Vol nederigheid voorwaarts

Hoewel onze kerk heel klein begon en geboren werd uit de teleurstelling
van een handjevol gelovigen, hebben we ons nu verspreid naar alle hoeken
van de aarde. De kerk telt nu meer dan 17 miljoen gedoopte leden, en elk
jaar komen daar zo’n miljoen nieuwe leden bij. Wij hebben meer dan honderd
universiteiten en scholen voor hoger onderwijs, en een groot aantal
ziekenhuizen, klinieken en uitgeverijen.

Ik prijs de Heer voor wat hij voor ons heeft gedaan. Laat ons steeds beseffen
dat hem alle eer en glorie toekomt. Laten wij ons ervoor wachten
dat we, terwijl we vrome woorden uiten, in ons hart beginnen te denken
als Nebuchadnessar: ‘ Is dit niet het grote Babylon dat ik heb gebouwd’
(Daniël 4:30)?

Wat ervaart iemand die zomaar een adventistengemeente binnenstapt?
Merkt zo iemand meteen dat God hier aanwezig is? Voelt hij de warmte, de
zorgzaamheid en de vriendelijkheid van degenen die hem verwelkomen?

Hoort hij hoe het Woord van God van de kansel wordt gepredikt?
Komt de genade, de verlossing en de hoop die Christus brengt in alles tot uiting?

Het doet mij pijn te beseffen hoe vaak wij tekortschieten in wat wij doen.
Wij formuleren welsprekende gebeden en zingen welluidende liederen,
maar te vaak is er een geest van zelfverheffing, een verlangen om indruk te
maken op anderen, en te vaak staan onze gevoelens ten aanzien van hen
die van ons verschillen haaks op onze verklaring dat we Gods ‘overgebleven’
volk zijn.





Het is een geweldig voorrecht om te behoren bij Gods familie hier op aarde.
Laat ons dan ook nooit te gemakkelijk denken over ons lidmaatschap van
de kerk, alsof de kerk niet meer dan een club is waarvan we op elk gewenst
moment lid kunnen worden of waarvan we afscheid kunnen nemen als we
dat willen.

Jezus, onze grote hogepriester in het hemelse heiligdom, is de Heer van de
kerk. Laat ons, nu hij dienst doet in de hemel ten gunste van ons, onszelf
voortdurend aan zijn transformerende genade onderwerpen. Laat ons hem
in onze lichaamstempel verheerlijken en alles doen om te helpen bij de
opbouw van de kerk, die zijn lichaam is (Efeziërs 1:22, 23).

God wil bij ons wonen –lezing - 2011)

Zoeken naar

Algemeen