05. Geestelijke strijd
Prijs de Heer en verdeel de amunitie
Op het moment dat je een Christen werd, toen staptje je in het midden van een eeuwenoude strijd. Je hebt een strijd tussen een Satan, de gevallen wereld, het vless. Voordat je Christen werd, was je net zo verloren als dode vis. Nu, door Gods genade en nieuw leven, moet je opbotsten tegen de Satan, zondige wereld en het vlees. Laten wij eens kijken naar deze drie vijanden.
Ten eerste is er de wereld. Wanneer de bijbel spreekt over de "wereld" in deze context, dan reffereert het naar een zondige, rebellerende en zondig wereldsysteem. Dat is de wereld die het duister liefheeft en en licht niet verdraagt (Johannes 3:20), geregeerd door de "god van deze wereld"(2 Kor. 4:4) ( - the prinselijke macht van uit de lucht, Efe 2:2). De bijbe; zegt dat de Christenen ontsnapt is van de corruptie in de wereld die door lust mede wordt bevestigd. "Lust" is een niet toegestane verlanden, en het is het levensblood van de wereld. - of het u lust is over seksuele zonde, over macht, voor geld, voor materiële zaken. Lust is een monster die nooit haar behoefte vervuld ziet, dus voed het ook niet. Het zal alleen maar groeien en groeien, totdat het zwaar op je schouders druk en het zal uiteindelijk de dood van je worden - zie Jakobus 1:15.
Er is niets verkeerd aan sex, macht, geld of materiële zaken, maar wanneer dit een overheersend karakter krijgt in Gods ogen, dan noem de bijel dit, "afgoderij"(Kol 3:5) Er wordt ons verteld: "Heb de wereld en wat in de wereld is niet lief. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem, ""Beseft u dan niet dat vriendschap met de wereld vijandschap jegens God betekent? Wie bevriend wil zijn met de wereld, maakt zich tot vijand van God."(1 John. 2:15, Jakobus 4:4).
De tweede vijand noemen wij de duivel. Als je heb gezien is hij bkend als de 'god van deze wereld' Hij was je spirtituele vader voordat je lid werd van de familie van God ( John 8:44, Efe. 2:2) Jezus noemt de duivel een dief, die kwam om te doden, te stelen en te vernietigen (john. 10:10).
De manier om het te verslaan en zijn demonen is je er zeker van te zijn dat je uitgerust bent met de wapenrusting van God, zoals die beschreven staat in Efe 6:10-20. Wordt er intiem bekend meer, slaap erin. Neem het nooit af. Vind het twee-snijdend zwaard aan je hand, zodat je nooit grip mag verliezen. Dit is reden wat ons brengt naar de derde vijand.
De derde vijand is wat de Bijbel noemt, het 'vlees' Dit is je zondige natuur. De plaats van de strijd, is je gedachten.
Als je ook een gedachte hebt, dan ben je ook vatbaar voor deze wereld en haar zonde. Je gedachten, je herseneen zijn als een controle paneel voor je ogen en orgen Het is de centrum van je verlanges. Alle zonde begint in het hart (Spreuken 4:23, Matt 15:19). We denken voordat wij zondigen. Het gebeurt om dwij niet denken voordat wij zondgen. De bijbel waarschutw dat lust, zonde voorbrengt en zonde wanneer het gebeurd, de dood voorbrengt. Elke dat hebben we leven en een keus. Om te zondigen of niet dat is de vraag. Het antwoord op de vraag van de zonde, is de vreze van de Heer. Als je God niet vreest, dan zal zonde een plezier zijn voor het zondige hart.
Wist je dat God mensen dood? Hij dode een man eens omdat hij het niet goed vond wat hij seksueel deed (Genesis 38:10). Hij dode een man en zijn vrouw omdat ze slechts één leuge uitspraken ( Handelingen 5:1-11) De wetenschap van Gos goedheid - Zijn rechtvaardige oordelen tegen het kwaaade, moet vrees in voor God in ons hart brengen en het helpt ons om niet in te laten met de zonde.
Als wij weten dat de oog van de Heer is in elke plaats waar het kwade en het goed is en dat ZHij elk werk aan het oordeel zal voortbrengen, dan zullen wij goed leven. Zulke gewichtige gedachten zijn betrouwbaar want 'door de Here te vreze, zal iemand vlieden van het kwaaade' (Spreuken 16:6). Jezus zei, "Ik zeg u, mijn vrienden, vreest hen niet, die het lichaam doden en daarna niets meer kunnen doen. 5 Ik zal u tonen, wie gij vrezen moet. Vreest Hem, die, nadat Hij gedood heeft, macht heeft om in de hel te werpen. Voorwaar, Ik zeg u, vreest Hem!" (Lucas 12:4-5)