Bijbelcommetaar Openbaring 1
Openbaring
INLEIDING.
De Profetie is het grootste bewijs dat kan gegeven worden van de openbaring des Allerhoogsten. Een wonder zoals het opstaan van een dode, kan slechts door enkelen worden bijgewoond, maar de persoon die een profetie leest en de vervulling ervan ziet, is zelf getuige van het wonder.
Na het tragisch gebeuren in het paradijs, met zijn onherroepelijke gevolgen voor de nog ongeboren eeuwen, bliksemde de eerste profetische lichtstraal van het goddelijk verlossingsplan doorheen de duisternis die over de aarde was neergedaald : "het zaad der vrouw zou de slang de kop vermorzelen". (6) Zonder het goddelijke licht ware de toekomst het akelige onbekende, zowel aan deze als aan gene zijde van het graf. Alleen het geïnspireerde woord brengt ons de oplossing van het raadsel van onze bestemming en van de hopeloze verwarring der mensheid.
In het Oude Testament straalde de profetie eerst nog tanend en zwak, maar allengs winnend in klaarheid rees zij op als de maan in de nacht, en nam stilaan een meer en meer aangrijpend karakter aan, tot de dageraad aanbrak en de warme levenszon in Christus opging.
Het doel van het profetisch woord is niet om maskers af te rukken en menselijke nieuwsgierigheid te voldoen; wèl geeft het een antwoord op vele angstige vragen. Het openbaart de verlossende activiteit van God in een wereld waar alles wankelt, en laat ons toe door te dringen in de verborgenheden des heils, - in het
wezen der dingen, - in de diepten van de dramatische strijd tussen licht en duisternis; het doet 's werelds nachtleven des te zwarter uitkomen. Profeten zijn stormvogels, opgenomen in de macht van het hogere. Vooral Daniël en de arend van Patmos werpen hemelse lichtbundels over de komende eeuwen die hun doel bereiken in de grootste gebeurtenis aller tijden : de wederkomst van Christus, hoogtepunt der Openbaring waarin reeds van bij het begin de roep weerklinkt : - "Zie, Hij komt met de wolken en elk oog zal Hem zien", (7) en die sluit met de positieve uitspraak van de Verlosser : - "Ik kom spoedig".
(8)
In de gewone bijbelprofetieën zien wiJ het toekomstig gebeuren zonder perspectief. Zoals van uit de verte de grote afstanden tussen de bergen niet worden onderscheiden, - soms schijnen de bergen elkander te raken, hoewel zij uren van elkander verwijderd zijn -, zo schijnen de gebeurtenissen, voorspeld in profetie, zich soms dicht bij elkander te bevinden aan die verre horizon der profetische visie, alhoewel nochtans grote tijdsruimten hen scheiden. Nemen wij een dezer profetieën : Zacharia voorspelt de triomfantelijke intrede van Jezus in Jerusalem en zijn komst in heerlijkheid, maar de tijdsruimte tussen de twee gebeurtenissen wordt niet onderscheiden : "Zie, uw koning komt tot u, hij is rechtvaardig en zegevierend, rijdende op een ezel... zijn heerschappij zal zich uitstrekken van zee tot zee." (9)
De dicipelen dachten dan ook dat de intocht van Jezus in Jerusalem en het opnemen van zijn heerschappij terzelfdertijd zou geschieden. In de Openbaring hebben wij integendeel profetische vèrgezichten vol perspectief. Tijdsruimten, niet zichtbaar in gewone profetie, worden hier helder belicht en openbaren ons merkwaardige mijlpalen en afstanden in Gods heilsplannen. Zoals men aan de triomfboog te Parijs de grote wegen van het land uit alle richtingen ziet samenkomen, zo zien wij van op de hoogte der Openbaring de profetische lijnen uit verre eeuwen samenvloeien aan de goddelijke triomfboog "de wederkomst van de Koning der koningen".
Dit laatste bijbelboek met zijn geheimzinnige uitspraken, is de meest ontstellende openbaring die alles te boven gaat wat ooit aan de mens is geopenbaard. Het is de vèrstralende lichtbaken, geschonken aan de heiligen van het Nieuwe verbond om hen veilig te leiden doorheen de lange wereldnacht tot de dag van de wederkomst van Jezus. Wat de straallichten zijn voor de auto in de duisternis, dat is de Openbaring voor Gods gemeente in de nacht der zonde. Wij treffen er geen alleenstaande taferelen aan zonder betrekking met elkaar,
(7) Openb. 1:7 (8) Openb. 22:20 (9) Zach. 9:9-10
het is een volmaakt tot in zijn fijnste geledingen samenhangend harmonisch geheel, waarin een prachtige eenheid van conceptie en rijke symboliek wordt gezien, met historische verbanden die de geschiedschrijvers niet hebben opgemerkt, daar zij heilshistorisch zijn. Alle bijbelboeken ontmoeten er elkaar en vinden er hun voltooiing. Het is een kunstgewrocht van fijne constructie en verheven schoonheid, ondeelbaar en levend, beheerst door het getal zeven, het getal der volheid en der volmaaktheid, er kan niets bij, er mag niets af. (10) Daar zijn zeven brieven, gericht tot zeven gemeenten, op hun beurt voorgesteld door zeven kandelaren, hun leiders door zeven sterren. Christus wordt er afgebeeld als een Lam met zeven hoornen, symbool van almacht, en met zeven ogen, symbool van alwetendheid. Daar is sprake van zeven engelen, zeven zegelen, zeven bazuinen, zeven plagen, zeven donderslagen, zeven hoofden, zeven kronen, zeven bergen, zeven koningen en een zevenvoudige lofbetuiging aan God en aan het Lam.
P. L. Gouchoud noemt de Openbaring : "Het Lied van de Haat in zijn wilde grootheid". Het is integendeel : "Het Lied der Liefde in haar hemelse verborgenheid".
Doorheen deze merkwaardige visioenen slingeren zich zeven zaligsprekingen als zeven schakels ener zevenvoudige keten
- Zalig, die voorleest, en zij die horen de woorden der profetie, en bewaren hetgeen daarin geschreven staat. (1:3)
- Zalig de doden, die in de Here sterven, van nu aan. (14:13)
- Zalig hij, die waakt en zijn klederen bewaart. (16:15)
- Zalig zij, die genodigd zijn tot het bruiloftsmaal des Lams. (19:9)
- Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding. (20:6) - Zalig hij, die de woorden der profetie van dit boek bewaart. (22: 7) - Zalig zij, die hun gewaden wassen. (22:14)
En als slot, een kostbaar drievoudig kleinood van absolute goddelijke waarborg
- Dit zijn de waarachtige woorden van God. (19:9) -Deze woorden zijn getrouw en waarachtig. (21:5) -Deze woorden zijn getrouw en waarachtig. (22:6)
De centrale figuur is het geslachte Lam op de eeuwige troon, omringd door de heiligste geheimenis.
Het ganse boek is vol van het Lam !
Is het niet de Openbaring van Jezus-Christus ? (11)
In de eerste drie hoofdstukken weerklinkt Jezus' naam honderd zeven en dertig maal, negen en twintig maal wordt Hij "het Lam" genoemd, meer dan in al de
(10) Openb. 22:18-19 (11) Openb. 1:1
andere bijbelboeken samen.
Het Oude Testament openbaart Jezus in profetie, - de evangeliën beschrijven Hem in zijn aardse leven, - de Handelingen en de Brieven in de triomf der eerste christenen, - de Openbaring als einddocument en bekroning der Schriften, openbaart Hem in zijn Volheid !
Zijn intieme verschijning en verblindende gestalte (12) doet ons in aanbidding neerknielen.
Pessimistische vooruitzichten zijn hier totaal uitgesloten. Wèl wordt ons de lange eeuwentragedie geopenbaard, maar ook de sublieme heerlijkheid der komende Lente. Gebeurtenissen waar engelen verlangen in te zien, dingen verborgen van de grondlegging der wereld, worden in een verrassend licht geplaatst, en doen telkens de ziel jubelen om nieuwe aanwinst van geheim. Een machtig geloof breekt zich baan en brengt ons tot de diepe overtuiging dat wij leven in de plechtigste dagen van onze geschiedenis. De eindverlossing waarin alle disharmonieën worden opgelost, komt in het volle licht te staan om de laatste Godsgetuigen voor te bereiden voor de slotcrisis en de komst van de Koning der koningen.
De taferelen zijn treffend in hun levend reliëf. Het begin van de verborgenheid der ongerechtigheid in de hemelse gewesten treft onze blik. (13) De eeuwenkamp tussen het zaad der vrouw en het zaad der slang die heel het aardrijk omvat, vertoont er zich met steeds klimmende duidelijkheid, tot wij in het hart zelf worden gebracht van het hoogste drama. De grote daden Gods worden machtig getekend, alsook de laatste kamp van de strijd der eeuwen, waar wij de zonde zien in haar eindvormen, de machten der duisternis in hun eindorganisaties gevolgd door Gods ultimatum aan een opstandige wereld. (14) De stroom der geschiedenis bereikt zijn einddoel in het bruiloftsfeest van het Lam, de grote finale, de eindtriomf van de Christus.
De Openbaring is het evangelie van de opgestane Christus in zijn hoogste en rijkste openbaring, waarbij alle menselijke filosofieën verbleken tot bloedloze ideeën.
Onze tegenwoordige tijd, waarin de laatste profetieën zich vervullen, is van overweldigend belang voor alle levenden; onverwachte omwentelingen volgen elkander op, de gebeurtenissen schijnen zich te haasten in steeds sneller tempo naar de bestemming onzer planeet.
Neen, niet doelloos ijlt deze wereld met al haar inwoners doorheen de eindeloosheid. Tussen het akelig spel van lagere lusten en belangen, onzichtbaar voor
(12) Openb. 1:12-16 (13) Openb. 12:7-9 (14) Openb. 14:6-7 het menselijk oog, maar reëel voor de ziener, in de sombere schaduw van een wereld van misdaad en verdrukking, wordt de Almachtige gezien, die de omstandigheden beheerst en in goddelijke stilte en geduld, zijn eeuwige raad uitwerkt.
Zestig jaren waren voorbijgegaan sedert het gruwelijk Golgotha, de volgelingen van Jezus hadden een diep bloedspoor nagelaten, Johannes was de laatste overgeblevene van de twaalven. "Verbannen door Caesar Dominitiaan op het eiland Patmos, schreef hij de Openbaring omstreeks het jaar 96".
(Victorinus. Commentary on the Apocalypse, ch. 10, 11 ANF, vol. 7, p. 353)
Ie. Hoofdstuk, verzen 1 tot 3 17 PROLOOG. EERSTE HOOFDSTUK
1. Openbaring van Jezus Christus, welke God Hem gegeven heeft
om zijn dienstknechten te tonen hetgeen weldra moet geschieden, en welke Hij door de zending van zijn engel aan zijn dienstknecht
2. Johannes heeft te kennen gegeven. Deze heeft van het woord Gods getuigd en van het getuigenis van Jezus Christus, alles wat hij gezien heeft.
3. Zalig hij, die voorleest en zij, die horen de woorden der profetie en bewaren hetgeen daarin geschreven staat, want de tijd is nabij.
APOCALYPSIS
"Apo = af, -calypse = dekking", afnemen van de dekking, wegtrekken van het gordijn. Veel duidelijker dan waar ook in Gods woord, wordt het gordijn dat het eeuwig gebeuren aan onze blik verbergt, weggeschoven. Het woord "Apocalypsis" wijst ons op iets dat ont-dekt wordt, - geopenbaard, - ontplooid als een bloemknop die zijn verborgen rijkdom ontsluit. Het is een levende structuur van hemelse schoonheid waaruit lichtbundels flitsen over alle terreinen des levens, - een levens-explosie sprankelend van onuitsprekelijke dingen waarin geen mens ooit toegang had. De titel "Openbaring" weerspreekt heel scherp het gezegde dat wij hier met een gesloten boek te doen hebben. Ware dit het geval, dan zou het boek de naam dragen van "Verborgenheid"!
Godet schrijft : "Naarmate Christus' kerk zich welbehagelijk neervleit in deze wereld, wordt de Openbaring voor haar een gesloten en zelfs onbehagelijk boek. Maar wanneer de stormwind haar tijdelijke woning uiteenrukt, begint zij opnieuw de waarde van dit goddelijk boek te beseffen, waaruit zij leert om steeds naar omhoog te zien en haar Bruidegom uit de hemel te verwachten". (1)
Geen bijbelboek is op zulk uitdrukkelijk bevel neergeschreven als de openbaring. Een machtige stem als van een bazuin gaf het bevel : "Hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek en zend het aan de zeven gemeenten". (2)
Het is Christus zelf die aan Johannes de inhoud van het boek openbaarde. Hij zelf eigent zich dat boek toe, geeft er zijn eigen naam aan, hetgeen met geen ander bijbelboek het geval is. Het is absoluut Gods wil dat deze wondervolle waarheden aan zijn volk van alle eeuwen worden meegedeeld. "Openbaring van Jezus Christus".
Christus openbaren was het doel van Abel's offerande, - het was het doel van het voor Abraham onbegrijpelijk offer dat van hem geëist werd, - het was het doel van het heiligdom en zijn dienst, - het was het doel der geschriften van apostelen en profeten, maar de onthulling zou helemaal onvolmaakt zijn geweest zonder dit laatste boek.
Het is niet alleen Christus die openbaart, het is ook Hij die geopenbaard wordt, het is de eind-openbaring van de grote "Ik Ben", de Eerste en de Laatste. Het is meer dan een profetische onthulling door Hemzelf gegeven, het is de rijkste openbaring van zijn Persoon en werk. In de schepping wordt zijn almacht gezien, aan het kruis wordt zijn onuitsprekelijke liefde ontplooid als nooit te voren, maar eerst in de Openbaring zien wij Hem in zijn hemelse functie en volle heerlijkheid.
Christus zichtbaar maken in zijn historische en eeuwige gestalte is een der doeleinden van dit boek. Het geslachte Lam op de troon, dat de eeuwige raad des Allerhoogsten uitwerkt, overstemt alles. Alleen in dit licht krijgt de geschiedenis haar betekenis.
De ware heerlijkheid van het evangelie is geen bundel prachtige leerstellingen, maar een machtige Persoon : Christus ! Hijzelf is de blijde boodschap "de weg, de waarheid en het leven" (3). Hij kwam naar een verloren wereld waar de vloek op rustte, Hij bracht het machtig heelmiddel "Zichzelf". Geen wetboek, geen dogmatiek, Zichzelf ! Christen worden betekent in levensgemeenschap treden met Hem die ons liefheeft, die zijn eeuwig leven met ons delen wil, die ons begeleidt in de vallei van de schaduw des doods... Christus kennen is de hoogste nood van de koude techniekmens. Diep in elk hart woelt onbewust een heimwee naar Hem, men zoekt dit te voldoen met stoffelijke dingen, maar het hart kan nooit verzadigd worden aan de bronnen dezer wereld.
"Welke God Hem gegeven heeft".
Dit machtig boek dat onze moderne mens zo broodnodig heeft, dankt zijn oorsprong aan de Almachtige. Het is niet het produkt van Johannes' beschouwing der dingen, het is niet zijn verzinning; de uit-de-dood-Opgestane, die hemel en
Ie. Hoofdstuk, verzen 1 tot 3 19
aarde overbrugt, ontving de Openbaring van God en gaf ze door aan een gezant uit de hoge lichtsferen die het woeste ballingsoord betrad, waar Johannes als banneling vertoefde. De geliefde apostel werd de tolk van de hemelbode. "om aan zijn dienstknechten te tonen, hetgeen weldra moet geschieden". De vervulling van vèrreikende visioenen zou weldra een aanvang nemen. - Is het ontsluieren van de toekomst niet het goddelijk teken voor de kleingelovige mens, dat het bijbels licht van God komt ?
- Wie kan eeuwen van te voren verkondigen wat komen zal, dan God alleen ? "Zalig is hij die voorleest, en zij die horen.. " Lezen en luisteren is goed, - begrijpen is beter, - bewaren is best. De Openbaring is door de hemel gedeponeerd als een heilig erfstuk voor het christendom van alle tijden. Maar hoeveel gelovigen zijn er mede bekend ? In hoeveel kerken wordt de Openbaringsboodschap van Christus verkondigd ? Velen houden het wondere boek in zijn symbolenkleed voor onbegrijpelijk, anderen houden het voor nutteloos, weer anderen voor gevaarlijk en vermanen "Zalig wie NIET leest ! " Eigenwijsheid en verwaandheid stoten zich aan de nederige wijsheid Gods en sluiten de oren voor het bazuingeschal des Heren.
Het is nochtans het énig bijbelboek dat begint met een zaligspreking voor hen die het lezen en voor hen die het beluisteren, en dat ook eindigt met een zegen "Zalig hij, die de woorden der profetie van dit boek bewaart". (4) Dat alleen toont ons reeds de uiterste belangrijkheid van zijn inhoud. Ook bevat geen ander boek der Schrift zulk een strenge uitspraak over deze, die er iets durven aan toevoegen of afdoen : "Indien iemand aan deze dingen toedoet, God zal over hem
toedoen de plagen die in dit boek geschreven zijn. En indien iemand afdoet van de woorden des boeks dezer profetie, God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens, en uit de heilige stad". (5)
Tegenover de wijze waarop men de Openbaring in het algemeen behandelt, is deze uitspraak op haar plaats, want het is het meest verwaarloosde boek der Schrift. - Berispte Jezus de geestelijke leiders niet van zijn tijd, dat ook zij de tekenen der tijden niet konden onderscheiden ? (6)
Zou de Here een dubbele zegen uitspreken over de studie van een boek dat geen mens begrijpen kan ? Ware het niet de grootste onzin, de mens een openbaring te schenken die steeds gesloten blijft ?
De Openbaring die onze wereld met haar donkere driften en demonische dreigingen in het volle licht plaatst, verheft ons hoog boven het alledaagse leven, hoger dan de sterren, in een sfeer van absolute zekerheid. Het is het hoogtepunt der profetische openbaring, die niet alleen ten doel heeft ons te wijzen op de ontzaglijke ontknoping van de strijd der eeuwen, maar ook om in een speciale
(4) Openb. 22:7
(5) Openb. 22:18-19 (6) Matt. 16:3
Ie. Hoofdstuk, verzen 1 tot 3 20
zin Gods volk te sterken in hun geloof en hen met vaste voet te leiden doorheen de slottaferelen van 's werelds laatste uur.
Eens - maar te laat - zullen ontelbare gelovigen beseffen wat zij verloren hebben in de verwaarlozing van dit machtig boek, het rijk geschenk des Allerhoogsten.
Ten tijde van de verbanning van Johannes, scheen de toestand van het klein kuddeken, vertrapt door de keizercultus met zijn geweldige machtsmiddelen, wanhopig. Zij hadden behoefte aan een bijzonder ingrijpen Gods. - "Zoals Daniël, op het ogenblik dat de joden de Geest der profetie niet meer zouden bezitten, hen de profetische richtlijnen naliet die hen moesten leiden doorheen de verwarring tot op de komst van de Messias, zo schonk Johannes aan Gods kinderen de grootste profetische Openbaring aller tijden, die voor hen noodzakelijk zou zijn op hun donkere wegen". (7)
"De tijd is nabij" zo schrijft Johannes. Dit is een der beweegredenen om de visioenen die voor ons meer en meer belangrijk worden naarmate wij de vervulling naderen, te bestuderen. Hoogst belangrijke gebeurtenissen worden erin geopenbaard voor elk tijdperk, dingen "die haast geschieden moeten". Voor de eerste christenen waren deze dingen op handen. En met elke nieuwe eeuw die wij betreden, met elk jaar dat afgesloten wordt, zijn de aangekondigde dingen steeds op handen en wordt het onderzoek van het heilig boek meer dringend.