22 - ONZE HULPELOZE TOESTAND IN DE ZONDE
ONZE HULPELOZE TOESTAND IN DE ZONDE
"Dan zult gij Mij zoeken en vinden, wanneer gij naar Mij vraagt met uw ganse hart. Dan zal Ik Mij door u laten vinden." Jeremia 29:13,14
Door de zonde zijn wij afgesneden van het leven van God. Onze geest is verlamd... Het besef van de zonde heeft de levensbron vergiftigd.
Van nature zijn wij van God vervreemd. De Heilige Geest beschrijft onze toestand in woorden als deze: '...terwijl gij dood waart door de misdaden en zonden', 'het gehele hoofd is ziek, het gehele hart vol krankheid', 'er is niets gaafs aan'. 'Wij worden vastgehouden in de strikken van satan', '...uit de strik des duivels, onder welken wij gevangen waren tot zijn wil'. (Efeziers 2:1; Jesaja 1:5,6; 2 Tim. 2:26). God wil ons graag genezen en ons bevrijden. Maar omdat dit een hele verandering vereist en een vernieuwing van onze natuur, moeten wij ons geheel aan Hem overgeven. De strijd tegen het eigen ik is de grootste strijd, die ooit gestreden kan worden. De overgave van onszelf, het zich volkomen toevertrouwen aan de wil van God, vereist een worsteling. Maar voordat de mens vernieuwd kan worden in heiligheid moet hij zich helemaal aan God onderwerpen.
Velen zijn zich bewust van hun hulpeloosheid. Zij verlangen naar dat geestelijke leven, dat hen in harmonie met God zal brengen, en zij streven er naar dit te bereiken. En hoe vaak zijn hun pogingen te vergeefs. Hoe belangrijk is het, dat deze wanhopige, worstelende zielen omhoog zien. Wanneer de zonde worstelt om de baas te worden over u - zie op de Verlosser. Zijn genade is voldoende om de zonde te onderwerpen. Wendt u in dankbaarheid en zonder vrees of twijfel tot God. Grijp de hoop aan, die is voorgesteld. Zijn kracht zal uw zwakheid te hulp komen. Hij zal u stap voor stap voortleiden. Leg uw hand in de Zijne, en laat Hij u leiden.
Hij zal de gevangene verlossen, die is gebonden door zwakheid en ongeluk en door de ketenen van de zonde. Hij is altijd nabij. Zijn liefdevolle aanwezigheid omringt u. Zoek Hem! Hij verlangt ernaar dat u Hem vindt.
Dit is Gods belofte: "En gij zult mij zoeken en vinden, wanneer gij naar Mij zult vragen met uw ganse hart" (Jeremia 29:13).