17 - VERBONDEN MET GOD
VERBONDEN MET GOD
"Door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat gij daardoor deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur, ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst." 2 Petrus 1:4
De Verlosser nam de ziekten van de mensheid op Zich en Hij leefde een leven zonder zonde, zodat de mensen niet bang hoefden te zijn, dat zij door de zwakheid van de menselijke natuur niet zouden kunnen overwinnen.
"De overste dezer wereld komt en heeft aan Mij niets", zei Jezus (Johannes 14:30). In Hem was niets dat beantwoordde aan het bedrog van satan. Hij bewilligde niet in de zonde. Hij gaf zelfs niet door één enkele gedachte toe aan verleiding. En zo is het ook mogelijk met ons. De menselijkheid van Christus was verenigd met goddelijkheid. Hij was bekwaam tot de strijd door de inwoning van de Heilige Geest. En Hij kwam op aarde om ons deel te doen hebben aan de goddelijke natuur. Zolang wij in het geloof met Hem verenigd zijn, heeft de zonde evenmin macht over ons.
Er behoeft geen één zondige neiging in ons over te blijven... Wanneer wij deel hebben aan de goddelijke natuur, worden de erfelijke en aangekweekte neigingen tot het kwaad uit ons karakter weggesneden, en wij worden tot een levende kracht gemaakt om het goede te doen. Door steeds te leren van de goddelijke Leraar en dagelijks meer deel te krijgen aan Zijn natuur, werken wij met God samen om de verleidingen van satan te overwinnen.
Christus heeft ons getoond hoe dit werk tot een voltooiing wordt gebracht. Door welk middel overwon Hij in de strijd met satan? Door het Woord van God. Alleen door het Woord kon Hij de verleiding weerstaan. Hij sprak: "Er staat geschreven." En ons zijn gegeven "buitengewoon grote en kostbare beloften: opdat gij hierdoor deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur." Iedere belofte van Gods Woord is voor ons. Wanneer verleiding u overkomt, zie dan niet op de omstandigheden of op de zwakheid van uzelf, maar zie op de macht van het Woord. Al de kracht van Gods Woord staat ons ter beschikking.
Zoals de bladeren aan de boom des levens geplukt worden, zo moet u Zijn beloften plukken: "Wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen" (Johannes 6:37). Wanneer u tot Hem gaat, geloof dat Hij u aanneemt, omdat Hij het beloofd heeft. U kunt niet vergaan, als u dit doet... nee, nooit.