U bevindt zich hier: 37. Het Verlorene Zoeken
Verder naar: 20 e.v.
Algemeen:

Zoeken naar:

37. Het Verlorene Zoeken

Lukas 19:10 - Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden.

Voor de bekering van één zondaar zou de prediker zijn uiterste best moeten doen. De ziel die door God is geschapen en door Christus is gered is van grote waarde, omdat God grote mogelijkheden en geestelijke voordelen aan de prediking verbonden heeft, er in zo iemand grote capaciteiten tot leven kunnen worden gewekt door middel van de prediking van het woord van God en door de presentatie van de hoop van het evangelie, zo iemand onsterfelijkheid kan verkrijgen. Als Christus de 99 achterliet om dat ene verloren schaap te zoeken, kunnen wij met recht minder doen? Is het niet nalatig om niet te werken zoals Christus deed, op te offeren zoals Hij zichzelf opgeofferd heeft; is het niet een verraad aan het heilige vertrouwen dat in ons is gesteld en een belediging aan God? AA 370

Het hart van een ware prediker is vervuld met intens verlangen om zielen te redden. Tijd en krachten worden ingezet, moeizame inspanningen worden niet gemeden, want anderen moeten de waarheid die aan hem gebracht is en zijn ziel verblijd heeft met vrede en vreugde, horen. De Geest van Christus rust op hem. Hij waakt over de zielen als iemand die verantwoording moet afleggen. Met zijn ogen gericht op het kruis van Calvarie, zich de verheven Christus voor ogen houdend, vertrouwend op Zijn genade en gelovend dat Zijn wil bij hem zal zijn tot het einde, als zijn schild, zijn kracht, zijn efficiëntie, werkt hij voor God. Met uitnodigingen, smekingen, gemengd met de verzekering van Gods liefde, zoekt hij ernaar zielen te redden voor Jezus en in de hemel wordt hij gerekend tot degenen die “geroepen, uitverkoren en getrouw” zijn (Openbaring 17:14). AA 371

Door Zijn voorbeeld heeft de Verlosser getoond dat Zijn volgelingen in de wereld en toch niet van de wereld kunnen zijn. Hij kwam, niet om deel te hebben aan de verleidende pleziertjes, om meegesleurd te worden door de gebruiken en mee te doen aan gangbare praktijken, maar om de wil van Zijn Vader te doen en om de verlorenen te zoeken en te redden. Met dit doel voor ogen kan de christen onbesmeurd in de wereld staan. Wat ook zijn post of omstandigheid is, verheven of nederig, hij zal altijd de kracht van waar geloof in de betrouwbare uitoefening van zijn plicht ten toon spreiden. Niet in de afwezigheid van beproevingen, maar juist midden in beproevingen wordt het christelijke karakter gevormd. Blootstelling aan spotternij en tegenstand leidt de volgeling van Christus tot grotere waakzaamheid en intenser gebed tot de machtige Helper. AA 467

Lukas 4:18-19 - De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen; 19 en Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aangename jaar des Heren.