09 Een armzalig offer

(1872) 3T 164, 165
19.
Wij dienen ons kennis te verwerven over hoe wij moeten eten, drinken en ons kleden om onze gezondheid te kunnen bewaren. Ziekte wordt veroorzaakt doordat wij de gezondheidswetten schenden; zij is het gevolg van het schenden van de wet van onze natuur. Onze eerste plicht, die wij verschuldigd zijn aan God, aan onszelf en aan onze medemens is, om te gehoorzamen aan Gods wetten, waartoe ook de gezondheidswetten behoren. Wanneer we ziek zijn, dan leggen we een vermoeiende last op onze vrienden en maken onszelf ongeschikt om onze plichten tegenover ons gezin en onze naasten te vervullen. En wanneer een voortijdige dood het gevolg is van onze schending van de wet van de natuur, dan veroorzaken we verdriet en lijden voor anderen. Wij onthouden onze naasten de hulp die wij hun hadden moeten geven wanneer wij zouden leven. We beroven ons gezin van de troost en de hulp die we hun hadden kunnen geven. En we beroven God van de dienst die Hij van ons vraagt om Zijn heerlijkheid uit te dragen. Zijn we dan niet in de ergste zin overtreders van Gods wet?

Maar God is vol van barmhartigheid, genade en teder, en wanneer het licht tot hen komt die hun gezondheid schade hebben toegebracht door zondige genotzucht, en wanneer zij overtuigd zijn van zonde, en berouw tonen en vergeving vragen, dan neemt Hij het amlzalige offer aan dat Hem gebracht wordt, en Hij ontvangt hen. O, wat een tedere genade dat Hij het overblijfsel van het misbruikte leven van de lijdende, berouwvolle zondaar niet afwijst! In Zijn liefdevolle genade redt Hij deze zielen als uit het vuur. Maar wat een minderwaardig en armzalig offer, op z”n best gezegd, om aan een zuiver en heilig God te brengen! Edele vermogens zijn verlamd geraakt door verkeerde, genotzuchtige gewoontes. De strevingen zijn ontaard, en ziel en lichaam misvormd. Waarom het Licht op Gezondheidshervorming