13 Waarnemingen op reis

Health Reformer, december 1870
360.
Toen ik in de trein zat, hoorde ik ouders de opmerkingmaken, dat hun kinderen een fijne smaak hadden en dat zij niet aten,tenzij zij vlees en taart kregen. Tijdens het middageten bekeek ik dekwaliteit van het voedsel dat aan deze kinderen werd gegeven. Het waswitbrood met ham, bedekt met zwarte peper, gekruid tafelzuur, taart eningemaakte vruchten. De bleke, gelige gelaatsuitdrukking van deze kin-deren gaf duidelijk aan, hoezeer de maag onder dit misbruik te lijden had.Twee van deze kinderen zagen dat een ander gezin met kinderen kaas bijhet eten had, en zij lustten hetgeen zij voor zich hadden niet meer. Toenvroeg hun toegeeflijke moeder een stuk van de kaas voor haar kinderen,uit vrees dat haar lieverdj es hun eten niet zouden opeten. Hun moeder zei:“Mijn kinderen houden nu eenmaal van dit of van dat, en ik geef ze watze hebben willen; want waar ze trek in hebben, dat heeft hun organismenodig.”





Dit zou juist zijn, wanneer hun smaak nooit bedorven zou zijn. Erbestaat een natuurlijke en een ontaarde eetlust. Ouders die hun kinderenhun leven lang ongezond, stimulerend voedsel hebben leren eten, zodathun smaak is bedorven ~ en die kinderen hebben daama trek in klei,griffels, gebrande koffie, theebladeren, kaneel, kruidnagelen en specerijen- die ouders kunnen niet waarmaken dat de eetlust verlangt naar wat hetorganisme nodig heefl. Hun smaak is verkeerd opgevoed, zodat die isontaard. De fijngevoelige organen in de buik zijn net zo lang geprikkelden verbrand totdat zij hun fijngevoeligheid zijn kwijtgeraakt. Eenvoudig,gezond voedsel lijkt hun smakeloos. De maag die zoveel te verdurenheeft gehad, weigert haar werk te doen, tenzij ze door de meeststimulerende stoffen daartoe gedwongen wordt. Wanneer deze kinderenvanaf hun zuigelingentijd waren getraind in het uitsluitend eten vangezond voedsel, allereenvoudigst bereid, waarbij het zijn natuurlijkeeigenschappen zoveel mogelijk behoudt - en waarbij vlees, vet en allespecerijen worden vermeden, dan zouden hun smaak en eetlust niet zijnaangetast. Wanneer smaak en eetlust hun natuurlijke staat hebben, dankunnen zij in hoge mate een indicatie zijn voor het voedsel dat hetgeschiktst is voor ons organisme.





Terwijl ouders en kinderen van hun lekkemijen aten, gebruiktenmijn man en ik ons eenvoudig feestmaal, op het voor ons gebruikelijketijdstip: één uur “s middags. We hadden graham-brood (= een soort krop-brood van ongebuilde tarwe = tarwe waar de zemelen en kiemen niet zijnuitgehaald, vert.) zonder boter, en een ruime hoeveelheid fruit. Wij atenmet grote smaak van ons maal, en in ons hart dankbaar dat we nietverplicht waren een kruidenierswinkel vol met veelgevraagde artikelenmet ons mee te hoeven sjouwen, om aan een grillige eetlust te kunnenvoldoen. We aten flink en voelden ons tot aan de volgende morgen niethongerig. De jongen die rondging met zijn sinasappels, nootjes, popcornen snoep vond ons maar armoedige klanten.





Het soort voedsel die door ouders en kinderen werd gegeten, konniet in goed bloed en een goed humeur worden omgezet. De kinderenwaren bleek. Sommigen hadden lelijke zweren op hun gezicht en handen.Anderen waren bijna blind vanwege de zwerende ogen, hetgeen een grotesmet vormde op de schoonheid van hun gelaat. En weer anderen ver-toonden geen uitbraken van zweren op de huid, maar leden aan hoest.ontstoken slijmvliezen, of aandoeningen aan keel en longen. Mij viel eenjongetje op van drie jaar, die aan diarree leed. Hij had behoorlijk koorts,maar hij dacht dat alles wat hij nodig had eten was. Hij riep om de paarminuten om taart, kip, tafelzuur. Zijn moeder reageerde op zijn roepen alseen gehoorzame slavin. En wanneer het verlangde voedsel niet dadelijkkwam en het roepen en vragen over ging in onplezierig aandringen, danantwoordde zijn moeder: “Ja, ja, lieverd, je krijgt het.” Wanneer hij hetvoedsel dan in zijn hand had, werd het woedend op de vloer van dewagon gegooid, omdat het niet snel genoeg was gegeven. Een kleinmeisje zat te eten van haar gekookte ham, gekruid tafelzuur en boter-hammen, toen zij het bord in de gaten kreeg waar ik van at. Dat was ietswat zij niet had, en ze wilde niet meer eten. Het meisje van zes zei, dat zijook een bord wou hebben. Ik dacht dat het de mooie rode appel was dieik aan het eten was, waamaar zij verlangde. En hoewel we niet veel bijons hadden, kreeg ik zoveel medelijden met haar ouders, dat ik haar eenlekkere appel gaf. Ze griste die uit mijn hand en gooide hem vlug volverachting over de vloer van de wagon. Ik dacht: dit kind zal, als zij zó inalles haar zin krijgt, haar moeder zeker te schande maken.





Deze hartstochtelijke vertoning was het gevolg van haar moederstoegeeflijkheid. Het soort voedsel dat zij aan haar kind gaf, vomide eenvoortdurende belasting voor haar spij sverteringsorganen. Haar bloed wasonzuiver, en het kind ziek en prikkelbaar. De kwaliteit van het voedseldat dit kind dagelijks kreeg was van dien aard, dat haar lagere harts-tochten erdoor werden geprikkeld en de zedelijke en verstandelijke ver-mogens achteruit deed gaan. Haar ouders vormden de gewoontes van hunkind. Zij maakten haar zelfzuchtig en liefdeloos. Zij stelden geen grenzenaan haar verlangens en controleerden haar hartstochten niet. Wat kunnenze van zo°n kind verwachten wanneer dit tot rijpheid zou. komen? Yelenschijnen het verband dat tussen geest en lichaam bestaat niet te begrijpen.Wanneer ons organisme ontregeld raakt door verkeerd voedsel, danworden onze hersenen en zenuwen aangetast, en onze hartstochten komengemakkelijk naar boven.





Een kind van ongeveer tien jaar leed aan rillingen en koorts enwas afl<erig om te eten. Haar moeder drong bij haar aan: “Eet een beetjevan deze schuimtaart. Hier is wat lekkere kip. Lust je niet een beetje vandeze ingemaakte vruchten?” Uiteindelijk at het kindnzoveel, dat het eenbehoorlijke maaltijd voor een gezond persoon zou zijn. Het voedsel dathaar werd opgedrongen zou voor een gezonde maag al niet goed zijn, enmag in geen geval gegeten worden als je ziek bent.. Na ongeveer twee uurwaste haar moeder het hoofd van haar kind en zei, dat ze maar niet konbegrijpen, waarom zij zo°n brandende koorts had. Ze had olie op het vuurgegooid en verwonderde zich erover dat het vuur vervolgens ook brand-de. Was dit kind aan de loop van de natuur overgelaten, en had haar maagde zo noodzakelijke rust gekregen, dan zou haar lijden veel minder zijngeweest. Deze moeders waren niet voorbereid om kinderen groot tebrengen. De voomaamste oorzaak van menselijk lijden is onwetendheidover hoe we met ons eigen lichaam dienen om te gaan. _





Velen vragen zich af: wat zal ik eten,_en hoe moet ik leven, omzoveel mogelijk van deze tijd te genieten? Plicht en beginselen wordenopzij gezet voor plezier van nu. Als wij gezond willen zijn, als wij onsChristelijk karakter willen volmaken, dan moeten we daarop gericht le-ven. Ouders zijn in hoge mate verantwoordelijk voor de lichamelijke ge-zondheid en de zeden van hun kinderen. Zij. dienen hun kinderen voor telichten en er bij hen op aan te dringen, dat zij zich voor hun eigen bestwilconformeren aan de gezondheidswetten, zodat zij voor verdriet en 'lijdenworden gespaard. Wat is het vreemd, als moeders hun kinderen zo zou-den moeten verwennen, dat hun lichamelijke, geestelijke en zedelijkegezondheid erdoor verwoest wordt! Wat voor soort tederheid is dat! Dezemoeders zorgen ervoor, dat hun kinderen in dit leven ongeschikt zijn voorhet geluk, en zij maken het vooruitzicht op het toekomstig leven onzeker.