02 Een Paar Dingen Die Wij Zelf Kunnen Doen
Brief 35, 1890
454. Wat betreft de dingen die wij zelf kunnen doen, is er een punt dat zorgvuldige en aandachtige overweging verdient.
Ik moet mijzelf leren kennen, ik moet voortdurend leren hoe ik moet zorgen voor dit gebouw, het lichaam dat God mij heeft gegeven, zodat ik het in de allergezondste conditie kan bewaren. Ik moet die dingen eten die lichamelijk voor mijn bestwil zijn. En ik moet er speciaal op letten, dat mijn kleding bijdraagt aan een gezonde bloedcirculatie. Ik mag mezelf geen lichaamsbeweging en buitenlucht onthouden. Ik moet alle zonlicht zien te hebben die ik maar kan krijgen. Ik moet wijsheid hebben om een betrouwbare wachter over mijn lichaam te zijn.
Ik zou er zeer onverstandig aan doen om zwetend een koele kamer binnen te gaan. Ik zou mezelf een onverstandige rentmeesteres tonen, als ik mezelf op de tocht zette en de kans liet lopen kou te vatten. Het zou niet verstandig van mij zijn, als ik met koude voeten en ledematen bleef zitten, en op die manier het bloed uit de ledematen terug zou dringen naar de hersenen of de interne organen. Ik dien mijn voeten in vochtig weer steeds te beschermen. Ik dien op regelmatige tijden het meest gezonde voedsel te eten, dat de beste kwaliteit aan bloed geeft. En ik moet niet onmatig werken, als het in mijn vermogen ligt om dat te vermijden.
En wanneer ik de wetten schendt die God in mijn wezen heeft gelegd, dan moet ik berouw hebben en hervormingen doorvoeren, en mij in de meest gunstige omstandigheden plaatsen onder gezag van de doktoren die God heeft gegeven – zuivere lucht, zuiver water en het kostbare, geneeskrachtige zonlicht.
Water kan op velerlei manier worden gebruikt om lijden te verlichten. Een hoeveelheid helder, warm water voor het eten (ongeveer een halve liter), kan nooit kwaad, maar levert eerder iets goeds op.