19 De zeven laatste plagen
De zeven laatste plagen
Wat is Gods laatste waarschuwing tegen valse aanbidding? Openbaring 14:9,10
9 En een andere engel, een derde, volgde hen, zeggende met luider stem: Indien iemand het beest en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt,
10 die zal ook drinken van de wijn van Gods gramschap die ongemengd is toebereid in de beker van zijn toorn; en hij zal gepijnigd worden met vuur en zwavel ten aanschouwen van de heilige engelen en van het Lam.
Gedurende de genadetijd is Gods toorn altijd getemperd of gemengd geweest met barmhartigheid. Vandaar het gebed van de profeet Habakuk in Habakuk 3: 2; HERE, ik heb de tijding aangaande U vernomen, ik ben, HERE, met vreze voor uw werk vervuld; roep het in het leven in de loop der jaren, maak het openbaar in de loop der jaren; gedenk in de toorn aan ontfermen!
Gods toorn onvermengd met barmhartigheid, zal eerst dan uitgegoten worden, wanneer de genade Zijn laatste werk gedaan heeft en het kwaad tot het uiterste is gegaan, zodat er geen geneesmiddel meer is
Waarin is de toorn Gods geëindigd? Openbaring 15:1
1 En ik zag een ander teken in de hemel, groot en wonderbaar: zeven engelen die de zeven laatste plagen hadden, want daarmede is de gramschap Gods voleindigd.
Hoe beschrijft Joel de dag des Heren? Joel 1:15 / 2:11
15 Wee die dag, want nabij is de dag des HEREN; als een verwoesting komt hij van de Almachtige.
11 En de HERE verheft zijn stem voor zijn strijdmacht heen, want zijn leger is zeer talrijk; want machtig is het leger dat zijn woord volbrengt; want groot is de dag des HEREN en zeer geducht! Wie zal hem verdragen
Wat zegt Daniël aangaande deze tijd? Daniel 12:1 zie Ezechiël 7: 15-19
1 Te dien tijde zal Michael opstaan, de grote vorst, die de zonen van uw volk terzijde staat; en er zal een tijd van grote benauwdheid zijn, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan, tot op die tijd toe. Maar in die tijd zal uw volk ontkomen: al wie in het boek geschreven wordt bevonden.
15 Het zwaard buiten, de pest en de honger binnen! Wie op het veld is, zal door het zwaard sterven; en wie in de stad is, die zullen de honger en de pest verteren.
16 Al zouden enigen van hen ontkomen, dan zullen zij op de bergen zijn als duiven uit de dalen, allen klagende, ieder om eigen ongerechtigheid. {}
17 Alle handen zullen slap worden en alle knieën van water druipen.
18 Zij zullen zich met rouwgewaden omgorden, schrik zal hen overdekken, op alle gezichten zal schaamte zijn, op ieders hoofd een kale plek.
19 Hun zilver zullen zij op straat werpen en hun goud zal een voorwerp van afschuw zijn; hun zilver en goud zullen hen niet kunnen redden op de dag van de verbolgenheid des HEREN; zij zullen zich daarmee niet kunnen verzadigen, noch daarmee hun binnenste kunnen vullen, want het is hun een struikelblok tot ongerechtigheid geweest.
De zeven laatste plagen zullen de vreselijkste gesels zijn, waarmee de mens ooit bezocht is geworden.
Wat zal de eerste plaag zijn, en op wie zal die vallen? Openbaring 16:2
2 En de eerste ging heen en goot zijn schaal uit op de aarde, en er kwam een boos en kwaadaardig gezwel aan de mensen die het merkteken van het beest hadden en die zijn beeld aanbaden.
Waaruit zal de tweede plaag bestaan? Openbaring 16:3
3 En de tweede goot zijn schaal uit in de zee, en zij werd bloed als van een dode, en alle levende wezens, die in de zee waren, stierven.
Wat zal de derde plaag zijn? Openbaring 16:4
4 En de derde goot zijn schaal uit in de rivieren en in de waterbronnen, en het water werd bloed
De tweede plaag tast de zee aan. De derde plaag komt nader tot waar mensen wonen en tast het land aan. De watertoevoer wordt verontreinigd.
Waarom geeft de Heer onder deze plaag bloed te drinken aan de mensen? Openbaring 16:6
6 Omdat zij het bloed der heiligen en der profeten vergoten hebben, hebt Gij hun ook bloed te drinken gegeven; zij hebben het verdiend!
Hierin wordt Gods afschuw voor verdrukking en vervolging getoond. De plagen zijn Gods straffen op ontzettende vormen van zonde.
Wat zal de vierde plaag zijn? Openbaring 16:8 zie Joel 1:16-20
8 En de vierde goot zijn schaal uit over de zon en haar werd gegeven de mensen te verzengen met vuur.
16 Is niet voor onze ogen de spijze weggedaan, uit het huis van onze God vreugde en gejuich?
17 Verschrompeld zijn de zaadkorrels onder haar aardkluiten; verwoest zijn de voorraadschuren; gescheurd staan de korenbakken, want het koren is verdroogd.
18 Hoe kreunt het vee! De runderkudden dolen rond, want er is voor hen geen weide; ook de schapenkudden lijden zwaar.
19 Tot U, HERE, roep ik, want een vuur heeft de weiden der woestijn verteerd, en een vlam heeft alle bomen van het veld verzengd.
20 Zelfs de dieren des velds zien smachtend tot U op, want de waterbeken zijn uitgedroogd en een vuur heeft de weiden der woestijn verteerd.
Zonaanbidding is de oudste en algemeenste van alle vormen van afgodendienst.
In deze plaag toont God zijn misnoegen over deze vorm van afgodendienst. Het voorwerp dat de mensen als een god hebben aangebeden wordt nu een plaag en een pijniging. Het was hetzelfde met de plagen van Egypte. De dingen die de Egyptenaren hadden aangebeden, werden hun tot gesels in plaats van weldoeners en zegeningen.
Zal zelf dit vreselijke oordeel de mensen er toe brengen om zich te bekeren? Openbaring 16: 9
9 En de mensen werden verzengd door de grote hitte en zij lasterden de naam van God, die de macht heeft over deze plagen, en zij bekeerden zich niet om Hem eer te geven.
Wat zal de vijfde plaag wezen? Openbaring 16:10
10 En de vijfde goot zijn schaal uit over de troon van het beest, en zijn rijk werd verduisterd, en zij kauwden op hun tong van pijn,
De plaag tast de zetel aan van de grote afvallige macht van de laatste dagen.Namelijk het beest. De macht die zich voor doet als God op aarde. Door deze plaag wordt dat hoogmoedige en afvallige geestelijke despotisme, dat er zich op beroemt, dat het de volle waarheid heeft en het licht van de wereld is, in duisternis gehuld.
Wat heeft er onder de zesde plaag plaats? Openbaring 16:12
12 En de zesde goot zijn schaal uit op de grote rivier, de Eufraat, en zijn water droogde op, zodat de weg bereid werd voor de koningen, die van de opgang der zon komen.
Naar aanleiding van de plagen zullen de volkeren hun steun aan het beest intrekken. Men zal het bedrog te laat ontdekken. Christus de ware koning zal dan vanuit het oosten komen en weldra zal de laatste strijd tussen goed en kwaad, tussen Christus en satan plaats vinden. Dit is de oorlog van Armageddon.
Wat doet de volken vergaderen tot de oorlog van Armageddon?
Openbaring 16:13-16
13 En ik zag uit de bek van de draak en uit de bek van het beest en uit de mond van de valse profeet drie onreine geesten komen, als kikvorsen;
14 want het zijn geesten van duivelen, die tekenen doen, welke uitgaan naar de koningen der gehele wereld, om hen te verzamelen tot de oorlog op de grote dag van de almachtige God.
15 Zie, Ik kom als een dief. Zalig hij, die waakt en zijn klederen bewaart, opdat hij niet naakt wandele en zijn schaamte niet gezien worde.
16 En hij verzamelde hen op de plaats, die in het Hebreeuws genoemd wordt Harmagedon.
Welke gebeurtenis is in die tijd nabij? Openbaring 16:15
15 Zie, Ik kom als een dief. Zalig hij, die waakt en zijn klederen bewaart, opdat hij niet naakt wandele en zijn schaamte niet gezien worde.
Wat heeft er onder de zevende plaag plaats? Openbaring 16:17-19
17 En de zevende goot zijn schaal uit in de lucht en er kwam een luide stem uit de tempel, van de troon, zeggende: Het is geschied.
18 En er kwamen bliksemstralen en stemmen en donderslagen, en er geschiedde een grote aardbeving, zo groot als er geen geweest is, sedert een mens op de aarde was: zo hevig was deze aardbeving, zo groot.
19 En de grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden der volken stortten in. En het grote Babylon werd voor God in gedachtenis gebracht, om daaraan de beker met de wijn van de gramschap zijns toorns te geven.
Wat gaat gepaard aan de aardbeving? Openbaring 16:21 zie Job 38:22,23 / Ps
21 En grote hagel stenen, een talent zwaar, vielen uit de hemel op de mensen, en de mensen lasterden God vanwege de plaag van de hagel, want de plaag daarvan was zeer groot.
22 Zijt gij doorgedrongen tot de schatkamers van de sneeuw? En hebt gij de schatkamers van de hagel gezien,
23 die Ik heb opgespaard voor de tijd van benauwdheid, voor de dag van strijd en oorlog
Wat zal de Heer te dien tijde voor zijn volk zijn? Joel 3:16 zie Haggai 2: 22 / /
16 En de HERE brult uit Sion en verheft zijn stem uit Jeruzalem, zodat hemel en aarde beven. Maar de HERE is een schuilplaats voor zijn volk en een veste voor de kinderen Israëls.
22 Ik zal de hemel en de aarde doen beven, Ik zal de troon der koninkrijken omverwerpen, de kracht van de koninkrijken der volken verdelgen, de wagens en wie daarop rijden, omverwerpen en de paarden en hun ruiters zullen neerstorten, ieder door het zwaard van de ander.
Welke oproeping doet God aan zijn volk, dat nog in Babylon is, juist voor het uitgieten van de plagen? Openbaring 18:4,5 zie / Jeremia 51:6
4 En ik hoorde een andere stem uit de hemel zeggen: Gaat uit van haar, mijn volk, opdat gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen.
5 Want haar zonden hebben zich opgehoopt tot aan de hemel en God heeft aan haar ongerechtigheid gedacht.
6 Vlucht uit Babel, laat ieder zijn leven redden; komt niet om in zijn ongerechtigheid, want dit is de tijd der wrake voor de HERE, het verdiende loon betaalt Hij hem.
Gods oneindige goedertierenheid jegens de mensheid wordt geopenbaard in de boodschappen van waarschuwing en vermaning, die hun zendt. Ofschoon de grote christelijke kerk zich aan algemene afval heeft overgegeven, erkent Hij, dat er met iedere organisatie nog eerlijke mannen en vrouwen verbonden zijn, die de heersende afval betreuren. Deze waarheidlievende mensen noemt God Zijn volk; en Hij roept hen op om zich af te scheiden van de zonde en zondige banden, ten einde geen aandeel in het oordeel te hebben, dat over de afvalligen komen zal. Dit is geen werk van mensen. God zal het hef in handen nemen en zal waarlijk vrede brengen.
Hoe plotseling zullen de plagen over het moderne Babylon komen?
Openbaring 18:8-10
8 Daarom zullen haar plagen op een dag komen: dood en rouw en hongersnood, en zij zal met vuur verbrand worden; want sterk is de Here God, die haar geoordeeld heeft.
9 En de koningen der aarde, die met haar gehoereerd hebben en weelderig geweest zijn, zullen over haar wenen en weeklagen, wanneer zij de rook van haar verbranding zien,
10 van verre staande uit vrees voor haar pijniging, zeggende: Wee, wee, gij grote stad, Babylon, gij sterke stad, want in een uur is uw oordeel gekomen.
Welke hongersnood zal te dien tijde komen over hen, die Gods genadeboodschappen verworpen hebben? Amos 8:11,12/ Lukas 13:25 / Spreuken 1:24-26 / Hebreeën 12:15-17
11 Zie, de dagen komen, luidt het woord van de Here HERE, dat Ik een honger in het land zal zenden. Geen honger naar brood, en geen dorst naar water, maar om de woorden des HEREN te horen.
12 Dan zullen zij zwerven van zee tot zee, en van het noorden naar het oosten zullen zij dolen, om te zoeken het woord des HEREN; maar vinden zullen zij het niet.
25 Van het ogenblik af, dat de heer des huizes is opgestaan en de deur gesloten heeft, zult gij beginnen buiten te staan en aan de deur te kloppen zeggende: Here, doe ons open, en Hij zal antwoorden en tot u zeggen: Ik weet niet, vanwaar gij zijt
Welke aankondiging werd er onder de zevende plaag gedaan?
Openbaring 16: 17
17 En de zevende goot zijn schaal uit in de lucht en er kwam een luide stem uit de tempel, van de troon, zeggende: Het is geschied.
Allen hebben besloten wat hun lot zal zijn. De dood of het leven. De zegen of de vloek. De keuze heeft men op dat moment niet meer. Het is geschied. Het oordeel is geveld. Het is voorbij.
Welk plechtig dekreet zal er juist voor de wederkomst van Christus uitgaan, aantonende dat er over de gevallen van allen beslist is? Openbaring 22:11,12
11 Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht; wie vuil is, hij worde nog vuiler; wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; en wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd.
12 Zie, Ik kom spoedig en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden, naardat zijn werk is.
Welke psalmen schijnen in het bijzonder geschreven te zijn tot troost en bemoediging van Gods volk gedurende de tijd van de zeven laatste plagen? Psalmen 91 en 46 / Jesaja 33: 13-17
13 Hoort wat Ik doe, gij die verre zijt; gij die nabij zijt, erkent mijn macht.
14 De zondaars in Sion vrezen, beving grijpt de godvergetenen aan. Wie onzer kan verkeren bij een verterend vuur; wie onzer kan verkeren bij een eeuwige gloed?
15 Hij, die in gerechtigheid wandelt en oprecht spreekt; die gewin, door afpersing verkregen, versmaadt; die zijn handen weerhoudt om een geschenk aan te nemen, zijn oor toestopt om niet naar een moordplan te horen en zijn ogen toesluit om het slechte niet aan te zien.
16 Die zal op hoogten wonen; rotsvestingen zullen zijn burcht wezen; zijn brood is zeker, zijn water verzekerd.
17 Uw ogen zullen de Koning in zijn schoonheid aanschouwen; zij zullen een wijd uitgestrekt land zien;