32 Een samenvatting

(1909) 9T 156-160
719.
Als wij voordeel zouden hebben bij het toegeven aan het verlangen naar vleesgerechten, dan zou ik dit appèl niet op u doen; maar ik weet dat dit niet zo is. Vleesgerechten zijn schadelijk voor ons lichamelijk welzijn, en we moeten leren het zonder ze te doen. Zij die in de positie verkeren dat zij een vegetarisch dieet kunnen krijgen, maar die ervoor kiezen op dit punt hun eigen voorkeur te volgen, door te eten en te drinken wat zij willen, zullen langzamerhand zorgeloos worden ten aanzien van de aanwijzingen die de Heer heeft gegeven over andere onderdelen van de waarheid voor deze tijd. Zij zullen hun voorstelling van wat waar is verliezen. Zij zullen zeker maaien hetgeen zij gezaaid hebben.
Ik heb de opdracht ontvangen, dat de studenten aan onze scholen geen vleesgerechten of ander voedsel waarvan ze weten dat het slecht is, opgediend moeten krijgen. Er mag niets op tafel komen dat kan dienen tot het opwekken van het verlangen naar stimulerende middelen. Ik doe een beroep op jong en oud, en op hen die van middelbare leeftijd zijn. Ontzeg uw eetlust die dingen die schadelijk voor u zijn. Dien de Heer door zelfopoffering.
Geef de kinderen een aandeel in dit werk dat zij kunnen begrijpen. Wij zijn allen leden van Gods gezin. En de Heer wil dat Zijn kinderen er voor kiezen, of ze nu jong zijn of oud, hun eetlust te bedwingen en het geld te sparen voor de bouw van zalen voor samenkomsten en voor de ondersteuning van zendelingen.

Voor de ouders heb ik de volgende opdracht gekregen: ga in deze kwestie aan Gods kant staan. Wij moeten steeds in gedachten houden, dat wij in deze dagen van beproeving voor de God van het heelal in het gericht staan. Wilt u pleziertjes die u schade doen niet opgeven? Als u alleen met woorden uw geloof belijdt, is dat goedkoop. Laat uw zelfverloochenend handelen getuigen, dat u gehoorzaam wilt zijn aan de eisen die God stelt aan het volk wat Hem ten eigendom is. Doe daarom een deel van het geld wat u door uw daden van zelfverloochening bespaart in de gemeentekas, opdat dat wat nodig is voor de uitvoering van Gods werk beschikbaar is.

Er zijn veel mensen die denken dat zij het niet zonder vleesgerechten kunnen stellen. Maar wanneer deze mensen, vastbesloten om onder Zijn leiding te wandelen, zich aan Gods kant zouden scharen, dan zouden zij net als Daniël en zijn vrienden kracht en wijsheid ontvangen. Zij zouden ontdekken dat de Heer hun een zuiver oordeel zou geven. Velen zouden verbaasd staan, te ontdekken hoeveel door zelfverloochenend handelen bespaard kan worden. Al die kleine bedragen die door zelfverloochening worden bespaard zullen meer effect sorteren voor de zaak van God, dan kan worden bereikt door grotere schenkingen waarvoor geen zelfopoffering nodig was.

Zevende Dags Adventisten zijn bezig met belangrijke waarheden. Meer dan veertig jaar geleden (geschreven in 1909) gaf de Heer ons licht speciaal gericht op gezondheidshervorming. Maar hoe moeten wij in dit licht wandelen? Hoevelen hebben wel niet geweigerd om in overeenstemming met de raadgevingen van God te leven! Als volk moeten wij vooruitgang boeken naar de mate waarin wij licht ontvangen hebben. Het is onze plicht om de beginselen van gezondheidshervorming te begrijpen en te eerbiedigen. Op het punt van gematigdheid moeten wij alle andere mensen vóór zijn. En toch zijn er onder ons goed ingelichte gemeenteleden, en zelfs dienaren van het evangelie, die weinig eerbied hebben voor het licht dat God over dit onderwerp gegeven heeft. Ze eten wat ze willen en ze werken zoals ze willen.

Wij stippelen geen exacte lijn uit voor een te volgen dieet. Maar we zeggen wel, dat in landen waar fruit, graan en noten overvloedig aanwezig zijn, vlees niet het juiste voedsel voor het volk van God is. Mij is verteld dat vlees eigenschappen heeft, die onze natuur verdierlijken en dat het mannen en vrouwen berooft van die liefde en sympathie die zij voor iedereen zouden moeten voelen, en dat het de lagere hartstochten de overhand geeft over de hogere kanten van ons wezen. Als vlees al ooit veilig zou zijn geweest, nu is het dat niet meer. Vormen van kanker, tumoren en longziekten worden grotendeels veroorzaakt door het eten van vlees.

Het is niet de bedoeling het eten van vlees tot een soort gemeenschapstest te maken, maar we moeten rekening houden met de invloed, die belijdende gelovigen die vlees eten op anderen hebben. Moeten wij als boodschappers van God niet tot de mensen zeggen: “Of gij dus eet of drinkt, of wat ook doet, doet het alles ter ere Gods.” I Kor. 10:31. Moeten wij niet een beslist getuigenis laten horen tegen het toegeven aan een ontaarde eetlust? Zal ook maar iemand van de predikanten, die de meest plechtige waarheid verkondigt die ooit aan stervelingen gegeven is, zelf het verkeerde voorbeeld geven door naar de vleespotten van Egypte terug te keren? Zullen zij die door de tienden uit Gods voorraadkamer ondersteund worden, zichzelf door genotzucht toestaan, de levengevende stroom die door hun aderen vloeit te vergiftigen? Zullen zij het licht en de waarschuwingen die God hun heeft gegeven in de wind slaan? De gezondheid van ons lichaam moet als een noodzakelijke voorwaarde worden gezien voor het toenemen in genade en het verkrijgen van een evenwichtig humeur. Als we niet goed voor onze maag zorgen, dan wordt de vorming van een rechtschapen zedelijk karakter daardoor belemmerd. Onze hersenen en zenuwen staan met onze maag in verbinding. Verkeerd eten en drinken resulteren in verkeerd denken en handelen.

Wij allen worden nu getest en beproefd. Wij zijn in Christus gedoopt. En wanneer wij ons aandeel leveren door afstand te doen van alles wat ons neerhaalt en maakt tot hetgeen wij niet zouden behoren te zijn, dan zullen wij de kracht ontvangen om in Christus op te groeien, die ons levend Hoofd is. En dan zullen wij de verlossing van God kunnen zien.