Volmaaktheid in het Licht van het Oordeel en de tw
Volmaaktheid in het Licht van het Oordeel en de tweede komst
1. Volmaaktheid is de standaard in het oordeel
De wet is de maatstaf
"Spreekt zó en handelt zó als (mensen past), die door de wet der vrijheid zullen geoordeeld worden." (Jakobus 2:12)
«De wet van God is even heilig als Hijzelf. Het is een openbaring van zijn wil, een afdruk van zijn karakter, de uitdrukking van goddelijke liefde en wijsheid.» (Patr. en Prof., blz. 38)
Het leven van Christus is de norm
Christus is de personificatie van de wet. Zijn leven was een openbaring van de gerechtigheid en de volmaaktheid van de wet in menselijk vlees. Alle mensen zullen beoordeeld worden naar de maatstaf van hun zondeloze leven, gelijk geschreven staat:
"...ten dage, dat God het in de mensen verborgene oordeelt volgens mijn evangelie, door Jezus Christus." (Rom. 2:16)
Het criterium is altijd hetzelfde
«De voorwaarde voor eeuwig leven is nog steeds dezelfde als toen onze stamhouders in het paradijs verbleven en nog niet gevallen waren. Volkomen gehoorzaamheid aan Gods wet en volmaakte rechtvaardigheid.» (Schreden naar Christus, blz. 61)
“De Here eist nu niet minder van de ziel dan wat hij van Adam eiste in het paradijs voordat hij viel; namelijk volmaakte gehoorzaamheid en onbezoedelde gerechtigheid. De eis van God in het verbond der genade is precies dezelfde als de eis die hij stelde in het paradijs. Overeenstemming met zijn wet die heilig, rechtvaardig en goed is.” (1 Selected Mess., blz. 373)
“Hoewel alle volken zullen moeten aantreden om door God geoordeeld te worden, toch zal Hij de zaak van iedere individuele persoon zo nauwkeurig en grondig mogelijk onderzoeken alsof er geen ander wezen op aarde zou zijn. Iedereen moet getoetst worden en zonder vlek, smet of rimpel bevonden worden.» (Grote Strijd, blz. 571 en Triomf van Gods liefde, blz. 129)
2. Christus is geworden tot onze volmaaktheid
Christus nam de menselijke natuur aan
"Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deel gekregen, opdat Hij door zijn dood hem, die de macht over de dood had, de duivel, zou onttronen,..." (Hebr. 2:14)
De menselijke natuur is in Christus geworden tot gerechtigheid Gods
"Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem." (2 Kor. 5:21)
De menselijke natuur in Christus is met God verzoend
"Maar thans in Christus Jezus zijt gij, die eertijds veraf waart, dichtbij gekomen door het bloed van Christus. Want Hij is onze vrede, die de twee één heeft gemaakt en de tussenmuur, die scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft, doordat Hij in zijn vlees de wet der geboden, in inzettingen bestaande, buiten werking gesteld heeft, om Zichzelf, vrede makende, de twee tot één nieuwe mens te scheppen, en de twee, tot één lichaam verbonden, weder met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft." (Efez. 2:13-16)
De oude mens, ofwel de zondige natuur, is vernietigd in Christus
"...dit weten wij immers, dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn;….. ".(Rom. 6:6)
".….. en door Hem, vrede gemaakt hebbende door het bloed zijns kruises, alle dingen weder met Zich te verzoenen, door Hem, hetzij wat op de aarde, hetzij wat in de hemelen is. Ook u, die eertijds vervreemd en vijandig gezind waart blijkens uw boze werken, heeft Hij thans weder verzoend, in het lichaam zijns vlezes, door de dood, om u heilig en onbesmet en onberispelijk vóór Zich te stellen,..." (Kol. 1:20-22)
De menselijke natuur is vergeven en gereinigd in Christus
"Deze, de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen, die alle dingen draagt door het woord zijner kracht, heeft, na de reiniging der zonden tot stand gebracht te hebben, Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge,..." (Hebr. 1:3)
"Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde, in wie wij de verlossing hebben, de vergeving der zonden." (Kol. 1:13-14)
"Ik vaag uw ovenredingen weg als een nevel en uw zonden als een wolk; keer weder tot Mij, want Ik heb u verlost. Jubelt, gij hemelen, want de Here heeft het gedaan; juicht, gij diepten der aarde, breekt uit in gejubel, gij bergen, gij woud met alle geboomte daarin, want de Here heeft Jakob verlost en Hij verheerlijkt Zichzelf in Israël." (Jes. 44:22-23)
De Engelse vertaling van deze tekst luidt als volgt:
"Ik heb uw overtredingen uitgedelgd als een wolk en uw zonden als een nevel." (King James version)
De menselijke natuur is vervolmaakt in Christus
"...en gij hebt de volheid verkregen in Hem,... " (Kol. 2:10)
De Statenvertaling zegt hier: ".......en gij zijt in Hem volmaakt,.."
De mensheid is gerechtvaardigd, hersteld en verlost in Christus
"Derhalve, gelijk het door één daad van overtreding voor alle mensen tot veroordeling gekomen is, zo komt het ook door één daad van gerechtigheid voor alle mensen tot rechtvaardiging ten leven." (Rom. 5:18)
"...en dat niet met het bloed van bokken en kalveren, maar met zijn eigen bloed, eens voor altijd binnengegaan in het heiligdom, waardoor Hij een eeuwige verlossing verwierf." (Hebr. 9:12)
Christus is onze gerechtigheid
"In zijn dagen zal Juda behouden worden en Israël veilig wonen; en dit is zijn naam, waarmede men hem zal noemen: de Here onze gerechtigheid." (Jer. 23:6)
"Maar uit Hem is het, dat gij in Christus Jezus zijt, die ons van God is geworden: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing,..." (1 Kor. 1:30)
In Hem is het werk volkomen
“De Here wil dat zijn volk gezond is in het geloof en niet onbekend is met de grote verlossing waarin zo rijkelijk voorzien is voor hen. Zij moeten niet vooruit zien en denken dat er in de toekomst een groot werk voor hen gedaan moet worden; want het werk is nu volkomen. De gelovige wordt niet geroepen om vrede met God te sluiten. Hij moet Christus aanvaarden als zijn vrede, want met Christus is God en vrede.» (1 Selected Mess., blz. 394-395)
“God zelf heeft de eer om te voorzien in een weg en deze is zo volkomen dat niemand door enig werk te doen iets kan toevoegen aan deze volmaaktheid.” (1 Selected Mess., blz. 184)
3. Gerechtvaardigd dor het geloof
Geloof in de verdiensten van Jezus rechtvaardigt onvoorwaardelijk
"...daarom, dat uit de werken der wet geen vlees voor Hem gerechtvaardigd zal worden, want wet doet zonde kennen. Thans is echter buiten de wet om gerechtigheid Gods openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigen, en wel gerechtigheid Gods door het geloof in [Jezus] Christus, voor allen, die geloven; want er is geen onderscheid.
Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, en worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. Hem heeft God voorgesteld als zoenmiddel door het geloof, in zijn bloed, om zijn rechtvaardigheid te tonen, daar Hij de zonden, die tevoren onder de verdraagzaamheid Gods gepleegd waren, had laten geworden - om zijn rechtvaardigheid te tonen, in de tegenwoordige tijd, zodat Hijzelf rechtvaardig is, ook als Hij hem rechtvaardigt, die uit het geloof in Jezus is.
Waar blijft het roemen dan? Het is uitgesloten. Door welke wet? Der werken? Neen, maar door de wet van geloof. Want wij zijn van oordeel, dat de mens door geloof gerechtvaardigd wordt, zonder werken der wet." (Rom. 3:20-28)
Geloof is het resultaat van het werken des Geestes als Hij aan de ziel de verhoogde Heiland voorstelt
"En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zó moet ook de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat een ieder, die gelooft, in Hem eeuwig leven hebbe. Want alzo liefheeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwige leven hebbe." (Joh. 3:14-16)
"Daarom maak ik u bekend, dat niemand, door de Geest Gods sprekende, zegt: Vervloekt is Jezus; en dat niemand kan zeggen: Jezus is Here, dan door de heilige Geest." (l Kor. 12:3)
"In Hem zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, het evangelie uwer behoudenis, hebt gehoord; in Hem zijt gij, toen gij gelovig werd, ook verzegelt met de heilige Geest der belofte,... " (Efez. 1:13)
"Maar de vrucht van de Geest is trouw,... " (Gal. 5:22)
De Statenvertaling zegt hier: "Maar de vrucht van de Geest is geloof."
"..Dit is het werk Gods, dat gij gelooft in Hem,... " (Joh. 6:29)
"...hij (Barjezus, de tovenaar) hield zich op bij de landvoogd Sergius Paulus, een verstandig man. Deze begeerde het woord Gods te horen en liet Barnabas en Saulus tot zich roepen. Maar Elymas, de tovenaar, want zo wordt zijn naam vertaald, verzette zich tegen hen en trachtte de landvoogd van het geloof afkerig te maken. Doch Saulus, anders gezegd Paulus, vervuld met de heilige Geest, zag hem scherp aan,..." (Hand. 13:7-9)
Geloof is met het hart beantwoorden aan de liefde Gods
“Wanneer u aan de aantrekkingskracht van Christus gehoor geeft en uzelf met Hem verbindt, dan openbaart u reddend geloof.” (1 Selected Mess., blz. 334)
“…...degene die het geloof bezit wordt ertoe gebracht om alle genegenheden van de ziel op Christus te richten..….” (1 Selected Mess. blz. 391)
Geloof verbindt ons met Christus en maakt ons één met Hem
“Velen houden geloof voor een mening. Reddend geloof is een deal (transactie) waardoor zij, die Christus aanvaarden een verbondsverhouding met God aangaan.” (Desire of Ages, blz. 347) “Het geloof dat ertoe leidt ons in een levende verbinding met Christus te brengen is van onze kant de eerste keus, volkomen vertrouwen en algehele toewijding.” (1 Selected Mess., blz. 334)
“Zolang wij door het geloof met Hem verbonden zijn...” (Desire of Ages, blz. 123)
“Zo ontvangt de ziel die dood is in overtredingen en zonden, leven door de relatie met Christus. Door geloof in Hem als de persoonlijke Zaligmaker wordt de verbinding tot stand gebracht. De zondaar verbindt zijn zwakheid met de kracht van Christus, zijn leegheid met de volheid van Christus en zijn broosheid met de blijvende macht van Christus.
Dan bezit hij de gezindheid van Christus.” (Desire of Ages, blz. 675)
“Dit is geen toevallige aanraking, geen los / vaste verbinding. Zoals de rank voortdurend sappen betrekt van de wijnstok, zo moeten wij ons aan Jezus vastklemmen en van Hem door het geloofde kracht en volmaaktheid van zijn eigen karakter ontvangen.» (Desire of Ages, blz. 676)
“Geloof is het aangrijpen van de uitgestoken hand van Christus in iedere omstandigheid.” (Gospel Workers, blz. 262)
“…....geloof kan beslag leggen op de verdiensten van Christus...» (6BC., blz. 1073)
«Zondige mensen kunnen alleen rechtvaardig worden als zij geloof hebben in God en een levende verbinding met Hem onderhouden. »(Desire of Ages, blz. 310)
Let op bovenstaande getuigenissen en zie hoe het geloof werkt: het verenigt ons met Christus, het brengt ons in een levende verbinding met Hem, het grijpt zijn hand vast, het legt beslag op zijn verdiensten en het maakt ons één met Hem.
“Het hart is verenigd met zijn hart, de wil gaat op in zijn wil, de gezindheid wordt één met zijn gezindheid.” (C.O.L., blz. 312)
Geloof wordt gerekend tot gerechtigheid
"Want wat zegt het Schriftwoord? Abraham geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend. Nu wordt hem die werkt, het loon niet toegerekend uit genade, maar krachtens verplichting. Hem echter, die niet werkt, maar zijn geloof vestigt op Hem, die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid,……." (Rom. 4:3-5)
In Gods ogen is geloof gelijk aan gerechtigheid, ja gelijk aan de gerechtigheid van God. (zie Rom. 3:21-24) Niet omdat er enige deugd zou zijn in het geloof op zichzelf. Geloof is geen gerechtigheid. Het is geen vervanging voor gerechtigheid. Het is niet onze zaligmaker. Maar geloof verbindt ons met Christus. Het maakt ons één met Hem. Het omvat zijn verdiensten. Het geloof grijpt Christus aan als onze Zaligmaker. Indien wij Christus bezitten, bezitten wij gerechtigheid.
Gerechtigheid wordt ontvangen door Hem te ontvangen
“Wij ontvangen gerechtigheid door het ontvangen van Hem.” De apostel Paulus zegt dat wij vergiffenis, gerechtigheid en elke geestelijke zegening bezitten in Christus. (Vergelijk Efez. 1:3-7 in de Statenvertaling) Velen begrijpen de betekenis van deze woorden niet. Het betekent niet dat Christus een kast is waar wij iets uit kunnen nemen om het ons toe te eigenen. Hij zegt niet dat wij vergiffenis ontvangen van Christus, maar in Christus. Geloof neemt geen vergeving aan van Christus, maar het omhelst Christus.
Als de gelovige Christus bezit dan heeft hij vergiffenis in Hem. Wij ontvangen geen gerechtigheid van Christus want gerechtigheid wordt nooit of te nimmer een wezenlijk bestanddeel van de menselijk natuur. De enige manier om gerechtigheid te ontvangen is dat wij Hem ontvangen. Hij is onze gerechtigheid. Wanneer het geloof Hem aanvaardt, aanvaardt het een volmaakte en volkomen gerechtigheid in Hem. Dit werpt licht op de Laodicea boodschap. Hier is een volk dat zich beroemt op haar geestelijke zegeningen. Maar Christus is buiten en met Hem komt elke geestelijke zegening. De enige manier om het goud, het witte kleed en de ogenzalf te ontvangen is om Hem binnen te laten. Wij hebben al deze geestelijke zegeningen wanneer wij Christus bezitten.
Toen de Vader Christus aan ons gaf, gaf Hij ons de gehele hemel, ja alle opgestapelde rijkdommen en liefde van de eeuwigheid. Als wij Christus aanvaarden ontvangen wij totaal deze oneindige gunst. Indien wij Christus bezitten, bezitten wij een volmaakte gerechtigheid. Geloof wordt gerekend tot gerechtigheid omdat het Degene omvat die gerechtigheid is.
Rechtvaardiging door het geloof geeft ons het zoonschap
«Als de boetvaardige zondaar berouwvol voor God de verzoening van Christus ten behoeve van hem eert en deze verzoening aanvaardt als zijn enige hoop én in dit leven én in het toekomstige leven, dan zijn zijn zonden vergeven. Dit is rechtvaardiging door het geloof.
Iedere gelovige ziel moet zijn wil in volkomen overeenstemming brengen met Gods wil en in een staat van berouw en boetvaardigheid blijven, geloof oefenend in de verzoenende verdiensten van de Verlosser en toenemen van kracht tot kracht en van heerlijkheid tot heerlijkheid. Vergiffenis is hetzelfde als rechtvaardiging. Door het geloof gaat de gelovige over van de positie van een opstandeling, een kind van de zonde en van satan, naar de positie van een getrouw onderdaan van Jezus, niet omreden van een inherente aan hem toebehorende goedheid, maar omdat Christus hem aanneemt als zijn kind.
De zondaar ontvangt vergiffenis van zijn zonden omdat deze zonden gedragen worden door zijn Plaatsvervanger en Borg. De Here spreekt tot zijn hemelse Vader en zegt: “Dit is mijn kind”. Ik verleen hem gratie voor de doodstraf en geef hem mijn levensverzekeringpolis, het eeuwige leven, omdat Ik zijn plaats ingenomen heb. Ja, hij is mijn geliefde Zoon. Zo staat de mens, vergeven en bekleed met de prachtige klederen van Christus' gerechtigheid, onberispelijk voor de troon van God.» (6 B.C., blz. 1070)
4. Rechtvaardiging geeft een status, een aanzien van zondeloze volmaaktheid
Geen veroordeling voor de gelovige in Christus Jezus
"Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest." (Statenvert. Rom. 8:1)
"Wat zullen wij dan van deze dingen zeggen? Als God vóór ons is, wie zal tegen ons zijn? Hoe zal Hij, die zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft, ons met Hem ook niet alle dingen schenken?
Wie zal uitverkorenen Gods beschuldigen? God is het, die rechtvaardigt; wie zal veroordelen? Christus Jezus is de gestorvene, wat meer is, de opgewekte, die ter rechterhand Gods is, die ook voor ons pleit. Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus?
Verdrukking of benauwdheid, of vervolging of honger, of naaktheid, of gevaar, of het zwaard? Gelijk geschreven staat: Om Uwentwil worden wij de ganse dag gedood, wij zijn gerekend als slachtschapen. Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad. Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch machten, noch heden noch toekomst, noch krachten, noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here." (Rom.8:31-39)
Precies alsof wij niet gezondigd hebben
“Omdat wij zondig en onheilig zijn kunnen wij een heilige wet niet volmaakt gehoorzamen. Wij bezitten geen gerechtigheid die aan de eisen van Gods wet voldoet. Maar Christus heeft voor ons een weg ter ontkoming gemaakt. Hij heeft op aarde geleefd temidden van al deze verzoekingen en beproevingen zoals wij deze te verdragen krijgen. Hij heeft desalniettemin een zondeloos leven geleid. Hij stierf voor ons en nu wil Hij onze zonden op zich nemen en er zijn gerechtigheid voor in ruil geven.
Als u zichzelf aan Hem geeft en Hem als uw Zaligmaker aanneemt, dan wordt u om zijnentwil rechtvaardig verklaard, wat voor grote zondaar u ook geweest bent. Het karakter van Christus wordt dan aangemerkt als het uwe en God neemt u aan alsof u nooit gezondigd had.» (Schreden naar Christus, blz. 61-62)
Heiligheid is volkomen bevredigd
«Als de zondaar, getrokken door de kracht van Christus, het verhoogde kruis nadert en zichzelf daarvoor neerwerpt, dan is er een nieuwe schepping. Een nieuw hart wordt hem gegeven. Hij wordt een nieuwe schepping in Christus Jezus. Voor heiligheid valt er niet meer te eisen. God zelf is 'de Rechtvaardiger van hem die in Jezus gelooft'.» (C.O.L., blz. 163)
Rechtvaardig verklaard voor het universum
“Het grote werk dat gedaan wordt voor de zondaar die bevlekt en bezoedeld is door het kwaad, is het werk der rechtvaardiging. Door Hem die de waarheid spreekt wordt hij rechtvaardig verklaard. De Here rekent de gelovige de gerechtigheid van Christus toe en verklaart hem rechtvaardig voor het universum. Hij brengt zijn zonden over op Jezus, de Vertegenwoordiger, Plaatsvervanger en Borg van de zondaar. Hij legt op Christus de ongerechtigheid van iedere ziel die gelooft.” (1 Selected Mess., blz. 394)
"Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem." (2 Kor. 5:21)
Hij bekleedt ons met een eeuwige gerechtigheid
«De voorziening die getroffen is, is volmaakt en de eeuwige gerechtigheid van Christus wordt geplaatst op de rekening van iedere gelovige ziel. Christus is het einde der wet tot gerechtigheid voor een ieder die gelooft. In onszelf zijn wij zondaren, maar in Christus zijn wij rechtvaardig.» (1 Selected Mess., blz. 394)
Volkomen en volmaakt in Hem
«Iedere gelovige ziel kan zeggen: Door zijn volmaakte gehoorzaamheid heeft Hij voldaan aan de eisen van de wet en mijn enige hoop ligt daarin dat ik zie op Hem, die de wet volmaakt gehoorzaamd heeft voor mij, als mijn Plaatsvervanger en Borg. Door het geloof in zijn verdiensten ben ik vrij van de veroordeling der wet. Hij bekleedt mij met zijn gerechtigheid en deze beantwoordt aan al de eisen van de wet. Ik ben volmaakt in Hem die een eeuwige gerechtigheid aanbrengt. Hij stelt mij voor aan God in het smetteloze kleed van zijn gerechtigheid waarvan geen enkele draad geweven is door een menselijke hand. Alles is van Christus en alle heerlijkheid, eer en majesteit moet gegeven worden aan het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt.» (1 Selected Mess., blz. 396) «De zondige en gevallen mens kan volmaakt worden in Jezus door de vergiffenis der zonden en de toegerekende gerechtigheid van Christus.» ( Mess. to Young People, blz. 137)
Het geloof maakt de gerechtigheid van Jezus tot de onze
«Op het moment dat de zondaar in Christus gelooft staat hij vrijgesproken voor Gods aangezicht; want de gerechtigheid van Christus is de zijne. De volmaakte gehoorzaamheid van Christus wordt hem toegerekend.» (Fundamentals of Christian Education, blz. 429)
Gerechtvaardigde gelovigen zijn in overeenstemming met de wet
«Door de toegerekende gerechtigheid van Christus mag de zondaar merken dat hem vergeving geschonken is en mag hij weten dat de wet hem niet veroordeelt omdat hij in harmonie is met haar voorschriften.» (Sons and Daughters, blz. 240)
Niet in Adam maar in Christus
«Zij die Christus aanvaarden worden door God bekeken niet zoals zij in Adam zijn maar zoals zij zijn in Christus.» (F.L.B., blz. 113)
Het moment waarop de zondaar gerechtvaardigd is door het geloof heeft hij het bruiloftskleed aan
«Alleen de gerechtigheid van Christus Jezus is van nut tot verlossing en dit is een gave Gods. Dit is het bruiloftskleed waarin u als een welkome gast verschijnen mag op het bruiloftsmaal van het Lam. Laat het geloof zonder uitstel Christus beroeren en u zult een nieuwe schepping zijn in Christus Jezus, een licht voor de wereld. Christus wordt genoemd 'de Here, onze gerechtigheid' en door het geloof moet ieder zeggen: De Here mijn gerechtigheid. Wanneer het geloof deze gave Gods aanneemt dan zal Gods lof op onze lippen zijn en zullen wij instaat zijn om tot anderen te zeggen: "Zie het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt."» (Joh. 1:29 en 1 Selected Mess., blz. 331)
Het bruiloftskleed kan verkregen worden op het moment dat Christus aanvaard is door geloof.
«Geef God het dierbaarste offer dat u Hem geven kunt; geef Hem uw hart. Hij spreekt en zegt: mijn zoon, mijn dochter geef Mij uw hart. Al zijn uw zonden als scharlaken Ik zal ze witter maken dan sneeuw want Ik zal u reinigen met mijn eigen bloed. Ik zal u leden maken van mijn gezin, kinderen van de hemelse Koning. Neem mijn vergiffenis en vrede aan die Ik u als een vrije gave schenk. Ik zal u bekleden met mijn eigen gerechtigheid, het bruiloftskleed en u gereed maken voor het bruiloftsmaal van het Lam. Bekleed met mijn gerechtigheid en door gebed, waakzaamheid en ijverige studie van mijn Woord zult u instaat zijn om een hoge standaard te bereiken. U zult de waarheid begrijpen en uw karakter zal gevormd worden door een goddelijke invloed.» (Sons and Daughters, blz. 98)
«Wanneer wij onszelf aan Christus overgeven, wordt het hart verenigd met zijn hart, de wil gaat op in zijn wil, de gezindheid wordt één met zijn gezindheid, de gedachten worden gevangen en geleid tot Hem; wij leven zijn leven. Dit is de betekenis van het bekleed worden met zijn gerechtigheid. Als de Here dan op ons ziet dan ziet Hij niet het kleed van vijgenbladeren, niet de naaktheid en de verdorvenheid der zonde, maar zijn eigen kleed der gerechtigheid welke volmaakte gehoorzaamheid is aan de wet van God.»(C.O.L., blz. 312)
«Wanneer wij bekleed zijn met het bruiloftskleed van zijn gerechtigheid worden wij één met Hem.» (7 B.C., blz. 925)
«Het bruiloftskleed waarin voorzien is door een onbegrensde kostprijs wordt aan iedere ziel gratis aangeboden. Door de boodschappers van God worden de gerechtigheid van Christus, rechtvaardiging door het geloof, de buitengewoon grote en kostbare beloften van Gods Woord, de vrije toegang tot de Vader door Christus, de vertroosting door de Geest en een goed gefundeerde verzekering voor het eeuwige leven in het Koninkrijk Gods ons aangeboden.» (C.O.L., blz. 317)
Conclusie: Rechtvaardiging door het geloof, het bruiloftskleed, geeft ons een aanzien van zondeloze volmaaktheid voor God en zijn wet. God zelf verklaart dat de gelovige die zich verlaat op de verdiensten van Jezus vlekkeloos is. De eeuwige en absolute gerechtigheid van God wordt hem toegerekend en voor het universum wordt hij volkomen rechtvaardig verklaard. Zolang hij aan rechtvaardiging door het geloof vasthoudt kan niets, noch uit het verleden of het heden, noch in de toekomst hem scheiden van de liefde Gods. De gelovige in het bezit van de eeuwige gerechtigheid van Christus, kan nooit, in welke hierna volgende ervaring dan ook, voor Gods aangezicht nog meer rechtvaardig worden. In Christus heeft hij de hoogste plaats bereikt die een mens bereiken
kan. De ervaring van de rechtvaardiging door het geloof geeft de gelovige een positie van zondeloze volmaaktheid.
5. Aanzien in zondeloze volmaaktheid is geen staat van zondeloze volmaaktheid
Wij moeten een zorgvuldig onderscheidt maken tussen aanzien in zondeloze volmaaktheid en staat van zondeloze volmaaktheid. Sommige mensen hebben door een zeer oppervlakkige en dwaze interpretatie van het plan der verlossing zichzelf in de problemen gebracht doordat zij niet het verschil begrepen dat er is tussen aanzien in de volmaaktheid en staat der volmaaktheid.
Wij hebben al gezien dat een gerechtvaardigde gelovige aanzien bezit in de zondeloze volmaaktheid voor God en ook voor zijn wet. Maar op hetzelfde moment ervaart hij niet de staat der zondeloze volmaaktheid. De bijbelschrijvers hebben geen weet van een plotseling bereiken der volmaakte zondeloosheid. Er bestaat niet zoiets als plotselinge heiligmaking.
Paulus bezat aanzien in de volmaaktheid maar hij zocht de staat der volmaaktheid
“(Dit alles) om Hem te kennen en de kracht zijner opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden, of ik, aan zijn dood gelijkvormig wordende, zou mogen komen tot de opstanding uit de doden. Niet, dat ik het reeds zou verkregen hebben of reeds volmaakt zou zijn, maar ik jaag ernaar, of ik het ook grijpen mocht, omdat ik ook door Christus Jezus gegrepen ben. Broeders, ik voor mij acht niet, dat ik het reeds gegrepen heb, maar één ding (doe ik): vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus. Laten wij dan allen, die volmaakt zijn, aldus gezind zijn. En indien gij op enig punt anders gezind zijl, God zal u ook dat openbaren;... " (Fil. 3:10-15)
Heiligen (gelovigen uit het Oude Testament) hadden aanzien in volmaaktheid maar zij bereikten de staat der volmaaktheid niet
"In (dat) geloof zijn deze allen gestorven, zonder de beloften verkregen te hebben; slechts uit de verte hebben zij die gezien en begroet, en zij hebben beleden, dat zij vreemdelingen en bijwoners waren op aarde." (Hebr. 11:13)
"...daar God iets beters met ons voor had, zodat zij niet zonder ons tot volmaaktheid konden komen."