God heeft een conflict met Zijn volk
De Heer heeft onze afvalligheid gezien en Hij heeft een conflict met Zijn volk. Hun trots, hun zelfzuchtigheid, het openen van hun harten voor twijfel en ongeloof, worden gemanifesteerd voor Zijn aangezicht en bedroefd Zijn hart vol van liefde.
Vele verzamelen duisternis om hun zielen als een kleed en zeggen bij wijze van spreken; “Wij willen geen wetenschap van Uw weg, O God, wij kiezen onze eigen weg.” Dit zijn zaken die onze zie-len doen scheiden van die van God. Er is in de ziel van de mens een obstakel die hij vasthoudt met een eigenwijze vastberadenheid, welke hij plaatst tussen zijn ziel en dat van God. Het is ongeloof! God geeft voldoende bewijzen, maar de mensen, met zijn onheilige eigen wil, weigert om het bewijs te ontvangen - behalve als het tot de persoon in kwestie komt in overeenstemming met zijn eigen wil – om op deze wijze zijn eigen ideeën kracht bij te zetten. Zonder enig greintje van nederigheid, roept hij het uit; “Bewijzen, Bewijzen, dat is wat wij willen zien.” en hij draait zich weg van het bewijs die God ons al heeft gegeven in Zijn Woord. Hij spreekt over twijfel, ongeloof, zaaiende het zaad van het kwade, welke opkomt en zijn oogst teweeg brengt. Hij scheidt zijn ziel steeds verder en verder van God af.
Is dit het bewijs dat zulke mannen nodig hebben? Is dat het bewijs wat men zoekt? Nee! De gelijkenis van de rijke man en Lazarus is, juist aan ons gegeven om zulke zielen te helpen die zich afkeren van positief bewijs, en uitschreeuwen; “Bewijs!” De rijke man wilde dat iemand zou opstaan uit de dood, om zo zijn broeders te kunnen waarschuwen, zodat anderen niet hoeven te verschijnen op de plek des onheil. “Hij echter zei: Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe zou gaan, zouden zij zich bekeren. Maar Abraham zei tegen hem: Als zij niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen zij zich ook niet laten overtuigen, als iemand uit de doden zou opstaan.”
Waarom is het dat de mens niet geloofd op basis van voldoende bewijs? Het is omdat zij niet over-tuigd wil worden. Zij hebben geen voornemen om hun eigen wil op te geven voor Gods wil. Ze zijn niet gewillig om te erkennen dat zij zich hebben verheugd in zondig ongeloof, door het verwerpen van het Licht dat God hen heeft gegeven. Zij zijn op jacht geweest naar twijfel, juist op zoek naar die zaken waarop zij hun ongeloof kunnen vastpinnen. Ze hebben gewillig de valse getuigenis aangenomen welke zwak en van geen enkel waarde is, een getuigenis die God niet aan hen heeft gegeven in Zijn Woord, maar die hen wel vreugde biedt. Dit komt omdat het overeenstemt met hun eigen ideeën en in harmonie is met hun eigen veronderstellingen en hun eigen wil. Hun zielen zijn in groot gevaar. Als zij echter hun eigen trotse wil willen kruisigen, dan pas zullen ze in de nabijheid komen van Gods wil. Als zij met hun ne-derige, gebroken harten zoeken naar het licht, gelovende dat het Licht er ook voor hen is, dan zullen zij het juiste licht zien. Het door God verkregen onderscheidingsvermogen zal bijdragen om het ware Licht te herkennen. Op deze wijze zal men bevestigd krijgen wat het bewijs is van goddelijke autoriteit. Spirituele waarheden zullen de Bijbelse pagina’s als het ware doen verlichten. Maar het hart moet wel openstaan voor het ontvangen van dit licht, want sa-tan is altijd bereid om de dierbare waarheden te doen verbloemen, waarheden die juist hen wijs zouden maken voor hun eigen verlossing. Als men het niet ontvangt, dan zal het ontvangen van het licht uit Gods Woord voor diegene altijd een mysterie blijven.
Wij moeten ernstig zoeken om de waarheid te kennen en te leren waarderen, zodat wij dit kunnen vertellen aan anderen, zoals Jezus dit bedoeld had. Wij dienen een correcte waardering te hebben van de waarde van onze eigen zielen, dan zouden wij niet zo roekeloos zijn als het om onze dagelijkse handelingen gaat, zoals het zich nu voordoet. Wij moeten ernstig zoeken Gods weg te kennen, ook dienen wij te werken in een tegengestelde richting van zelfzucht. Ons constant gebed zou moeten zijn, dat wij dezelfde gedachten als Christus dienen te hebben. Op deze wijze worden wij gevormd worden naar Zijn evenbeeld. Het is in het opzien naar Jezus en het aanschouwen van Zijn goedertierenheid dat onze ogen voortdurend op Hem gericht zijn. Op deze wijze worden wij veranderd naar Zijn gelijkenis. Hij geeft genade aan allen die blijven gaan op Zijn weg en Zijn wil doen en willen wandelen in Zijn waarheid. Jammer genoeg zullen er ook mensen zijn die hun eigen wil meer liefhebben en vwevol-gens eigen afgoden of opinies aanbidden en geen liefde hebben voor God en niet Zijn woord gehoorzamen. Deze mensen zullen blijven wandelen in duisternis. Oh, Hoe verschrikkelijk is hun ongeloof! Laat daarom licht schijnen over de blinden, om de waarheid te presenteren aan deze zielen, de één kan niet zien en de ander wil het niet zien.
Ik benadruk diegene welke namen zijn opgetekend als leden van de kerk, om daadwerkelijk waardig te wandelen, door de deugden van Christus te aanvaarden, namelijk waarheid en genade en de liefde van God zoals belooft aan elke nederige en gebroken ziel. Het ongenoegen en het oordeel van God zijn juist tegen mensen die volhouden om te wandelen in hun eigen verdorven paden, zich zelf liefhebbende. Mensen die houden van de lofprijzingen van andere mensen. Zij zullen zeker worden opgezweept in de satanische misleidingen van de laatste dagen, omdat zij geen liefde hebben gehad voor de waarheid. De Heer heeft, in het verleden hen gezegend en geleerd, echter zij flatteren zichzelf dat zij zijn gekozen en waarachtig zijn. Denkende dat zij geen waarschuwing of berisping nodig hebben. De Ware Getuige zegt; “ Ieder die Ik liefheb, wijs Ik terecht en bestraf Ik. Wees dan ijverig en bekeer u.” Zij die claimen het volk van God te zijn hebben een aanklacht tegen ze; Maar Ik heb een zaak tegen u dat u uw eerste liefde hebt verlaten. Bedenk dan van welke hoogte u bent gevallen en bekeer u en doe de eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik spoedig bij u en zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, als u zich niet bekeert.”