Verkeerde ideeën over ervaringen
Men zegt, dat de praktijk de beste leermeester is. Eigen ervaring staat inderdaad veel hoger dan theoretische kennis, maar velen hebben een verkeerd begrip van de echte ervaring. Werkelijke erva-ring wordt door verschillende zorgvuldige waarnemingen verkregen, als het gemoed van alle vooroordeel bevrijd is en door geen vastgewortelde meningen en gewoontes beheerst wordt. Alle voorvallen worden met zorgvuldigheid beschouwd en men verlangt meer te leren, verder te komen en alles te verbeteren, dat niet in overeenstemming is met de zedenwet en natuurwetten.
Wat velen ervaring noemen, is eigenlijk in het geheel geen ervaring, maar komt voort uit een gewoonte of gebruik, dat men gedachteloos en veelal onwetend huldigt. Dan is er geen sprake van werkelijke ondervinding en grondig onderzoek, waarbij men de oorzaken nauwkeurig moet kennen, waaruit de handeling is ontstaan. Op een erva-ring, die niet met de onveranderlijke wetten van de natuur overeenkomt, kan men niet bouwen. Het bijgeloof, dat uit een ziekelijke verbeelding voortkomt, staat dikwijls in tegenstelling met het verstand en de wetenschappelijke grondbeginselen.
Voor velen schijnt het denkbeeld, dat anderen hun ervaringen kunnen tegenspreken, zeer dwaas en zelfs wreed. Maar er ontstaan veel meer dwalingen door verkeerde begrippen aangaande ervaring dan door iets anders. Er zijn heden ten dage vele zwakken, die dat altijd blijven zullen, omdat zij zich op hun ervaringen beroepen.
Slechte gewoonten binden mannen en vrouwen met ijzeren banden en te dikwijls zoeken zij hun levenswijze door hun zogenaamde ondervinding te rechtvaardigen. Vele slechte gewoonten worden hiermee verontschuldigd. Velen mislukt het een lichamelijke, geestelijke en zedelijke ontwikkeling te verkrijgen, omdat zij aan een ondervinding vasthouden, die in strijd is met eenvoudige, heldere en bewezen waarheden. Men vindt mannen en vrouwen, die door een verkeerde levenswijze hun gezondheid geheel verwoest hebben, maar toch hun ondervindingen aan anderen als de beste aanbevelen, terwijl juist deze hun kracht en gezondheid ontroofd hebben. Wanneer men zich moeite geeft, ze te onderwijzen, verdedigen zij zich met hun ondervinding.
Juist hierin ontmoeten wij het grootste bezwaar in geloofszaken. Men kan de eenvoudigste gebeurtenissen, de duidelijkste waarheden uit Gods woord de mensen voorhouden, maar oor en hart zijn gesloten en het enige tegenbewijs van hun kant is “mijn ervaring.” Sommigen zeggen: “De Here heeft mij in mijn handel en wandel gezegend, dus dwaal ik daaromtrent niet.” Men beroept zich op zijn ondervindingen en verwerpt de verheven en heiligende waarheden van de bijbel.
Bileam bad God, Israël te mogen vervloeken. Er was hem zeer veel aan gelegen, dat hem het verlof hiertoe gegeven werd; want hem was een grote beloning daarvoor toegezegd. Maar God zeide: “Ga niet met hen.” Bileam werd echter voor de tweede keer door hoger geplaatste boden aangezocht en nog grotere beloften werden hem gedaan. Ofschoon de Here hem reeds Zijn wil kenbaar gemaakt had, was hij zo belust, de beloning te ontvangen, dat hij God voor de tweede keer daarom verzocht en God stond hem de bede toe. Toen kreeg hij een wonderbare ervaring: wie echter zou zulk een ervaring op willen doen? Nog menig voorbeeld kan aangevoerd worden, om ons aan te tonen, hoe mensen bedrogen zijn, die zich op hun zogenaamde ervaring verlaten hebben.