U bevindt zich hier: Vervolg
Terug naar: Startpagina
Verder naar:
OGR 360
11. Volharding
12. Vrucht van de Geest: Liefde
13. Vrucht van de Geest: Vreugde
14. Vrucht van de Geest: Vrede
15. Vrucht van de Geest: Lankmoedigheid
16. Vrucht van de Geest: Vriendelijkheid
17 Vrucht van de Geest – Goedheid
18 Geloof*
19. Vrucht van de Geest: Zachtmoedigheid
20 e.v.
46 e.v.
Algemeen:
Ellen White geeft hier een boodschap voor de kinderen in een gezin van een broeder en een zuster van de kerk.
Beste broeder en zuster K.,
In mijn laatste gezicht werden mij enige dingen getoond, die uw gezin aangaan. De Here koestert gedachten vol genade over u, en Hij zal u niet verlaten, tenzij u Hem verlaat. L. en M. verkeren in een lauwe toestand. Zij moeten uit hun onverschillige toestand ontwaken en streven naar de zaligheid, of het eeuwige leven zal aan hen voorbijgaan. Zij moeten een persoonlijke verantwoordelijkheid voelen en een persoonlijke ervaring meemaken. Zij hebben dringend behoefte aan een werk, dat in hun harten gedaan wordt door de Heilige Geest van God, dat hen ertoe zal brengen om het gezelschap van Gods volk lief te hebben en te verkiezen boven enig ander, en zich af te scheiden van hen, die voor geestelijke dingen geen belangstelling hebben. Jezus vraagt een volkomen offer, een algehele toewijding.
L. en M., je bent je nog niet bewust geworden dat God je onverdeelde liefde eist. Je hebt een heilige belijdenis afgelegd, maar toch ben je gezonken naar het dode niveau van gewone belijders. Je verlangt naar de omgang met jongeren, die niets voelen voor de heilige waarheden, welke jij belijdt. Waar je mee omgaat, ben je gaan ervaren, en je hebt je tevreden gesteld met een godsdienstige houding, die jouw kameraden best kunnen aanvaarden, zonder dat jij je een veroordeling van deze of gene op de hals te haalt.
Christus vraagt alles. Zou Hij minder eisen, dan was Zijn offer te groot om ons op Zijn niveau te brengen. Ons heilig geloof roept met luide stem: Afscheiding. We moeten niet aan de wereld, of aan dode, harteloze belijders gelijkvormig worden. “Wordt veranderd door de vernieuwing van uw denken” Romeinen 12:2. Dit is een weg van zelfverloochening. En wanneer jij vindt dat die weg te moeilijk is, dat er op dit smalle pad teveel zelfverloochening van je wordt gevraagd; wanneer jij zegt: “Hoe moeilijk is het dit alles te moeten opgeven,” stel jezelf dan de vraag: Wat heeft Christus voor mij opgegeven? Deze vraag stelt alles wat wij mensen zelfverloochening noemen, in de schaduw.
Zie Hem, in de hof grote bloeddruppels zweten. Een enkele engel wordt van de hemel gezonden om de Zoon van God moed in te spreken.
Volg Hem op Zijn weg naar de rechtszaal, terwijl Hij uitgelachen, bespot en beledigd wordt door het krijsende gepeupel.
Zie Hem, omhangen met dat oude purperen koningskleed.
Hoor de ruwe en gruwelijke grappen en wrede spot van de soldaten.
Zie, hoe ze een doornenkroon op het edele voorhoofd zetten en vervolgens met een riet daarop gaan slaan, zodat de doornen in het vlees bij Zijn slapen dringen, en het bloed Hem langs het heilige voorhoofd gutst.
Hoor die moordlustige bende schreeuwen om het bloed van Gods Zoon.
Hij wordt in hun handen overgeleverd, en zij voeren de goddelijke Lijder weg naar Zijn kruisiging, bleek, zwak, Hij valt bijna flauw.
Zie hoe Hij wordt uitgestrekt op het houten kruis, en de lange spijkers worden door Zijn tere handen en voeten geslagen.
Zie Hem daar hangen aan het kruis gedurende die vreselijke uren van doodstrijd, tot de engelen hun gelaat bedekken voor dat afschuwelijke schouwspel, en de zon haar licht verbergt, weigerend te schijnen.
Denk hieraan en vraag je dan af: Is de weg te smal?
Nee, nee!
(uit: Schatkamer der Getuigenissen, boek 1, pag. 81-83, tekstuele bewerking door Ingrid Wijngaarde)
Ga naar: Gedachten over de laatste dag (070707) van OGR Het vervalste kruis