U bevindt zich hier: 11. Volharding
Terug naar: Vervolg
Algemeen:
11. Volharding
“1 Hij sprak een gelijkenis tot hen met het oog daarop, dat zij altijd moesten bidden en niet verslappen. 2 En Hij zeide: Er was in een stad een rechter, die zich om God niet bekommerde en zich aan geen mens stoorde. 3 En er was een weduwe in die stad, die telkens tot hem kwam en zeide: Verschaf mij recht tegenover mijn tegenpartij. 4 En een tijdlang wilde hij niet, maar daarna sprak hij bij zichzelf: Al bekommer ik mij niet om God en al stoor ik mij aan geen mens, toch zal ik, 5 omdat deze weduwe het mij moeilijk maakt, haar recht verschaffen; anders komt zij mij ten slotte nog in het gezicht slaan.
6 En de Here zeide: Hoort, wat de onrechtvaardige rechter zegt. 7 Zal God dan zijn uitverkorenen geen recht verschaffen, die dag en nacht tot Hem roepen, en laat Hij hen wachten? 8 Ik zeg u, dat Hij hun spoedig recht zal verschaffen. Doch, als de Zoon des mensen komt, zal Hij dan het geloof vinden op aarde?” Lucas 18:1-8
“ 24 Zo bleef Jakob alleen achter. En een man worstelde met hem, totdat de dag aanbrak. 25 Toen deze zag, dat hij hem niet overmocht, sloeg hij hem op zijn heupgewricht, zodat Jakobs heupgewricht ontwricht werd, terwijl hij met hem worstelde. 26 Toen zeide hij: Laat mij gaan, want de dageraad is gekomen. Maar hij zeide: Ik laat u niet gaan, tenzij gij mij zegent. 27 Daarop zeide hij tot hem: Hoe is uw naam? En hij zeide: Jakob. 28 Toen zeide hij: Uw naam zal niet meer Jakob luiden, maar Israël, want gij hebt gestreden met God en mensen, en gij hebt overmocht.” – Genesis 32:24-28
“40 En Hij kwam bij zijn discipelen en vond hen slapende, en Hij zeide tot Petrus: Waart gijlieden zo weinig bij machte één uur met Mij te waken?”- Matteüs 26:40
Wij moet meer tijd besteden aan geheim gebed. Christus is de wijnstok, wij zijn de ranken. En als wij willen groeien en bloeien, dan moeten we constant sap en voeding trekken uit de Levende Wijnstok. Want afgesneden van de wijnstok, hebben we geen kracht.
Ik vroeg de engel waarom er zo weinig geloof en kracht was in Israël. Hij zei: U hebt de arm van de Heer te snel losgelaten. Breng uw verzoeken met ernst voor de troon en houd vol door een sterk geloof. De beloften zijn zeker. Geloof dat u ontvangen zult wat u gevraagd heeft en u zult het ontvangen. Hij was in alles net zo verzocht als wij en Hij bad in alle ernst. Zijn geloof heeft de toets doorstaan. Zeven keer bad hij voor het aangezicht van God en pas bij de laatste keer werd een wolk gezien. (CET 127.2)
Allen die de naam van Christus belijden moeten wachtende en wakende zijn en een van zin zijn in het bidden. Alle verschillen moeten worden weggedaan en eenheid en tedere liefde voor elkaar moet bij een ieder de overhand hebben. Dan zullen onze krachtige en ernstige gebeden gezamenlijk opstijgen naar de Hemelse Vader. Dan mogen we geduldig wachten en hopen op de vervulling van de belofte.
Het antwoord kan met een plotselinge snelheid en kracht komen; of het kan dagen en weken worden uitgesteld en die vertraging kan ons geloof op de proef stellen. Maar God weet hoe en wanneer Hij onze gebeden beantwoordt. Ons aandeel is om onszelf in verbinding te stellen met de hemelse kanalen. God is verantwoordelijk voor Zijn aandeel in het werk. (3SP 272)