13 Een verloren strijd tegen de eetlust
(1875) 3T 487, 488
745. Onmatigheid begint bij ons aan tafel, bij het eten van ongezond voedsel. Onze spijsverteringsorganen raken na een tijd verzwakt vanwege de voortdurende genotzucht, en het eten wat men tot zich neemt verzadigt de eetlust niet meer. Er ontstaat een ongezonde toestand, want men gaat naar nog stimulerender voedsel verlangen. Thee, koffie en vlees sorteren direct effect. Onder invloed van deze gifstoffen wordt ons zenuwgestel geprikkeld. In sommige gevallen lijkt ons verstand voor het ogenblik scherper en onze verbeelding levendiger. En omdat deze stimulerende middelen voor het moment zulke aangename gevolgen hebben, komen velen tot de slotsom dat zij ze echt nodig hebben. En zij blijven het gebruiken. Maar er volgt altijd een terugslag. Ons overmatig geprikkelde zenuwstelsel heeft, om nu te kunnen presteren, energie geleend uit krachtbronnen waar zij in de toekomst uit zou moeten putten. En die hele tijdelijke opleving van ons organisme wordt gevolgd door een depressie. In dezelfde mate als deze stimulerende middelen tijdelijk ons organisme kracht verlenen, zullen de geprikkelde organen energie tekort komen, nadat de stimulans is uitgewerkt. Onze eetlust wordt geleerd naar iets sterkers te verlangen, dat in staat is om de aangename opwinding te verlengen en te verhogen, totdat genotzucht tot gewoonte is geworden. Dan is er een voortdurend verlangen naar nog sterkere prikkels, zoals tabak, wijn en sterke drank. Hoe meer men aan zijn eetlust toegeeft, des te vaker zal die haar eisen stellen, en hoe moeilijker zal ze te bedwingen zijn. Hoe zwakker ons organisme wordt, en hoe minder het zonder onnatuurlijke stimulerende middelen kan, des te meer neemt de hartstocht voor deze dingen toe, totdat de wil gebroken is en er geen kracht meer schijnt te zijn om weerstand te bieden aan het onnatuurlijke verlangen naar deze genotmiddelen.