13 De hulpeloze armen

"Gezegend is hij, die aan de armen denkt."

Wanneer alles gedaan is wat gedaan kan worden om de armen
te helpen zichzelf te helpen, dan blijven er altijd nog de weduwe
cn de wees, de bejaarde, de hulpbehoevende en de zieke, die
aanspraak maken op medeleven en verzorging. Dezen moeten
nooit genegeerd worden. Zij zijn door Godzelf toevertrouwd
aan de barmhartigheid, de liefde en de tedere zorg van allen,
die Hij tot Zijn rentmeesters heefi gemaakt.

Het huisgezin des geloofs

"Laten wij dus, daar wij de gelegenheid hebben, doen wat
goed is voor allen, maar inzonderheid voor onze geloofsgenoten."
(1)

In bij zonder opzicht heeft Christus Zijn kerk de plicht opgelegd
om voor de behoeñigen onder de eigen leden zorg te dragen.
Hij laat Zijn armen binnen de grenzen van iedere kerk toe. Zij
zullen altijd onder ons zijn en Hij plaatst op de leden van de
kerk een persoonlijke verantwoording om voor hen te zorgen.
Zoals de leden van een goed gezin voor elkander zorgen, de
zieken dienen, de zwakken ondersteunen, de onwetenden leren,
de onervarenen trainen, zo is het aan het "huisgezin des geloofs"
opgedragen voor de behoeftige en hulpeloze leden zorg te
dragen. Onder geen enkele voorwaarde mag dit over het hoofd
worden gezien.

Weduwen en Wezen

De weduwe en de wees zijn de voorwerpen van Gods speciale
zorg, "Hij is de Vader der wezen en de Rechter der weduwen,
God is in Zijn heilige woning." (2)

"Want uw man is uw Maker, Here der heirscharen is Zijn
naam; en uw losser is de Heilige Israëls, God der ganse aarde
zal Hij genoemd worden." (3)

"Uw wezen zal ik in het leven houden en laten uw Weduwen
op Mij vertrouwen." (4)

Menige vader is in geloof gestorven, vertrouwend op Gods
belofie om te zorgen voor zijn geliefden, toen hij geroepen
werd om afscheid van hen te nemen. De Here voorziet in de
behoeften van de weduwe en de wees, niet door een wonder
door het zenden van manna uit de hemel, niet door raven te
zenden die voedsel brengen; maar door een wonder van
menselijke harten, waar Hij de zelfzucht uit verwijdert en de
fonteinen van christelijke liefde opent. De bedroefden en
verlatenen vertrouwt Hij toe aan Zijn volgelingen als een kostbaar
pand. Zij hebben de sterkste aanspraak op ons medeleven.
In gezinnen, voorzien van de gemakken des levens, in
opslagruimten en graanschuren, gevuld met de opbrengst van
een overvloedige oogst, pakhuizen opgetast met de producten
van het weefgetouw, en brandkasten vol goud en zilver, in al
deze dingen heefi God voorzien in de middelen voor het
onderhoud van de nooddrufiigen. Hij roept ons op de kanalen
van Zijn overvloed te zijn.

Menige moeder die weduwe geworden is met vaderloze
kinderen, tracht dapper haar dubbele last te dragen en ze werkt
vaak boven haar kracht, teneinde de kinderen bij zich te kunnen
houden en in hun behoeften te voorzien. Ze heeft weinig tijd
over om hen op te voeden, weinig gelegenheid hen te omringen
met invloeden die hun leven opvrolijken. Zij heeft bemoediging
nodig, medeleven en tastbare hulp.

God roept ons op om deze kinderen, zoveel als in ons
vennogen ligt, het gemis van vaderlijke zorg te vergoeden. In
plaats van afzijdig te staan en over hun gebreken te klagen, of
over de moeilijkheden die zij veroorzaken; help ze op iedere
mogelijke wijze. Tracht de afgetobde moeder bij te staan.
Verlicht haar lasten.

Dan zijn er de duizenden kinderen die helemaal verstoken
zijn van de leiding van ouders en de verzachtende invloed van
een christelijk tehuis. Laat christenen hun harten en huizen
openstellen voor deze hulpelozen. Het werk dat God ons heefi
opgedragen als een persoonlijke plicht, zou niet overgedragen
moeten worden aan een of andere liefdadigheidsinstelling, of
aan de kansen van wereldse liefdadigheid. Als de kinderen geen
relaties hebben die in staat zijn om voor hen te zorgen, laten
dan de leden van de kerk ze voorzien van een thuis. Hij die
beschikt heefi, dat wij in familieverband zouden leven, zal ook
maken dat de kindematuur zich het best ontwikkelt in een
liefliebbende atmosfeer van een christelijk gezin.
Menigeen die zelf geen kinderen heelt, kan een goed werk
doen door voor kinderen van anderen te zorgen. In plaats van
de aandacht aan lievelingsdiertj es te geven en liefde te schenken
aan stomme dieren, laat ze aandacht geven aan kleine kinderen,
van wie zij het karakter kumien vormen naar goddelijke
gelijkenis. Geef uw liefde aan thuisloze leden van de menselijke
familie. Zie hoeveel van deze kinderen u kunt brengen in de
koesterende zorg en vennaning van de Heer. Velen zouden zo
zelf een rijke zegen ondervinden.

De Bejaarden

De bejaarden behoeven ook de hulpvaardige invloed van het
gezin. In het gezin van broeders en zusters in Christus kan
altijd een oplossing worden gevonden voor het verlies van een
eigen thuis. Door hen aan te moedigen deel te nemen in de
belangen en werkzaamheden van de huishouding, zullen zij
voelen dat hun bruikbaarheid nog niet geëindigd is. Doe ze
voelen dat hun hulp naar waarde wordt geschat, dat er nog
werk voor hen te doen is in het dienen van anderen, het zal
hun hart opvrolijken en interesse in him leven geven.
Houd zo mogelijk diegenen, van wie de grijzende hoofden
en wankel wordende sclrreden tonen dat zij grafivaarts gaan,
bij u, bij vrienden en familierelaties. Laat ze aanbidden tussen
diegenen die zij gekend en bemind hebben. Laat hen verzorgd
worden door tedere, lieflrebbende handen.

Waar men in staat is dit te doen, zou het een voorrecht zijn
om hun eigen familierelaties die diensten te verlenen. Warmeer
dit niet mogelijk is, hoort dit werk aan de kerk, en het zou
aanvaard moeten worden als een voorrecht en als een plicht.
Allen die de geest van Christus bezitten, zullen een tedere
bekommering voelen voor de zwakken en de bejaarden.
De aanwezigheid van deze hulpbehoevenden in ons gezin is
een kostbare gelegenheid om met Christus in Zijn dienst samen
te werken en karaktertrekken als de Zijne te ontwikkelen. Er
gaat een zegen uit van de omgang tussen ouderen met jongeren.
De jeugd kan zonneschijn brengen in het hart van bejaarden.
Degene die de greep op het leven aan het verliezen is, behoefi;
de zegen van contact met de frisse hoop en de veerkracht van
de jeugd. En de jeugd kan geholpen worden door de wijsheid
en ervaringen van ouderen. Bovendien hebben zij de les van
onzelfzuchtige dienst te leren. De aanwezigheid van iemand die
sympathie, verdraagzaamheid en zelfopofferende liefde nodig
heeft, zou voor menig huishouden een onbetaalbare zegen
betekenen. Dat zou het huiselijke leven verzoeten en verfijnen
en in ouden en jongeren die christelijke trekken oproepen, die
hen mooi zullen maken met een goddelijke schoonheid en rijk
in onvergankelijke hemelse schatten.

Een Karaktertest

"De armen hebt gij immers altijd bij u," zei Christus, "en gij
kunt hen weldoen wanneer gij maar wilt." (5) "Zuivere en
onbevlekte godsdienst voor God de Vader is: omzien naar
weduwen en wezen in hun druk en zichzelf onbesmet van de
wereld bewaren." (6)

Door het plaatsen van hulpbehoevenden en armen onder Zijn
belijdende volgelingen die van hun zorg afhankelijk zijn, test
Christus hen. Door onze liefde en dienst voor Zijn behoeftige
kinderen bewijzen wij de echtheid van onze liefde voor Hem.
Als wij hen verwaarlozen, stempelt ons dat tot valse discipelen,
vreemdelingen voor Christus en Zijn liefde.

Weeshuizen

Als alles gedaan is dat gedaan kon worden in het zoeken van
een tehuis voor weeskinderen in gezirmen, dan zouden er nog
steeds velen overblijven, die verzorging behoeven. Velen van
hen hebben een erfenis van het kwade meegekregen. Zij zijn
weinigbelovend, onaantrekkelijk, pervers, maar zij zijn de
gekochten van Christus” bloed en in Zijn oog even kostbaar als
onze eigen kinderen. Tenzij een helpende hand naar hen wordt
uitgestrekt, zullen zij opgroeien in onwetendheid en wegzakken
in verdorvenheid en misdaad. Velen van deze kinderen kunnen
gered worden door het werk van kindertehuizen.

Zulke kinderen zouden, om het meeste efi`ect op te leveren,
zo dicht mogelijk het model van een christelijk gezin moeten
benaderen. In plaats van groot opgezette tehuizen, waarin grote
aantallen tezamen worden gebracht, zouden er kleine huizen op
het platteland moeten worden ingericht. Ook zouden zij buiten
op het land geplaatst moeten zijn, in plaats van in of nabij een
grotere of kleinere stad. Men zou zich van land moeten verzekeren
dat gecultiveerd moet worden, waar kinderen in contact kunnen
worden gebracht met de natuur en het voordeel van opvoeding
tot vakbekwaamheid kunnen genieten.

De mannen en vrouwen aan wie zulke tehuizen toevertrouwd
kunnen worden, zouden mensen moeten zijn met een groot hart,
ontwikkeld en zelfopofferend; die het werk op zich nemen uit
liefde voor Christus, om de kinderen voor hen op te voeden.
Onder zulke zorgen kunnen vele dakloze en verwaarloosde
kinderen klaargemaakt worden tot nuttige leden van de maat-
schappij, tot eer van Christus, die op hun beurt anderen helpen.

Zuinigheid; Zelfverloochening

Velen verachten spaarzaamheid en stellen het gelijk met
gierigheid en bekrompenheid. Maar spaarzaamheid kan samen-
gaan met de breedste vrijgevigheid. Inderdaad kan zonder
zuinigheid geen ware vrijgevigheid plaats vinden. Wij moeten
sparen, teneinde te kunnen geven.

Niemand kan ware liefdadigheid beoefenen zonder zelfver-
loochening. Slechts door een leven van eenvoud, zelfverloo-
chening en verstandige spaarzaamheid is het ons mogelijk om
het werk, dat ons als Christus” vertegenwoordigers is opgedragen,
tot stand te brengen. Hoogmoed en wereldse eerzucht moeten
uit ons hart weggedaan worden. In al ons werk moet het beginsel
van onzelfzuchtigheid, in Christus” leven geopenbaard, tot
uitvoer worden gebracht. Op de muren van onze huizen, de
schilderijen en het meubilair moet te lezen staan: "Breng de
anne zwervelingen die uitgeworpen zijn in uw huis." (7) In
onze kleerkasten moeten wij geschreven zien staan, als met de
vinger van God geschreven: "Bekleed de naakte." In de eetkamer,
op de tafel, uitbundig beladen met voedsel, zouden wij gedrukt
moeten zien staan: "Is het niet, dat gij voor de hongerigen uw
brood breekt?"

Duizenden deuren staan uitnodigend voor ons open. Dikwijls
klagen wij dat er zo weinig hulp beschikbaar is, maar waren
christenen door en door emstig, zij zouden de bronnen
duizendvoudig kunnen venneerderen. Het is zelfzucht, het
bevredigen van eigen wensen, die de weg naar onze bruikbaarheid
blokkeert.

Hoeveel middelen worden er niet besteed aan zaken die alleen
maar afgoden zijn, dingen die gedachten, de tijd en de krachten
in beslag nemen, die tot een hoger doel bestemd moesten
worden! Hoeveel geld is verkwist aan dure huizen en meubels,
aan zelfzuchtige pleziertjes, luxe en ongezond voedsel, schadel-
ijke bevrediging! Hoeveel geld is weggegooid aan cadeaus, die
niemand voordeel brengen. Aan dingen die niet nodig zijn,
dikwijls gevaarlijk, besteden belijdende christenen vandaag de
dag meer, vele malen meer, dan zij besteden aan het redden
van zielen uit de macht van de verzoeker.

Velen die belijden christen te zijn, besteden zoveel aan kleding,
dat zij niet overhouden voor de noden van anderen. Zij denken
kostbare versieringen en dure kleding te moeten hebben, ongeacht
de behoeften van hen, die met moeite zelfs in de eenvoudigste
kleren voor zichzelf kunnen voorzien.

Mijn zusters, als u uw manier van kleden in overeenstemming
brengt met de regels van de Bijbel, zou u een overvloed hebben
waannee u de amiere zusters kunt helpen. U zou niet alleen
middelen hebben, maar ook tijd. Dikwijls is dit het meeste
nodig. Er zijn velen, die u zou kunnen helpen met suggesties,
uw tact en vaardigheid. Toon hen, hoe men zich eenvoudig en
toch smaakvol kan kleden. Menige vrouw blijft weg uit Gods
huis om haar armoedige, slechtzittende kleding, die in opvallende
tegenstelling is met die van anderen. Menige gevoelige geest
koestert een gevoel van bittere vemedering en onrecht als gevolg
van dit contrast. Hierdoor worden velen ertoe geleid om te
twijfelen aan de echtheid van de godsdienst en verharden hun
harten tegen het evangelie.

Christus gebiedt ons: "Verzamel de brokken die over zijn,
zodat niets verloren gaat." Waar duizenden iedere dag omkomen
door honger, bloedvergieten, branden en epidemieën, moet
iedereen die zijn naaste lietheefi, zorgen dat niets verloren gaat,
dat niets nodeloos besteed wordt, waaraan een ander mens
voordeel kan hebben.

Het is verkeerd onze tijd en onze gedachten te verknoeien.
Elk moment dat wij aan onszelf wijden is verloren tijd. Als elk
moment naar waarde wordt geschat en juist wordt besteed,
zouden wij tijd hebben voor alles wat we nodig hebben of voor
de wereld. Laat iedere christen tot God opzien voor leiding in
de besteding van geld, in het gebruik van tijd, kracht en
gelegenheden. "Indien echter iemand van u in wijsheid te kort
schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geefi, eenvoudig
en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden." (8)


"Doet goed en leent zonder op vergelding te hopen, en uw
loon zal groot zijn en gij zult kinderen van de Allerhoogste
zijn, want Hij is goed jegens ondankbaren en bozen." (9)
"Wie zijn ogen toesluit, wordt zwaar vervloekt, maar wie de
arme geefi, zal geen gebrek lijden." (10)

"Geefi en u zal gegeven worden: een goede, gedrukte,
geschudde en overlopende maat zal men u in uw schoot geven."
(11)

Verwijzingen:
1. Gal.6:l0. 5. Marc.14:7. 9. Luc.6:35.
2. Ps.68:6. 6. Jac.1:27. 10. Spr.28:27.
3. Jes.54:5. 7. Jes.58:7. 12. Luc.6.38.
4. Jer.49:1l. 8. Jac.1:5.