00 Voorwoord
Als men een boek uitgeeft dat als inhoud een verslag weergeeft van een hoorzitting voor het Congres van de U.S.A. en dat bovendien nog honderd jaar geleden plaatsvond, dan vereist dat wel een nadere verklaring. Allereerst is daar de hoogachting die wij hebben voor de Amerikaanse Grondwet. Amerikaanse Juristen die zich indringend met deze materie bezig gehouden hebben zijn de overtuiging toegedaan dat de grondwet van de U.S.A. het meest succesvolle politieke document is uit de hele wereldgeschiedenis. En wij als uitgevers zijn het daar volledig mee eens. Amerikaanse presidenten, zoals John F. Kennedy, Abraham Lincoln, Madison, Jefferson en Benjamin Franklin waren de overtuiging toegedaan dat de "Bill of Rights", de door de grondwet vastgelegde rechten van de mens, het meest waardevolle bezit van de Verenigde Staten is.
Als christenen zijn wij bovendien God dankbaar voor wat God ons, ja, ook ons Europeanen, gegeven heeft in de Amerikaanse Grondwet. Want deze grondwet was min of meer het voorbeeld voor de grondwettelijke rechten zoals die vastgelegd zijn in de westelijke wereld. De grondwet van Australie is b.v. bijna woord voor woord gelijk aan die van de U.S.A.
De Amerikaanse geschiedschrijver George Bancroft maakt in zijn "Geschiedenis van de Verenigde Staten" duidelijk waarom voor een Christen de beginselen van de godsdienstvrijheid, zoals die vastgelegd zijn in de Amerikaanse grondwet, zo dierbaar zijn. Bancroft schrijft:
"De grondwet legt niets vast dat zich zou kunnen richten tegen gelijkheid en individualiteit. Zij maakt geen onderscheid naar herkomst of mening, er zijn geen bevoorrechte klassen noch een gelegaliseerde godsdienst of politieke macht van de welgestelden. Zij laat het ene individu gelijk zijn aan het andere. Alleen op grond van individualiteit kon dit bijzondere nationale volkskarakter ontstaan zodat de geest vrij is, en elk vermogen de onbegrensde gelegenheid tot ontwikkeling en beschaving bezit....
Het recht van de persoon was nog nooit zo groot geweest....
Godsdienst was een aangelegenheid geworden van de mens inplaats van een aangelegenheid van een gemeenschap. De eerste staten in de geschiedenis waarvan wij iets weten, waren staten waarin de regering en de godsdienst een waren. Elke staat had zijn eigen goden, en deze goden konden de een na de ander overwonnen worden in de oorlog om nooit weer op te staan. De Peloponesische oorlog kwam voort uit een twist over een orakel. Als Rome burgers van overwonnen volkeren inlijfde, introduceerde zij, en dat was voor die dagen goede logica, de aanbidding van hun goden. Er was niemand die eraan dacht om de vrijheid van het geweten te verdedigen totdat een Stem in Judea, de dag deed aanbreken voor het grootste epoch in geschiedenis van •de mensheid door voor alle mensen een zuivere, geestelijke en universele godsdienst op te richten waarin de keizer alleen ontving wat des keizer was.
Gedurende de tijd dat het evangelie in de kinderschoenen stond werd deze regel hooggehouden voor alle mensen. Op het moment echter dat deze godsdienst der vrijheid aangenomen werd door de heerser van het Romeinse Rijk werd zij ontdaan van haar universele karakter en ging zij een onheilige verbinding aan met een onheilige staat, en zo bleef het tot een nieuw volk, de meest oprechte gelovige van het christendom van die tijd, de hoofderfgenaam van de Reformatie in haar zuiverste vorm – toen dit volk een regering vormde voor de Verenigde Staten. Dit volk weigerde het geloof te behandelen als een zaak die collectief geregeld moest worden, of die als hoofd van de kerk een koning had of die de staat de godsdienst liet regelen.
Het recht verdedigend van individualiteit in de godsdienst en in de godsdienst boven alles, had de nieuwe natie de moed om een voorbeeld te stellen voor wat haar relaties tot God betreft van een beginsel dat voor het eerst door God werd vastgelegd in Judea. Het liet de regeling van tijdelijk zaken over aan de tijdelijke macht.
De Amerikaanse grondwet, in harmonie met het volk in de verschillende staten, onttrok aan de federale regering de macht over de vrije meningsuiting en de gewetensvrijheid, het heiligdom van de ziel en dat niet uit onverschilligheid, maar opdat de oneindige geest der waarheid zich kon bewegen in haar vrijheid en reinheid en kracht".
George Bancroft. History of the U.S.A. (1888) vol 6 p.p. 443-444.
En daar zijn wij het volledig mee eens. Wij zijn er vast van overtuigd dat de banier van de godsdienstvrijheid door God overgedragen werd in de handen van zijn volgelingen.
Op grond hiervan verheugen wij ons dat wij in het Nederlandse taalgebied een boek kunnen aanbieden met documenten die vastgelegd zijn in de officiele uitgave van de Amerikaanse Staat, "The Congressional Record".
Dit staatsdocument wordt uitgegeven in de hoop dat de vlam van de vrijheid ontstoken wordt in veler harten, want de tekenen der tijden wijzen erop, dat de vrijheid, en in het bijzonder de geloofsvrijheid in gevaar is. Maar alleen in vrijheid kan de waarheid zich ontvouwen. Wij moeten op onze hoede zijn voor de eerste bedreiging van de vrijheid. Het behoudt van de vrijheid verlangt een voortdurende waakzaamheid.
Abraham Lincoln de grote president van de Verenigde Staten die de slavernij afschafte sprak eenmaal de volgende woorden:
"Wat is het bolwerk van onze vrijheid en onafhankelijkheid? Niet onze militaire kracht of onze afwijzende kusten, ons leger of onze marine. Dat alles is niet onze zekerheid tegen tyrannie, want al deze dingen kunnen tegen ons gekeerd worden, zonder dat wij in onze strijd verzwakt worden. Onze zekerheid berust op de liefde tot de vrijheid die God in ons gelegd heeft. Onze verdediging is de geest die de vrijheid als erfenis voor alle mensen in alle landen van de aarde op waarde schat. Als deze geest vernietigd wordt, legt men daarmee het zaad van de tirannie voor de eigen deur. Hierdoor maakt men zich vertrouwd met de ketens der gevangenschap en bereidt de eigen ledematen erop voor om geketend te worden. Als u eenmaal gewoon geworden bent om de rechten van anderen met voeten te treden, hebt u ook de zin voor uw eigen onafhankelijkheid verloren, en valt u in de armen van de eerste tiran die opstaat uit uw eigen midden".
Rede gehouden in Edwardsville, Illinois, 13 sept 1858 - "Complete Works of Abraham Lincoln", Nicolay and Hayeds. Vol II, p.110.
Maar deze vrijheid kan alleen bewaard blijven als Kerk en Staat gescheiden zijn. Alleen al het feit dat een godsdienst of een Sabbat de ondersteuning van de burgerlijke wet nodig heeft toont aan dat er geen redding en verlossing in zo'n godsdienst is. En een godsdienst of een godsdienstig ritueel dat niet zonder de hulp van de Staat bestaan kan, kan nooit in staat zijn om de zekerheid en de bestendigheid van het Staatsbestel te bevorderen.
Prof. Alexander Vinet, de grote Europeesche voorvechter voor de vrijheid, heeft daar het volgende over opgemerkt:
"Als de Staat als zodanig een godsdienst bezitten kan, dan beweren wij dat het individu er vanaf dat moment geen bezitten kan, en dat de minste graad van godsdienstvrijheid een a-sociale dwaling is. Wij weigeren iets aan de Staat toe te staan, tenzij alles wordt toegestaan, of iets te weigeren tenzij alles wordt geweigerd.... Die Staat die mij van mijn godsdienst wil beroven,. alarmeert mij veel minder dan de Staat die een godsdienst voor zichzelf wil bezitten. Een grondwet die de Staat godsdienstig maakt, maakt het individu ongodsdienstig, voor zover hij zo'n grondwet toestaat. Tevergeefs zal hij uitvaren tegen huichelarij en leugen. Er zit in het politieke systeem dat hij aanhangt een elementaire leugen, waaraan hij, op grond van zijn goedkeuring, deelheeft. Bovendien zal deze leugen zich niet beperken tot de theorie. Zij heeft praktische gevolgen. Zij brengt een lange rij van persoonlijke huichelarijen voort. Hij die dit aanvaardt, aanvaardt de burgerlijke macht als een verantwoordelijk heerser over zijn geweten, en verplicht de staat om voor hem in een godsdienst te voorzien... Als de kerk toegeeft aan de idee fix van een Staatsgodsdienst, dan heeft zij tot op zekere hoogte het bewustzijn voor haar eigen realiteit verloren, en dit bewustzijn heeft de neiging om steeds zwakker te worden".
Prof. Alexander Vinet. The Conscience of the State p.12-14.
Het is onze oprechte wens de vlam van deze vrijheid te doen ontbranden in het hart van elke lezer. De Bijbel roept ons op om deze vrijheid te verkondigen (Lev. 25:10) en Jezus Zelf zegt over zijn eigen leer:
"Indien iemand mijn woorden hoort en ze niet bewaart, lk oordeel hem niet, want lk ben niet gekomen om de wereld te veroordelen, maar opdat lk de wereld behoude". Joh. 12:47. Als alle christenen en alle kerken zich hadden laten leiden door deze woorden van Christus, dan zou de wereldgeschiedenis heel anders verlopen zijn. Het is tijd om deze vrijheid te verkondigen. Het is tijd om duidelijk te maken wat het fundament van deze vrijheid is. Het is nu niet de tijd voor godsdienstige compromissen met de politiek, maar voor een altijddurende scheiding van Kerk en Staat.
Wim Wiggers