20 De verborgenheid van God geëindigd
De Verborgenheid Gods Geëindigd
Wat zag Johannes na zijn beschrijving van de zesde bazuin? Openbaring 10:1
1 En ik zag een andere sterke engel nederdalen uit de hemel, bekleed met een wolk, en de regenboog was op zijn hoofd en zijn gelaat was als de zon en zijn voeten waren als zuilen van vuur,
Wat had hij in zijn hand? Openbaring 10:2
2 en hij had in zijn hand een geopend boekje en hij zette zijn rechtervoet op de zee en de linker op de aarde,
Welke plechtige aankondiging deed deze engel? Openbaring 10:5,6
5 En de engel, die ik zag staan op de zee en op de aarde, hief zijn rechterhand op naar de hemel,
6 en zwoer bij Hem, die leeft tot in alle eeuwigheden, die de hemel geschapen heeft en wat daarin is en de aarde en wat daarop is en de zee en wat daarin is: er zal geen uitstel meer zijn
Wat zei de engel zou geëindigd zijn, wanneer de zevende bazuin op het punt stond van te bazuinen? Openbaring 10:7
7 maar in de dagen van de stem van de zevende engel, wanneer hij bazuinen zal, is ook voleindigd het geheimenis van God, gelijk Hij zijn knechten, de profeten, heeft verkondigd.
De verborgenheid Gods is het evangelie. Efeze 3: 6;
6 deze geheimenis, dat de heidenen mede-erfgenamen zijn, medeleden en medegenoten van de belofte in Christus Jezus door het evangelie,
Het evangelie zal dus ophouden verkondigd te worden, wanneer de zevende of laatste bazuin begint te bazuinen.
Wat werd aan Johannes gezegd dat hij moest doen met het boekje?
Openbaring 10:8,9
8 En de stem, die ik gehoord had uit de hemel, hoorde ik wederom met mij spreken en zij zeide: Ga heen, neem het boek, dat geopend ligt in de hand van de engel, die op de zee en op de aarde staat.
9 En ik ging heen tot de engel en zeide tot hem, dat hij mij het boekje zou geven. En hij zeide tot mij: Neem het en eet het op, en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honing.
Wat zou het gevolg zijn van het opeten van dit boek? Openbaring 10:9
9 En ik ging heen tot de engel en zeide tot hem, dat hij mij het boekje zou geven. En hij zeide tot mij: Neem het en eet het op, en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honing.
Wat zegt de apostel van zijn bevindingen in deze zaak? Openbaring 10:10
10 En ik nam het boekje uit de hand van de engel en at het op, en het was in mijn mond zoet als honing, maar toen ik het gegeten had, werd mijn buik bitter.
Welke woorden, tot Johannes gericht, tonen aan dat zowel de letterlijke tijd als de genadetijd nog een tijd lang zou voortgaan, en dat God nog een verdere boodschap voor de wereld had?
Openbaring 10:11
11 En er werd tot mij gezegd: Gij moet wederom profeteren over vele natiën en volken en talen en koningen.