Hou de jeugd in de kerk

Een recent artikel in een van onze kerkpublicaties droeg als titel: “Het is niet de boodschap”. In mijn nieuwsbrief van deze maand wil ik reageren, in christelijke nederigheid, op sommige van de gronden die de twee auteurs in hun artikel aanvoeren.

In de basis geven de auteurs verschillende redenen waarom zij geloven dat onze jeugd de kerk verlaat. Ongelukkigerwijs wordt de meeste schuld bij de gemeente gelegd. Het doet mij verdriet om te zien dat de gemeente als de hoofdschuldige wordt aangewezen voor de uittocht van de jeugd. Het is waar dat de gemeente deels verantwoordelijk is, maar als we met modder gaan gooien, dan komen de spetters overal. Het is te beklagen dat de auteurs van dit artikel gevangenen zijn van de vele mythes die de ronde doen over de redenen waarom onze jeugd de kerk verlaat.

Mythe #1: De gemeente is schuldig aan de uittocht van de jeugd

Ik geloof dat de uittocht van onze jeugd uit de kerk veel complexer is dan de auteurs van dit artikel beseffen. De auteurs suggereren dat de gemeente het zichzelf moet aanrekenen dat zij er niet in slaagt om de jeugd te behouden. Maar is dit eerlijk?

De gemeente heeft de jeugd gemiddeld ongeveer vijf tot zes uren per week, terwijl de school, de ouders en de media meer dan honderd contacturen met hen maakt (rekening houdend met acht uren slaap per dag). Moeten we dan ook op de ouders, de leraren en de media schieten? Waarom leggen we de schuld niet bij de televisie en de wereldse cultuur van onze maatschappij, die het de kerk zo moeilijk maakt te “concurreren”? Bovendien, waarom kunnen we niet begrijpen dat de jeugd zelf een deel van de schuld in zich meedraagt? Immers, God heeft hen de keuzevrijheid gegeven? Zullen zij op Oordeelsdag tegen Jezus zeggen: “Wel, de gemeente heeft niet in mijn behoeften voorzien”?

Mythe #2: Onze jonge mensen kennen de boodschap en zijn moe om het telkens te horen

Deze mythe is compleet bezijden de realiteit. De auteurs nemen aan dat onze zeventien- en achttienjarige jeugdleden onze boodschap kennen. Met alle respect vraag ik me af op welke planeet de auteurs leven! Ik ben nu meer dan elf jaren senior predikant van Fresno Central Church (Calif. USA) en weet dat niets meer bezijden de waarheid is! Probeer jeugdleden om meer dan een tekst uit de Bijbel ten aanzien van een van de geloofspunten van ons kerkgenootschap te laten citeren en zie hoe zij het er vanaf brengen! Er zijn duidelijk uitzonderingen, maar die bevestigen slechts de regel. De trieste realiteit is dat onze jeugd onze onderscheidende boodschap niet meer hoort bij een gezinsaltaar, in de Bijbelstudielessen op onze scholen en van onze kansels! Er is een grote hongersnood in het land naar het Woord van God.

Mythe #3: Onze boodschap verandert mensen niet; de Heilige Geest verandert mensen

Deze populaire uitspraak klinkt goed, behalve ten aanzien van het feit dat de Bijbel duidelijk maakt dat de Heilige geest mensen verandert door middel van de boodschap. De Heilige Geest en de Schrift zijn onafscheidelijk. De Heilige Geest werkt niet in het luchtledige, Hij werkt door het medium van de Schrift om het hart en de levens van mensen te veranderen (zie Romeinen 10:17, Efeziërs 5:26; Psalm 119:9-11; Efeziërs 6:17). De unieke zending van de Zevende-dags Adventisten is om de boodschap van de drie engelen naar de wereld te brengen door de kracht van de Heilige Geest.

Mythe #4: Als we ware christenen waren, zouden we niet aan mensen zeggen dat zij hun gedrag moeten veranderen voordat zij een van ons kunnen worden

Deze uitspraak gaat voorbij aan de duidelijke boodschap van de geest der Profetie. Merk op wat er staat in deel 5 van de Testimonies, p. 172:

“De toevoeging van leden die niet vernieuwd zijn van hart en hervormd in leven is een bron van zwakheid voor de gemeente. Dit feit wordt vaak genegeerd. Sommige predikanten en gemeenten zijn zo verlangend naar een toename in ledenaantal dat zij geen getrouw getuigenis geven tegen onchristelijke gewoonten en praktijken. Aan hen die de waarheid accepteren, wordt niet geleerd dat zij niet veilig wereldgezind kunnen zijn en tegelijk christenen in naam. Hiervoor waren zij onderdanen van satan en nu zijn zij onderdanen van Christus. Het leven moet getuigen van de verandering van leider. Publieke opinie heeft voorrang op het christen-zijn. Kleine zelfontzeggingen, kleine zelfopofferingen worden geëist om een vorm van godsdienstigheid aan te meten en om iemands naam in de gemeenteboeken te noteren. Op deze manier sluiten velen zich aan bij de gemeenten zonder eerst verenigd te zijn met Christus. Hier behaalt alleen satan de overwinning. Zulke bekeerlingen zijn zijn meest efficiënte instrumenten. Zij dienen als verleiders voor andere zielen. Zij zijn valse lichten, die de zwakken weglokken naar de weg der ondergang. Het is zonder heil dat men probeert de Christelijke weg breed en plezierig te maken voor de wereldgezinden. God heeft de ruwe smalle weg niet glad en wijd gemaakt. Als we het leven willen binnengaan, moeten wij hetzelfde pad volgen die Jezus en Zijn discipelen hebben afgelegd – het pad van vernedering, zelfverloochening en opoffering.”

In de gemeente Fresno Central proberen wij de mensen te behandelen met liefde en respect en hen te accepteren zoals ze zijn. We doen ons best (ondanks menselijke zwakte en fouten) om hen het gevoel het geven dat zij erbij horen. Maar betekent dit dat wij hen als gemeentelid moeten accepteren voordat zij hun onchristelijke gewoonten en praktijken hebben afgezworen? Ik denk het niet! God laat nooit de mens in de staat waarin zij zijn – Hij richt hen altijd op naar een hogere standaard. We moeten van de mensen houden en hen omarmen, maar dit betekent niet dat zij gedoopt moeten worden en zich bij de gemeente mogen aansluiten terwijl zij de duidelijke Bijbelse principes overtreden.

Mythe #5: De gemeenschap moet niet Zevende-dags Adventisten kennen als “niet-rokende, niet-drinkende, niet-dansende vegetariërs; de gemeenschap moet ons kennen als de fijnste mensen in de stad

Zouden de mensen ons niet moeten kennen als de fijnste, niet-rokende, niet-drinkende, niet-dansende vegetariërs in de stad? Sluit het een het andere uit? Het is niet een kwestie van het een of ander, maar van beiden.

Mythe #6: Ons grootste probleem is dat we denken dat de boodschap van de kerk, waarvan we geloven dat het waarheid en nauwkeurige kennis is, mensen verandert

De auteurs creëren op meesterlijke wijze een stroman. Ik heb hier nooit in geloofd en ik betwijfel of anderen dat ooit hebben. Hoewel het waar is dat religieuze informatie op zichzelf mensen niet verandert, is het wel waar dat het grote macht bezit als het gebruikt wordt door de Heilige Geest. Als u niet gelooft dat informatie mensen verandert en de levens van onze jonge mensen vormt, dan moet u kijken naar de invloed die televisiemuziek, video spelletjes en films heeft op hun gedrag.

Mythe #7: De meest belangrijke geboden zijn God en elkaar liefhebben

Dit is duidelijk een ware bewering als we de liefde definiëren zoals Paulus dat doet in Romeinen 13:10: “Liefde is de vervulling van de wet,” of zoals Jezus het omschrijft in Johannes 14:15: “Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren.” Jammer genoeg schijnen de auteurs liefde en geboden van elkaar te scheiden. Als zij zeggen dat de waarheid ineffectief is als we niet liefhebben, moeten zij balans aanbrengen in hun bewering door te zeggen dat liefde zonder waarheid niets meer is dan (goedkope) sentimentaliteit. De apostel Paulus brengt die balans wel aan als hij zegt dat we de “waarheid in liefde” (Efez 4:15) moeten spreken.

Als we de raadgeving van deze auteurs opvolgen, dan heeft de kerk pas een daadwerkelijk probleem! Gedurende de honderd en zestig jaar van haar bestaan, is het kerkgenootschap der Zevende-dags Adventisten bij elkaar gehouden door het werk van de Heilige Geest die de integriteit van onze boodschap, onze levensstijl en onze zendingsopdracht heeft bewaard. Was dit niet het geval geweest dan was de kerk allang opgebroken en uiteengevallen. Ik geloof dat de reden waarom de kerk in Noord Amerika zoveel splitsingen en verwarringen heeft doorgemaakt, is omdat we “het geloof, dat eenmaal de heiligen overgeleverd is” hebben veronachtzaamd en in sommige gevallen zelfs vergeten zijn.

Een positieve opmerking die ik wil maken is dat ik bemoedigd wordt door de dingen die ik zie gebeuren onder de jonge leken in de gemeente. Ik ben verheugd als ik de organisaties zie die door leken worden gerund, zoals de Generale Jeugd Conferentie met haar vele vertakkingen in de natie. Op deze bijeenkomsten kan men een diepe honger en dorst naar de waarheid waarnemen, zeker in een postmoderne wereld waar twijfel en “schriftuurlijke diversiteit” eerder regel dan uitzondering schijnt te zijn.

Ik ben recentelijk ook bemoedigd door diverse middelbare scholieren die terugkamen in onze gemeente na een lang verblijf in de woestijn van onzekerheid. Zij hebben aangegeven geïnteresseerd te zijn in studeren en dat maakt dat het hart van de Zevende-dags Adventkerk blijft kloppen.

Ik ben ook bemoedigd door mijn vele reizen naar Latijns Amerika (waar ik ben opgegroeid) waar ik zie dat onze jeugd zo’n groot besef heeft van onze zendingsopdracht, onze boodschap en onze levensstijl dat zij die uitdelen aan hun niet-Adventisten vrienden.

Laten we bidden dat de Heer een opwekking en hervorming zal brengen in onze huizen, onze scholen, onze gemeenten en in onze persoonlijke levens.


door pastor Stephen Bohr, feb 2007
(nadruk hier en daar door mij toegevoegd: Ingrid Wijngaarde)