke gemeenschap oefenen met die God, die zij liefhebben en aanbidden. Hun vermaak zal zijn in het beschouwen van hun schat - de heilige stad, de vernieuwde aarde, hun eeuwig tehuis. En terwijl zij denken over die dingen, die verheven, rein en heilig zijn, zal de hemel hun nader gebracht worden en zullen zij de kracht van de heilige Geest voelen, hetgeen ertoe zal leiden hen meer en meer van de wereld los te maken en aanleiding geven dat zij hun troost en voornaamste blijdschap vinden in de dingen des hemels, hun beminde tehuis. De aantrekkingskracht van God en de hemel zal dan zo groot zijn, dat niets hun gedachten kan aftrekken van het grote doel, het behoud van hun ziel te verzekeren en God te eren en te verheerlijken.
Wanneer ik besef, hoeveel er voor ons gedaan is om ons op het rechte pad te houden, dan word ik ertoe geleid uit te roepen: O, welk een liefde heeft de Zoon van God voor ons, arme zondaren! Moeten wij stompzinnig en zorgeloos zijn, terwijl er voor onze zaligheid alles gedaan wordt, wat maar gedaan kan worden? De gehele hemel stelt belang in ons. Wij moeten levendig en wakker zijn om de hoge en verheven God te eren, te verheerlijken en te aanbidden. Onze harten moeten uitgaan in liefde en dankbaarheid tot Hem, die zo vol liefde en mededogen voor ons is geweest. Wij moeten Hem eren door ons leven en door een reine en heilige wandel tonen, dat wij wedergeboren kinderen des Heren zijn. Dat deze wereld niet ons tehuis is, maar dat wij hier pelgrims en vreemdelingen zijn, op reis naar een beter land.
Velen, die de naam van Christus belijden en voorgeven uit te zien naar Zijn spoedige komst, weten niet wat het betekent, om Christus’ wil te lijden. Hun harten zijn niet tot onderwerping gebracht door de genade en zij zijn het eigen ik niet afgestorven, wat zij dikwijls op verschillende wijzen tonen. Tegelijkertijd spreken zij erover, dat zij beproevingen hebben. Maar de voornaamste oorzaak van hun beproevingen is een hart, dat niet onderworpen is, waardoor de persoon zo gevoelig wordt dat hij zich telkens ergert. Wanneer zij konden beseffen wat het betekent een nederige volgeling van Christus te zijn, een ware christen, zouden zij in alle ernst beginnen te werken, op de juiste manier. Zij zouden eerst zichzelf afsterven, dan volharden in het gebed en iedere hartstocht van het hart tegenstaan. Geef uw zelfvertrouwen en zelfgenoegzaamheid op, broeders en zusters en volg het zachtmoedige Voorbeeld. Houdt Jezus immer in uw gedachten. Bedenk, dat Hij uw Voorbeeld is en dat u in Zijn voetstappen treden moet. Zie op tot Jezus, de overste Leidsman en Voleinder van ons geloof, die voor de vreugde, die Hem voorgesteld was, het kruis heeft gedragen en schande veracht. Hij heeft het tegenspreken van de zondaren tegen Zich verdragen. Hij was eenmaal voor onze zonden het zachtmoedige, geslachte lam, verwond, verbrijzeld, geslagen en verdrukt.
Laten wij dan blijmoedig iets lijden om Jezus’ wil, het eigen- ik dagelijks verloochenen en hier deel hebben aan het lijden van Christus, opdat wij deelachtig gemaakt mogen worden aan Zijn heerlijkheid en gekroond worden met heerlijkheid, eer, onsterfelijkheid en het eeuwige leven. (Eerste Geschriften E.G.White)