05 Onszelf aangedaan lijden

(1866) H. to L., hoofdstuk 3, blz. 49
198.
Het menselijk geslacht heeft verschillende vormen vanziekte over zichzelf heen gehaald door eigen verkeerde gewoontes. Menheeft zich er niet in verdiept, hoe men gezond kan leven, en de over-treding van de wetten van het wezen van de mens heeft erbarmelijketoestanden doen ontstaan. De mensen hebben hun lijden aan dewerkelijke oorzaak te danken - hun eigen verkeerde handelen. Zij hebbentoegegeven aan onmatigheid in eten, en hun eetlust tot een god verheven.In al hun gewoontes hebben zij een roekeloosheid aan de dag gelegd tenaanzien van hun gezondheid en hun leven. En wanneer als gevolgdaarvan ziekte hun overkwam, hebben zij zichzelf doen geloven dat Goddaar de oorzaak van was, terwijl hun eigen verkeerde handelen tot datonvermijdelijke gevolg had geleid.





(1905) M.H. 234, 235
199
. Ziekte komt nooit zonder oorzaak. De weg wordt bereid, enziekte wordt als het ware uitgenodigd, door het niet in acht nemen van degezondheidswetten. Velen hebben te lijden als gevolg van de over-lredingen van hun ouders. En hoewel zij niet verantwoordelijk zijn voorwat hun ouders hebben gedaan, is het niettemin hun plicht om zich ervante vergewissen wat nu wel en niet schendingen van de gezondheidswettenzijn. Zij moeten de verkeerde gewoontes van hun ouders nalaten en dooreen juiste manier van leven zichzelf in betere omstandigheden brengen.Het grootste aantal zieken echter lijdt vanwege hun eigen ver-keerd gedrag. Zij negeren de gezondheidsbeginselen door hun gewoontesin eten, drinken, kleding en in werken. Hun overtreding van de wettenvan de natuur leidt tot het onvermijdelijke gevolg. En wanneer ziekte hunoverkomt, schrijven velen hun lijden niet toe aan de ware oorzaak, maarmurmureren tegen God vanwege hun aandoeningen. Maar God is nietverantwoordelijk voor het lijden dat volgt op het negeren van denatuurwet.





Onmatig eten vormt vaak de oorzaak van ziekte. En wat denatuur het meest nodig heeft, is verlost te worden van de overbelastingdie haar is opgelegd.

[Ouders zaaien het zaad van ziekte en dood - 635]

[De onvermijdelijke consequentie - 11, 29, 30, 221,227, 228, 250, 251,294]