Brood des levens
Brood des levens
Aan de oever van het meer
Luisteren velen naar de Heer
Maar men is de tijd vergeten
En er is haast niets te eten.
Meester, stuur de mensen vlug
Allemaal naar huis terug.
Waarom, geeft u hun geen brood?
Heer, de schare is te groot
En we hebben niets te missen
Dan vijf broden en twee vissen;
En waar komt het geld vandaan
Als wij eten kopen gaan?
Breng het eten dat er is
Breng het brood en ook de vis
Want al zijn wij hier met velen
God zal alles eerlijk delen.
Zo kreeg iedereen zijn deel
En er was zelfs brood te veel.
Niemand zat met lege handen
De vrienden vulden zelfs twaalf manden
De Heer geeft ons overschot
Om in elke benarde Lot
Brood en vis te kunnen geven
Voor nu en voor het EEUWIG LEVEN!