|
|
De vogels vliegen in de lucht En danken blij voor elke vlucht De mens is het die deelt In Gods gelijkenis en beeld.
Zo willen de talrijke bloemen Met het gewas de Here roemen, Voor de zorg aan hen besteed En voor elk veld zo rijk bekleed.
Reden genoeg om blij te zijn Voor alles, al is het nog zo klein Wan de Schepper van deze aarde Gaf alles zijn plaats en waarde.
Heer, help ons vruchten dragen Die u het meest zullen behagen En dank U voor barmhartigheid Bij, het kwaad, dat zich uitbreidt.
|
|