06 Het werk van Elia en Johannes als voorbeeld
(1872) 3T 61-64
98. Jarenlang heeft de Heer de aandacht van Zijn volk gevraagdvoor gezondheidshervorming. Dit vormt een van de voomaamsteonderdelen van de opdracht ons voor te bereiden op de komst van deZoon des mensen. Johannes de Doper ging uit in de geest en de krachtvan Elia, om de weg voor de Heer te bereiden, teneinde voor de HEREeen wel toegerust volk te bereiden. (Vgl. Lucas 1:17) Hij was eenvoorloper van hen die in deze eindtijd leven, aan wie God heiligewaarheden heeft toevertrouwd om Zijn volk voor te houden, om de wegte bereiden voor de tweede verschijning van Christus. Johannes was eenhervormer. De engel Gabriël gaf rechtstreeks uit de hemel eenverhandeling over gezondheidshervorming aan de vader en moeder vanJohannes. Hij zei, dat hij wijn noch sterke drank mocht drinken, en dat hijvanaf zijn geboorte vervuld zou zijn met de Heilige Geest.
Johannes scheidde zich van zijn vrienden af en van alle luxe inhet leven. De eenvoud van zijn kleding, een mantel geweven vankameelhaar, vormde een openlijk verwijt aan de overdaad en het vertoonvan de Joodse priesters en van het volk in het algemeen. Zijn dieet, zuivervegetarisch, bestaande uit Sint-Jansbrood (het Engelse “locusts” kanzowel door “sprinkhanen” als door “Sint-Jansbrood” vertaald worden,vertaler) en wilde honing, vormde een verwijt aan genotzucht en aangulzigheid die overal heersten. De profeet Maleachi verklaart: “Zie, Ikzend u de profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag des HERENkomt, Hij zal het hart der vaderen terugvoeren tot de kinderen en het hartder kinderen tot hun vaderen.” (Maleachi 4:5-6a) De profeet beschrijfthier de aard van de opdracht. Zij die de weg voor de tweede komst vanChristus moeten voorbereiden hebben Elia als voorbeeld, zoals Johanneskwam in de geest van Elia om de weg voor Christus” eerste advent tebereiden.
Dit belangrijke thema van hervorming moet aan de orde wordengesteld, en de publieke opinie dient in beweging te komen. Gematigdheidin alles moet met de boodschap worden verbonden, om het volk van Godvan hun afgoderij, hun gulzigheid en hun buitensporigheid in kleding enandere dingen af te keren.